§1 opdracht 1 Griekse en Latijnse woorden Flashcards

1
Q

apathisch

A

zonder gevoel of hartstocht, vandaar, wezenloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aristocratie

A

heerschappij van adellijk of voorname families, oude families in een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

canon

A

lijst met werken die als goed en maatgevend beschouwd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

demoniseren

A

het doelbewust afschilderen als zeer slecht, iets als groot kwaad voorstellen met het doel de mening van anderen te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

egocentrisch

A

zichzelf tot middelpunt makend, op zichzelf gericht zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

euthanasie

A

zachte, pijnloze dood; opzettelijke beëindiging van het leven door een ander dan de betrokkenen die op diens uitdrukkelijk verzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

filantroop

A

mensenvriend; weldoener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fysisch

A

natuurkundig; betrekking hebbend op de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hypothetisch

A

denkbeeldig; verondersteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kosmopoliet

A

wereldburger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

latent

A

verborgen; niet waarneembaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

lectuur

A

leesvoer; stof ter lezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

liquideren

A

doden; ombrengen; uit de weg ruimen; opheffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

metamorfose

A

gedaanteverandering; gedaanteverwisseling; omvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

narcistisch

A

met een ziekelijke bewondering of liefde voor zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nihilisme

A

filosofisch standpunt waarbij geen enkele grondwaarheid wordt aangenomen

17
Q

pandemonium

A

hels lawaai; alle boze geesten bij elkaar

18
Q

pantheon

A

een aan alle goden gewijd heiligdom; ererustplaats voor overleden beroemdheden; belangrijke letterkundige werken

19
Q

paradoxaal

A

schijnbaar tegenstrijdig

20
Q

psychosomatisch

A

wat betrekking heeft op de relatie tussen het geestelijke en het lichamelijke

21
Q

radicaal

A

helemaal; grondig

22
Q

utopisch

A

als ideaal gefantaseerd en onbereikbaar

23
Q

versus

A

tegen; tegenover

24
Q

vice versa

A

heen en weer

25
Q

vitaliseren

A

levenskracht geven; bezielen