PR Flashcards
Voorbeelden groeiontwikkelingsstoornissen
FAS (foetaal alcohol syndroom), spina bifida oculta/aperta en anencephalie (neuralebuisdefecten, vaak te voorkomen door voldoende foliumzuur), palatoschisis, cheiloschisis, gnatoschisis of cheilognatoschisis, gastroschisis of omphalocele
Wat gebeurt er als zygote een morula is?
- Dan proces van osmose en adhesie waarbij holte ontstaat die excentrisch komt te liggen-> blastulaholte/blastocèle.
- Dan kan je 2 celgroepen onderscheiden; trofoblast (outer cellmass) en inner cell mass met formatieve cellen (vormen embryo) en niet-formatieve cellen (extra-embryonale membranen en placenta vormen)
Holtevorming
Hypoblast en epiblast ontstaan en vormen 2lagig kiemschijf. In epiblast ontstaat amnionholte. Blastulaholte wordt omkleed door hypoblast, omsloten en heet dan de primitieve dooierzak. Tussen dooierzak en trofoblast ontstaat extra-embryonaal reticulum (begin 2e week).
Aan einde 2e week ontstaat extra-embryonaal mesoderm, tussen trofoblast, amnion en dooierzak.
In extra-embryonaal reticulum ontstaan holten; waardoor chorionholte/extra-embryonaal coeloom wordt gevormd.
Hechtsteel is bij amnion verbinding tussen baby en omgeving en wordt later de navelstreng.
Decidua
Trofoblasten zorgen na innesteling voor decidualisatie. Dan verandert endometrium biologisch en morfologisch. Trofoblasten tasten vaten van moeder aan zodat bloed in lacunes stroomt. Als zygote na ong. 12dg helemaal in endometrium ligt heet endometrium decidua. Onder vrucht is decidua basalis, vrucht wordt bekleed door decidua capsularis en decidua parietalis is niet in contact met vrucht.
Als vrucht groeit komen decidua capsularis en parietalis met elkaar in contact en vergroeien met elkaar
Chorion
Chorionvlokken komen in decidua basalis terecht en placenta zal er ontstaan.
Chorion frondosum: aan kant waar hechtvlokken en vlokken voor uitwisseling zal vormen
Chorion laeve: ander deel chorion wat in contact staat met decidua capsularis.
Cotyledonen
15-25 compartimenten op placenta aan de kant van de moeder. En worden van elkaar gescheiden door septa vanuit maternale zijde
Anencephalie
Gevolg van niet goed sluiten neurale buis, craniaal. Vaak bij geboorte maar klein beetje hersenweefsel. Afwijking gaat vaak gepaard met open ruffernmerg cervicaal en ontbreken schedelkap. Foetus kan niet goed slikken-> polyhydramnion ontstaat tijdens laatste deel zwangerschap
Aandoeningen als schedelbeenderen niet goed verbenen waardoor opening ontstaat en hersenweefsel kan uitsteken
- Meningocèle: hersenvliezen puilen naar buiten
- Meningo-encephalocèle: hersenvliezen en deel hersenen puilen naar buiten
- Meningohydro-encephalocèle: hersenvliezen, deel hersenen en deel ventrikel puilen naar buiten.
Spina bifida
Wervelbogen zijn niet goed met elkaar vergroeid. Vaak sacraal en lumbaal. Spina bifida occulta: als 1 wervel niet is dichtgegroeid, pluk haar op de rug. Aperta: als gaat om meer wervels en structuren kunnen uitpuilen (meningocèle, meningomyelocèle (vliezen en RM puilen uit) en myeloschisis).
Faciale sluitingsdefecten, verschillende type afwijkingen
Cheiloschisis: gespleten lip-> mesenchym prominentia maxillaris is minder goed ontwikkeld en maakt dan minder goed contact met prominentia intermaxillaris
Palatoschisis: gespleten gehemelte
Gnatoschisis: gespleten kaak
Functies placenta
- Uitwisseling van stoffen: voedingsstoffen van moeder-> kind en afvalstoffen van kind->moeder. Actief en passief transport van verschillende stoffen
- Immuniteit: IgG antistoffen van moeder naar kind
- Endocrien: hCG, progesteron en HPL productie
Dooierzak
Primitieve dooierzak wordt omgeven door membraan van Hueser. Het is extra-embryonaal membraan met holte; de dooierzak. Definitieve dooierzak ontstaat uit endoderm aan binnenzijde en extra-embryonaal mesoderm aan buitenkant.
Chorion
Ontstaat uit trofoblast en extra-embryonaal mesoderm
Amnion
Ontstaat uit extra-embryonaal mesoderm en epiblast.
Oligohydramnion
Tekort aan vruchtwater, zorgt dat de longen niet goed kunnen ontwikkelen, kan leiden tot ademhalingsproblemen na geboorte. Kan ook leiden tot groeivertraging, druknecrose en misvorming.