Vijfde college: Schmitt Flashcards
In het schrijven van Schmitt zitten grote spanningen, op welke manier?
Veel theoretici lezen Schmitt als volgt: elk domein (economie, kunst, religie) heb elk hun eigen deel en daar overheen zit de dimensie van het politieke en daar overheen zit de mogelijkheid van conflict en eendracht. Over vriendschap heeft Schmitt het vrij weinig, hij benadrukt vooral het vijandschap. Met betrekking tot ieder onderwerp uit elk van die andere domeinen kan politieke strijd ontstaan. Strijd die in het uiterste geval kan uitlopen op gewapende strijd: oorlog. Als het klopt dat Schmitt het beste langs die lijn kan interpreteren, is het nooit zo dat het politieke naast het economische of religieuze staan. Het is van andere aard. Dat wordt misleidend op het moment dat je zegt: je moet als samenleving op de een of andere manier iets met de politieke dimensie (die moet je een plek geven). Als je dat doet creëer je een nieuwe sfeer: politiek. Die staat wel naast kunst, religie, recht, etc. Daar zit spanning dat is lastig. Daarom: maak een duidelijk onderscheid tussen politiek en het politieke!
Leg het onderscheid tussen politiek en het politieke aan de hand van kunst uit.
Over kunst krijg je makkelijk discussie: sommige vinden het mooi en andere niet. Het kan hoog oplopen. Stel je hebt een toneelstuk waarin de vloer aangeveegd wordt met de liberale democratie. Sommige vinden dit ondermijnend en vinden dat te ver gaan. Denk aan de cartoons over de profeet Mohammed. Als je puur vanuit esthetiek kijkt, dan denk je: leuke cartoon. Maar het gaat over een politiek meningsverschil. Er zit een kant aan van het politieke: het kan uitlopen op een meningsverschil. Je kunt de diverse terreinen niet echt neutraliseren. Zo’n neutralisering is zelf nooit neutraal. Het kan leiden tot strijd. Wat je kunt doen in een bepaalde samenleving dat neutraliseren. Als je kijkt naar hoe mensen in onze samenleving kijken naar een kathedraal. Daar vind je beelden van heiligen en duivels. Voor ons zijn dat kunsthistorische objecten. Voor mensen in de middeleeuwen waren dat waarschuwingen, dat had een politieke dimensie. Daar waar wij kijken naar kunsthistorische objecten daar was dat in die tijd heel anders.
Wat is het punt van Schmitt?
Op het moment dat iemand de politieke dimensie activeert, is er geen ontsnappen aan. Niemand kan aan die consequentie ontsnappen. Het is voldoende wanneer dat van een kant komt. Als ik iets doe wat iemand anders hoog opneemt en er een politiek punt van maakt. Dan kan ik honderd keer roepen dat het niet de bedoeling is, maar het is voldoende dat de ander zegt dat het politiek belang is. Er is maar een partij nodig om een vriend- vijandschap te creëren.
Kun je politiek neutraliseren?
Politiek als systeem of als geheel van handelingen en instituties, wordt een terrein naast die andere terreinen. Dat is een antwoord op het dimensie van het politieke. Dat wat bij Schmitt de staat heet (kan niet gedacht worden zonder het politieke) is om op een acceptabele manier om te gaan met het dimensie van het politieke. Je kunt niet echt neutraliseren; de dimensie die blijft. Dus je moet het politieke onder de duim houden (inperken). Het bestaan van een veelvoud van politieke partijen bijv. in NL. Is een manier om vorm te geven aan het politieke. Het heeft een vorm, waardoor de ergste angel er is uitgetrokken. Zo zou je Schmitt kunnen lezen. Echte neutraliteit is onmogelijk. De suggestie van neutraliteit is dus altijd verhullend. Schmitt blijft er van overtuigt dat de duivel bestaat en die moet je bestrijden. De slechtste manier van bestrijden is doen alsof het niet bestaat.
Waarom begint Schmitt over het antropologische?
hij gaat uit van een katholiek denkkader waarbij de mens door God geschapen is. God is almachtig. Alle geweldsuitoefeningen staan uiteindelijk in een theologisch kader. De reden waarom Schmitt de antropologie neutraal stelt is dat politieke theorieën ingedeeld kunnen worden aan de hand van het denkbeeld over de mens. De mens is slecht of goed. Als de mens slecht is moet je de mens in het gareel houden. Als de mens goed is, hoef je alleen maar op te treden bij misverstanden. Denk aan de mobilist in Trier in Duitsland. Als er niet zulke gekken zijn, dan had je geen staat nodig. Mensen zijn van nature goed, etc. Een overheid is dan alleen nodig voor de noodgevallen en om het maatschappelijk verkeer mogelijk te maken. Denk aan de nachtwakersstaat van het liberalisme. Het antropologische punt is voor Schmitt beslissend. Een politieke theorie die niet uitgaat van de slechtheid van de mens is geen politieke theorie. Dus liberale staten zijn geen echte politieke staten. Mensen moeten naar de overheid luisteren. Mensen handelen niet goed uit zichzelf, omdat ze daar een stok voor nodig hebben. Dit moet opgaan in theologie bij Schmitt, want de mens is geschapen door God. Via de antropologie en theologie komt Schmitt bij het recht. Dit is een logische stap, want het is een goddelijk recht.
