Tweede college: Schmitt Flashcards
Welke opmerking geeft Theo de Witt(vertaler) vooraf aan Schmitts boek?
Er zit een belangrijk discussiepunt bij Schmitt. Het politieke gaat niet over een bepaald gebied of domein, maar is een aanduiding van conflict met betrekking tot een bepaald terrein. Het heeft te maken met conflict. Een samenleving moet daarmee leren om gaan. Zo ontstaat er binnen de samenleving een vaste structuur die een domein opzet (bijv. partijpolitiek). Daar zit de spanning, want dan wordt de politiek een bepaald domein. Maar dat is pas in tweede instantie.
Wat laat Hegels klassieke beeld van de staat duidelijk zien?
Het klassieke beeld van de staat maakt een duidelijk onderscheid tussen binnenlandse- en buitenlandse politiek. Het hele verhaal over de staat is het innerlijke staatsrecht en naar buiten gericht is de staat een van de velen. Dat houdt in dat je van de buitenkant niet kan zien wat er allemaal in die staat gebeurt. Dat onderscheid is voor Schmitt een voorbeeld van een klassiek begrip. Dat is niet meer helder in de 20e eeuw. Dat zie je bijv. dat wij in Nederland bezig zijn met de Vs. Dat houdt in dat er geen onderscheid is tussen binnen- en buitenlandse politiek. Daar is het misgegaan op een bepaalde manier volgens Schmitt. Schmitt zijn tekst gaat over wat er mis gaat en wat we eraan kunnen doen.
Welke historische gebeurtenissen heeft Schmitt meegemaakt en hoe had dat invloed op hem?
Schmitt zat midden in WOII. Aan het einde is hij veroordeeld bij de Neurenberger Processen als medewerker aan het naziregime. Maar 1963 is ook een periode van de Koude oorlog. Die WOII is omgevormd in de Koude oorlog. Er ontstond een nieuw front tussen het Westen en het Sovjetblok. De inperking en duidelijke begrenzing van de oorlog hadden een relativering in van vijandschap. Die begrenzing van de oorlog en die inperking is een aangelegde beplanting die beschermd. Het is een begrenzing, waarbinnen je het volk zijn eigen gang laat gaan. Uiteindelijk zegt Schmitt: oorlog is altijd een reële mogelijkheid. Echte vijandschap (splitsing vriend en vijand) in de zin van politieke vijandschap (wie staat aan wiens kant) dat is voor Schmitt een realiteit. Die mogelijkheid is altijd aanwezig. De mogelijkheid van oorlog en burgeroorlog zijn dus altijd aanwezig. Wil je die strijd/oorlog beperken? Dan moet je er een zekere ruimte aangeven, dat moet je een plek geven (inperken). De beste manier dat de wereld niet aan oorlog kapot gaat, maakt dat je er iets mee moet. Dat maakt dat Schmitt oorlogen ziet als iets dat niet de wereld uit moet.
Wat is het eerste belangrijke punt uit het voorwoord van Schmitt?
Schmitt is 75 jaar oud in het jaar 1963. Dat houdt in dat hij al bijna 20 jaar onderhevig is aan beroepsverbod. Schmitt mocht na WOII geen onderwijs meer geven, door zijn hulp aan het naziregime. Hij mocht wel teksten publiceren en lezingen in het buitenland geven. In de academische wereld was hij buiten spel gezet. In dat voorwoord doet hij zichzelf rechtvaardigen, hij legitimeert zijn eigen tekst. Door bijv. te drukken dat het een didactische tekst is (het is niet polemisch, maar dat is het eigenlijk wel dus het is een soort ontkenning). De tekst is niet strikt didactisch. Dit gaat in tegen zijn eigen idee dat politiek altijd polemisch is.
Wat is het tweede belangrijke punt uit het voorwoord van Schmitt?
Er is sprake van een nieuwe context: de Koude oorlog. Het werd geen nucleaire oorlog. Soms waren er meer spanningen (Cubacrisis, bijv), maar de Grote oorlog gebeurde nooit. Die Koude oorlog heeft wel lang geduurd. Wat die twee blokken deden, was inperken. De oorlog werd over de heg gegooid, want die oorlog zou nooit op het speelveld van die twee blokken plaatsvinden. Dat geeft een nieuwe context aan het verhaal van Schmitt.
Wat is het derde belangrijke punt uit het voorwoord van Schmitt?
Het verhouden tot vakgebieden als filosofie, recht, theologie, etc. Hij neemt een positie in ten opzichte van andere disciplines. Hierin zegt hij dat de tijd van systemen voorbij is. Dat klopt: er zijn geen filosofische systemen meer.
