ZS en HC X-chromosomaal en mitochondriaal overervende aandoeningen Flashcards

1
Q

Epidemiologie van X-chromosomaal overervende aandoeningen

A

Komen bij mannen vaker voor dan bij vrouwen (vooral recessieve X-chromosoomaandoeningen, want 1 X chromosoom). Het verschil in expressieniveau voor X-chromosomale genen tussen mannen en vrouwen wordt voor veel genen gecompenseerd door X-chromosoominactivatie bij vrouwen.
Man met X-recessieve aandoening kan zoon krijgen met aandoening als moeder drager is (heterozygoot).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

X-inactivatie/Lyonhypothesis

A

Redenering dat in iedere cel van de vrouw 1 X-chromosoom wordt uitgeschakeld, verklaard dan waarom er geen verschil is tussen mannen en vrouwen wat betreft (hoeveelheid) eiwitproducten en enzymen. Cytogenetisch bevestigen door aanwezigheid van Barr lichaampje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normaal moet vrouw homozygoot zijn voor X-gebonden aandoening om de ziekte te hebben. Maar hoe kan een recessieve vrouw toch aan een dergelijke aandoening lijden?

A

Scheve X-inactivatie, structurele chromosoomafwijking (deel X-chromosoom is aan autosoom gekoppeld en dus niet inactief) of syndroom van Turner (vrouw heeft maar 1 X)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als er sprake is van X-gebonden dominante overerving en moeder volledig gezond en vader een aangedaan X-chromosoom heeft, dan

A

Zullen de zonen gezond zijn (krijgen Y van vader) en dochters aangedaan (dominante X van vader overtreft gezonde X van moeder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ziekte van Duchenne en Becker van elkaar onderscheiden

A

Via Southern blot (hiermee worden eiwitten vergeleken), bij iemand met Becker zullen die korter zijn (kwalitatief) en bij Duchenne minder aanwezig (kwantitatief).
Becker komt vooral voor bij in frame mutaties en Duchenne bij out of frame.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Herhalingsrisico DMD

A

Risico op krijgen van tweede kind met DMD is bij iemand met kiemcelmozaïcisme kleiner dan bij iemand die mutatie heeft in alle cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Van wie komt mitochondriaal DNA

A

Altijd van de moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Methodes voor opsporen vrouwen die geen klinische verschijnselen hebben, maar wel mutatie in dystrofinegen

A

Creatininekinase is verhoogd (>95e percentiel), milde spierzwakte, koppelingsonderzoek en mutatie analyse van dystrofinegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kunnen uitkomsten van de kinderen zijn als moeder draagster is (X1 normaal en X2 mutant) en vader is gezond (X1Y)

A

Kans dat zoon ziek is, 50% (X2Y)
Kans dat dochter draagster is ook 50% (X1X2)
andere 50% van zoons en dochters is normaal (X1X1 en X1Y)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mogelijke uitkomsten van kinderen als moeder gezond is (X1X1) en vader aangedaan (X2Y)

A

Alle dochters zijn draagster, alle zonen normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn mogelijke uitkomsten als moeder draagster (X1X2) en vader aangedaan (X2Y)?

A

50% dochters en zonen is aangedaan. 50% dochters is draagster en 50% zonen is normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Inactivatie van X-chromosoom

A

Er treedt in vrouwen dosiscompensatie op, 1 van de 2 X-chromosomen wordt al heel vroeg in embryonale ontwikkeling voor grootste deel geïnactiveerd. Genen hiervan komen dan in principe niet tot expressie (dus gelijk expressieniveau voor mannen en vrouwen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verdere kenmerken X-inactivatie

A

Is random proces, in helft van cellen zal X-chromosoom van moeder en in andere helft van vader inactief worden. In de dochtercellen van de 2 cellijnen blijft de X-inactivatie steeds hetzelfde. Vrouwen zijn X-chromosoom mozaïek bij X-chromosoom inactivatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Skewing

A

Scheve of preferentiële X-inactivatie, dan is het niet volgens het 50-50 patroon. Andere verdeling ontstaat: bijv. 70% paternaal en 30% maternaal (of andersom) of nog minder vaak 95% vader en 5% moeder (of andersom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Werkingsmechanisme van inactivatie X-chromosoom

A

Het stilleggen wordt getriggerd door non-coding RNA XIST, gelokaliseerd in X-inactivatiecentrum op Xq13. Gaat op X-chromosoom zitten en wordt uiteindelijk geïnactiveerd. De methylering die daarop volgt maakt inactivatie irreversibel, en alle daarop volgende dochtercellen zullen zelfde inactivatiepatroon hebben. X-inactivatie is incompleet wat niet gehele X-chromosoom met haar genen wordt inactief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aantonen inactivatie X-chromosoom

A

Methyleringsgevoelige restrictie-enzymen als Hha1 kan methyleringsstatus (actief/inactief) worden bepaald. Hha1 knipt normaal in een GCGC-sequentie, maar kan niet meer bij inactief X-chromosoom. Dan kan onderscheid worden gemaakt.

17
Q

Voorbeelden X-chromosomale dominant overervende aandoeningen

A

Rettsyndroom (lethaal voor jongens), alportsyndroom (nierfunctieverlies en doofheid) en fragiele X-syndroom

18
Q

Mitochondriële overerving; verschillen tussen ‘gewone’ en mitochondriële overerving

A
  • Nucleair DNA bevat meer basenparen dan mitochondrieel DNA
  • Mitochondrieel DNA heeft 1 soort molecuul, terwijl nucleair DNA bij vrouwen uit 23 en bij mannen 24 verschillende moleculen
  • Mitochondrieel DNA is circulair
  • Mitochondrieel DNA erft uitsluitend maternaal over, alleen moeder kan aandoening doorgeven
19
Q

Heteroplasmie en homoplasmie

A

Heteroplasmie geeft vaak beeld van incomplete penetrantie met betrekking tot ziektebeelden die berusten op mitochondriële overerving.

20
Q

Mitochondrieel genoom

A

Bestaat uit 13 eiwitcoderende genen en coderen allemaal voor subunits van complexen uit mitochondriële ademhalingsketen (oxidatieve fosforylering)

21
Q

Aantal voorbeelden van mitochondrieel overervende aandoeningen

A
  • LHON (Lebers hereditary optic neuropathy): cellen n. opticus sterven af, vooral centrale gezichtsveld aangedaan.
  • MERRF (myoclonic epilepsy with Ragged-Red fiber syndroom): aantasting spieren en zenuwen leidt tot clonus, zwakte en spasticiteit
  • MELAS (mitochondrial encephalomyopathy and stroke-like episodes): aantasting hersenen, zenuwen en spieren
  • MIDD (maternaal inherited diabetes en deafness): vaak eerst gehoorverlies, later openbaring diabetes.