Waarom denkt Hegel niet consequent politiek volgens Schmitt?
Bij Hegel wordt uitgegaan van de slechtheid en de goedheid van de mens. Volgens Schmitt denkt Hegel niet consequent politiek. Bij Schmitt past bijv. de familiesfeer niet. Daardoor zou Hegel twee kanten hebben. Hegel balanceert de twee zaken en de driedeling.
Wat heeft Schmitt zelf voor ogen met binnenlandse politiek?
Je kunt het politieke (dimensie van mogelijk conflict) kun je niet uitschakelen. Die kun je wel overheersen. Je kunt een overheid en staat hebben die zorgt dat het niet opspeelt. Het is heel vervelend als je brandend maagzuur hebt, maar dat raak je niet kwijt. Dat is er. Het is een kwestie van verstandig eten om te voorkomen dat het maagzuur erger wordt. Het politieke is net zoiets als maagzuur; je komt er niet vanaf en het is in principe mogelijk. De vriend en vijand is dat we überhaupt een politieke gemeenschap vormen. Op de een of andere manier reduceren we de mogelijkheid van conflict met de staat, mensen kunnen dat niet zelf. Op dit punt is hij Hobbesiaans. Mensen kunnen onderling niet komen tot vreedzame houdingen, daarvoor is een staat nodig (of een soevereine macht). Het is vorm van het politieke uitschakelen, zoals je een tegenstander uitschakelt. Maar die tegenstander kan altijd weer opstaan. Voor het moment is het geneutraliseerd, maar niet verdwenen het kan altijd opnieuw optreden.
Hoe ziet het liberalisme kwaad en welke kritiek heeft Schmitt hierop?
Staat en politiek vanuit het liberalisme wordt gezien als een kwaad, noodzakelijk kwaad, maar als kwaad dat beperkt moet worden. Staatsgezag is in principe ongewenst. Die sterke staat wil eigenlijk niemand, volgens het liberalisme. Denk aan Hobbes en Locke: contracttheorie. Hobbes denkt veel meer aan de mens als slechtheid. Vrije markt en individuele verantwoordelijkheid als basis voor een samenleving is politiek om dat in te brengen. In die zin is het liberalisme politiek, maar het komt niet tot een positieve conceptie in de staat. Doordat het de staat als iets negatiefs ziet: het is eenmaal noodzakelijk om misdaad te voorkomen. Het liberalisme zoals Schmitt het interpreteert kan geen positief begrip van staatsmacht ontwikkelen, omdat staatsmacht een inbreuk in de vrijheid is. Het is niet iets dat vanuit het theologische kader iets goed is. Voor Schmitt is de staat in zekere zin de vertegenwoordiger van God op aarde. De staat moet zorgen dat we enigszins in de buurt blijven van die toestand.
Wat is economie en ethiek volgens Schmitt?
Economie: nuttige en schadelijke. Ethiek: goede en het kwade. Economie en ethiek staan dus los van elkaar. Maar in zekere zin komen ze samen. In de ethiek hebben we ook morele oordelen over het economische. Daar schuurt het tussen het economische en het ethische domein. Denk aan de tekst van Hegel. Hegel maakt duidelijk dat economische transacties helemaal volgens de regels zijn en toch moreel slecht zijn. Stel je hebt een bijbaan in de horeca. Vanwege corona wordt je salaris gehalveerd. Dat is economisch gezien een logisch gevolg van de huidige crisis, maar ethisch gezien kan het anders zijn. Ethiek en economie zijn heterogeen, soort verschillend. Ze staan niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. En ze bevatten beiden het dimensie van het politieke. Er kan bij beiden strijd ontstaan. Bij economie noemt men strijd concurrentie en bij ethiek noemt men dat discussie. Daarmee heb je het probleem niet opgelost volgens Schmitt.
Wat is de grootste kritiek die Schmitt op het liberalisme heeft?
Het liberale denken is wezenlijk politiek. Het liberale denken bevat zelf ook die mogelijkheid van vriend- en vijand. Je kunt tegen het liberalisme zijn. Maar het liberalisme verhult dat, ze doen alsof dat niet kan. Op het moment dat je zegt dat je het niet eens bent met het liberalisme, dan heb je jezelf verklaard als een vijand van het liberalisme. Dus doen alsof strijd niet bestaat, kan niet volgens Schmitt. Er is altijd politieke strijd mogelijk. Het liberale denken is niet apolitiek, niets kan apolitiek zijn voor Schmitt. Maar het is een positie die het politieke ontkent, waardoor tegenstanders als achterlijk beschouwd worden.
Waaruit blijkt dat het liberalisme de dimensie van het politieke kwijt wil?
het wil individuele vrijheid primair stellen en zou de vijanden van het principe bestrijden. Er komt een tweede punt bij. Doordat het volgens Schmitt zo is dat het politieke niet bestreden worden, kunnen landen hoe liberaal ze ook zijn die dimensie niet ontkennen. Ze zullen mee moeten gaan in de internationale politiek, maar ze blijven dit ontkennen. Je kunt doen alsof het politieke niet bestaat, maar daarmee is het niet verdwenen. Liberale staten zijn daardoor genoodzaakt om strijd onder ogen te komen.