Wat bedoelt Schmitt met dat het tijdperk op de staat ten einde loopt?
De klassenstrijd van het proletariaat tegenover de kapitalistische staat is volgens Schmitt het einde van de moderne staat. De staat heeft de monopolie om te beslissen of er oorlog is met andere staten of niet. Door de klassenstrijd wordt het staatsschema doorbroken. Proletariërs vormen de sociale klasse van de loonarbeiders (Hegel). Dat is het internationale proletariaat van Marx. Dat overschrijdt de staat. Als dat proletariaat de strijd gaat voeren, dan heeft de staat niet meer het politieke monopolie. Dan hebben de arbeiders dat.
Wat bedoelt Schmitt met het uiterste geval?
Het is de situatie die op de spits gedreven wordt. Daarin ontstaat echte strijd. De derde is er alleen maar voor zover de eerste en tweede partij besluit een derde partij erbij te betrekken. Twee instanties staan tegenover elkaar en dan kan het door een derde beslechting worden. Als een van de partijen dat niet wil, dan is er ook geen derde.
Wanneer zijn verdragen het krachtigst?
Je kan geen norm opstellen die altijd geldt. Je kunt wel een verdrag voor rechten voor de mens instellen, maar uiteindelijk heeft dat alleen kracht als participanten zich daaraan houden. Verdragen ‘moeten’ nageleefd worden. In dat moeten zit het punt: het is niet een gegeven. Onderlinge verdragen hebben slechts kracht als mensen zich daaraan houden.
Waarom is staat geen neutral begrip?
Het is een begrip dat zich polemisch verhoudt ten opzichte van andere begrippen. Burgerschap is geen neutraal begrip het staat tegenover het niet hebben van burgerschap. Alle politieke begrippen staan volgens Schmitt tegenover iets.
Waarom heeft Schmitt het over een reëele mogelijkheid en niet over een abstracte mogelijkheid?
Het gaat Schmitt om de reële mogelijkheid. Het geactualiseerd zijn is een mogelijkheid als iets een reële mogelijkheid is. Dan is de werkelijkheid een van de opties binnen de reële mogelijkheid. Anders is het een abstracte mogelijkheid (bijv. een gedachte). Dus oorlog is daadwerkelijk mogelijk. Het staat los van de vraag of ze werkelijk zijn, het gaat erom dat ze werkelijk kunnen zijn. Daarmee is hij erg polemisch tegenover de oorlog: de reële mogelijkheid van de oorlog is altijd aan de hand.
Wat is het politieke?
Er zijn geen afzonderlijke zelfstandige politieke belangen. Het gaat erom dat een economisch belang politiek kan worden. Potentieel is dat altijd politiek, die vriend vijand tegenstelling is daarin altijd aanwezig. Op het moment dat het een oorlog is, is het politiek. Het politieke is geen alternatief voor religie, recht, economie of wat dan ook. Het politieke is een dimensie die daaraan kleeft. Schmitt pleit voor een klinische benadering van politiek. Zijn standpunt is uiteindelijk als je op een goede manier die dimensie wil beheersen, dan moet je die dimensie volledig onder ogen zien. Dat is de enige manier om er andere dan een gewelddadige vorm voor kiezen. Die dimensie wordt vaak genegeerd door mensen.
Waar keert Schmitt zich tegen?
Het idee van een wereldvrede. Dit is een illusie volgens Schmitt. Oorlog zou hier slechts een verzinsel zijn, maar oorlog is een reëele mogelijkheid!
Leg aan de hand van een voorbeeld uit waarom volgens Schmitt begrippen over politiek potentieel politiek zijn.
Het zijn niet alleen begrippen over politiek, maar ook politieke begrippen. Denk aan het standpunt van partij voor de dieren. Ze zijn principieel vegetarisch, maar het is op dit moment niet verstandig om dat in hun partij plan te zetten. Dat was eerst nooit een politiek issue, dat heeft de partij voor de dieren gedaan. Vlees is uit zichzelf geen politiek, wel uit zichzelf economisch. Het is altijd potentieel politiek: het kan een politiek issue worden. Dan staat het tegenover het gegeven dat geen politiek issue is. Als je zegt dat iets geen politiek is, dan is dat zelf politiek.
Welke kritiek heeft Schmitt op het passivisme?
In het algemeen is dat de ontkenning van strijd en het willen afzetten van oorlog, maar dat kan zelf een inzet van oorlog worden en die moet je dan ook nog willen. Wil je een wereld hebben waarin een vrede heerst, moet je een gigantische oorlog beginnen tegen alle voorstanders van oorlog.