Zesde college Spinoza Flashcards
Op welke twee manieren kan de enige substantie (natuur/God) gekend worden?
- Langs de weg van filosofie en wetenschap. In zijn tijd waren dit synoniemen. Dit is langs de weg van de rede.
- Via het voorstellingsvermogen van de mens (imaginatio). Wij kunnen ons iets voorstellen. Het is onderdeel van onze potentia, we kunnen dat. We stellen ons God voor als een mens, dat is menselijke projectie. Dat is een valse voorstelling, maar wij mensen kunnen ons dat wel zo voorstellen. Wat in de bijbel verteld wordt ligt dus op de notie van die voorstelling. De natuur gaat aan die notie vooraf. Het is een manier om natuur/God achteraf te proberen te begrijpen.
Waarom probeert Spinoza de dominante voorstellingen om hem heen tegemoet te komen?
Spinoza leefde in de tijd van de Nederlandse republiek die zeer religieus was. Mensen hadden verschillende voorstellingen van God. De bijbelse God is een God van de voorstelling. Spinoza probeerde hierbij aan te sluiten, anders kwam hij in de problemen. Hij wilde de rationele kern uit de voorstellingen halen. Hij vraagt zich af hoe de wereld in elkaar zou zitten als die voorstellingen waar zouden zijn.
Hoe probeert Spinoza de dominante voorstellingen om hem heen tegemoet te komen?
Godsdienst is een natuurverschijnsel. Het is iets menselijks, verschijnt in de werkelijkheid. Het is onderdeel van de natuur. Alles is onderdeel van de natuur, ook illusies. Het heeft te maken met vermogens. Ik kan mij een bizar idee in gedachten brengen; ik kan dat dus ik mag dat. Alle vormen van godsdienst komen uit de natuur voort. Natuur is per definitie primair. Alles is een manifestatie van de natuur.
Hoe revolutionair was hoofdstuk 20 in die tijd?
Behoorlijk. Het ging in tegen de macht van de kerk. Spinoza legt uit dat je een voorstelling van God kunt maken, maar dat het geen redelijk adequaat begrip is. Dat komt doordat de kerk de verhouding omdraait: er is eerst een God die de natuur geschapen heeft. Maar volgens Spinoza heeft de natuur de godsdienst voortgebracht. In de republiek is dat religieus denken echter dominant en daar wil Spinoza een rem opzetten. Iedereen mag een voorstelling maken, omdat je dat kunt. Maar daar kan geen enkele vorm van politieke macht aan toe geschreven worden. Hij probeert de kerk en religie uit de politiek te houden. (Dit is een tegenwerping tegen de republiek).
Wat is het beginpunt van gehoorzaamheid?
Angst voor straf/sancties. Dat is de laagste vorm van gehoorzaamheid. De hoogste vorm is redelijk inzicht. Dat maakt dat je inziet dat de rechtsregels in jouw samenleving redelijk zijn. Het is gebaseerd op vrijheid, en niet op angst (affecten), als je volgens de rede gehandeld hebt. Vanuit inzicht op die rechtsregels hoef je niet bang te zijn voor een oordeel. Heb je gereageerd vanuit angst dan weet je nooit of je het goed gedaan hebt. Dan weet je namelijk niet of je goed gehandeld hebt of niet. Als je handelt op basis van de rede dan hoef je nergens bang voor te zijn.
In hoeverre zijn onderdanen vrij?
Ze zijn vrij voor zover het recht van de staat iets is dat zij zelf ook denken. Zolang ze die bevelen uit zichzelf volgen en de redelijkheid daarvan inzien. Dat is ook natuurrecht. Dat maakt een individu vrij, want dan bepaal je jezelf.
Is het goed of slecht om in opstand te komen tegen de staatsvormn?
Het is slecht waneer mensen in opstand komen. Dat er een staatsvorm is, is beter dan anarchie. Dat bedreigt vrede en veiligheid. Dat in tact houden is voor Spinoza een natuurrecht. Als je de staatsvorm niet in tact houdt, is er gevaar dat de staat in elkaar valt.
Wanneer zal een staat ophouden te bestaan?
Wanneer burger zich niet houden niet aan de regels, dan houdt de samenleving op te bestaan. Wanneer de rechtsregels een inbreuk doen op een natuurrecht kan niet lang bestaan. Niets dat tegen het natuurrecht ingaat, kan bestendig zijn.
Wat is de relatie tussen burgers en de staatsvorm?
Er is geen externe relatie tussen de burgers en de staatsvorm. De staatsvorm is de staatsvorm van de burgers. Degene die de politieke macht uitoefenen moeten die staatsvorm in tact houden, daarbij zijn ze afhankelijk van de burgers. Machthebbers moeten zich zo gedragen dat de staatsvorm in tact blijft, anders wordt de staatsvorm ondermijnt.