Zesde college: Schmitt Flashcards
Waarom behoort Schmitt tot de politiek filosofen?
Aan de ene kant houdt hij een verhaal over de wereld pacificatie (wereldstaat die primair op economische factoren is gebaseerd en niet op politieke, liberalisme bij). Voor Schmitt is de 19e en de 20e eeuw de zegetocht van het liberalisme, hij wil hiervan de beperkingen (de onmogelijkheid) laten zien. Dat koppelt hij aan de Duitse actualiteit. Hij maakt ook algemene punten. Hij maakt een filosofisch belangrijk punt als het aankomt op negatieve en positieve vrijheid. Het verhaal van liberalisme is negatieve vrijheid: het gaat om het vrij maken van het individu en de markteconomie, dus het afnemen van belemmeringen. Schmitt vraagt zich af waartoe mensen vrij geworden zijn? Dat gaat om positieve vrijheid. Het gaat over de vraag wat mensen gaan doen, hoe gaan ze die vrijheid inzetten. Waartoe zijn ze dan vrij geworden?
Waarom is Schmitt een politiek theologisch denker?
Een geloofsbelijdenis is een kerkelijke term. Tegenover een antropologische geloofsbelijdenis (opvatting van de mens) staat een theologische opvatting, een bepaalde opvatting over de mens. Schmitt is een denker binnen de politieke theologie. Dat moet je ook in de gaten houden. Schmitt is uit de kerk gezet, dat was voor Schmitt verschrikkelijk als trouw lid van de katholieke kerk. Zijn tweede vrouw was Servisch (orthodox) dat mocht niet van de katholieke kerk. Dat maakt waarom Schmitt zo interessant, hij beroept zich op een heilige traditie, maar zet zich er ook tegenaf.
Vindt Schmitt dat we de mens als uitgangspunt moeten nemen?
Volgens Schmitt is het problematisch. Je kunt het niet over politiek en politieke orde hebben, met het uitgangspunt de mens. Dat maakt Schmitt anti-humanist. Is de mens gevaarlijk of ongevaarlijk? Schmitt introduceert een digogemie: het is of het een of het ander. Schmitt vindt dat je een keuze hierin moet maken.
Waar berust het liberalisme op volgens Schmitt?
Het liberalisme berust op het ontkennen van het politieke. Het is een stroming die doet aan neutralisering en depolitisering. Depolitisering is zelf politiek. Niets is vanuit zichzelf neutraal, omdat het geneutraliseerd is. Godsdienst is geneutraliseerd, maar het is een politieke daad om die godsdienst te neutraliseren. Dat zorgt ook voor ophef, omdat er mensen zijn die het proberen te neutraliseren. Neutraliteit is zelf nooit politiek neutraal.
Dan komen we bij de vaststelling dat alle politieke theorieën uit gaan van de slechtheid van de mens. Het is een soort cirkelredenering. Ook Hegel zou volgens hem uitgaan van de mens als een slecht wezen. De staat is namelijk nodig om de burgerlijke samenleving in toom te houden. Maar Hegel laat zijn dubbele gezicht zien. Hegel probeert niet dichotoom te denken (niet in termen van of of).
In hoeverre is Schmitt verwant aan de Marxistische traditie?
Het liberale burgerlijke individu wil niet dat er zoiets als dienstplicht, niemand wil sterven in de oorlog. Liberale individuen zijn geneigd te denken dat dat ook niet nodig is. Als er een toestand van oorlog is dan wordt er gerealiseerd dat de staat de mogelijkheid heeft om mensen de oorlog in te sturen.
Schmitt heeft het kort over natuurrecht, wat is hierin het verschil met betrekking tot Spinoza?
Spinoza is meer liberalistisch, omdat hij voor een vrije staat is. Hij overweegt positieve vermogens van mensen. Dus hoe verhoudt dit zich tot het verhaal van Schmitt. Schmitt benadrukt opnieuw dat politiek denken voortdurend over concrete mens groepen gaat. Hij verwijst hier expliciet naar Hegel. Je ziet duidelijk dat het politiek denken op een politieke manier moet denken volgens Schmitt. Politiek denken en politiek instinct zijn dus zowel theoretisch als praktisch te toetsen aan het idee van vriend en vijand. Dat mag je dus ook doen bij Schmitts zijn eigen theorie. Dat is bij Schmitt wel, want zijn grote vijand is het liberalisme.
Op welke manier zijn liberalisme en democratie met elkaar in tegenspraak?
Er zijn veel filosofen die zeggen dat ze los van elkaar staan en spanning hebben. Maar Schmitt gaat verder: het is met elkaar in tegenspraak. In ieder consequent liberalisme daar ligt een negatie van het politieke besloten. Bij vriend en vijand gaat het over groepen en niet over menselijke individuen. Dat is voor hem de reden dat het liberalisme alleen tot het negatieve komt. Er kan geen liberale politiek zijn, er kan alleen liberale kritiek zijn. Liberalisme is depolitisering. Depolitisering is zelf politiek. Depolitisering kan helemaal niet. Maar het liberalisme probeert dat. Voor Schmitt is 1848 heel relevant, toen waren er veel liberale revolutie (ook in NL, de grondwetswijziging van een liberale democratie). Een liberale democratie is volgens Schmitt fout. Dan worden water en vuur met elkaar gemengd. Als je kijkt naar de NL politiek, dan lijkt NL een liberaal land. In die zin is de hele NL politiek liberaal (er is geen enkele partij die tegen het liberalisme is). De discussies gaan over economie en ethiek en niet over echt politieke vragen: vriend en vijand. Wat is nou de meest typerende partij voor het huidige tijdperk: D66. Die maken zich druk over het welzijn van de economie, toekomst van het bedrijfsleven en aan de andere kant over dingen als euthanasie, godsdienstvrijheid (ethische kwesties).
Waarom is het politieke onontkombaar?
Je kunt doen alsof het er niet is, maar dat lukt je niet. Je kunt niet echt depolitiseren, want dat is een vorm van een politiek. Het is een illusie. Politiek is onderdeel van het menselijke noodlot. Economie is iets politiek geworden. Liberalisme wilde de sfeer van de economie te depolitiseren. Maar dat lukt niet, want dan wordt de economie zelf iets politiek.
Wat zegt Schmitt over economisch imperialisme?
Na het verdrag van Versailles (1919) verloor Duitsland al haar koloniën. Maar de andere landen in Europa hadden wel nog haar koloniën. In die context heeft Schmitt het over economische imperialisme. Dat verklaart waarom Schmitt zo kritisch is over wereldvrede. De wijze waarop iets ontstaat als een vredesklok dat de oorlog zelf buiten de orde moet plaatsen. De tegenstander heet geen vijand meer, maar een verstoorder van de vrede wordt buiten de wet en buiten de mensheid geplaatst (dehumanisering). Een oorlog wordt dan gevoerd ter bescherming of uitbreiding van economische machtsposities en die moet middels propaganda gevoerd worden.