ww p.79 betekenis + perf Flashcards
clamare
roepen, schreeuw (clamavi)
audire
horen, luisteren naar (audire)
petere
gaan naar, aanvallen, vragen (petivi)
quaere
zoeken naar, vragen (quaesivi)
tacere
zwijgen (tacui)
exponere
uitstallen, tentoonstellen (exposui)
imponere
zetten, leggen op/in, opleggen (imposui)
esse
zijn (fui)
ardere
branden (arsi)
iubere
bevelen, opdragen (iussi)
manere
blijven, wachten (mansi)
ridere
lachen (risi)
cedere
weggen uit, verlaten (cessi)
decedere
weggaan, vertrekken (decessi)
dicere
zeggen, spreken, noemen (dixi)
abducere
afvoeren, wegbrengen (abduxi)
invadere
binnendringen, aanvallen (invasi)
ludere
spelen (lusi)
mittere
zenden, sturen (misi)
plaudere
klappen (plausi)
sumere
nemen, pakken, grijpen (sumpsi)
trahere
trekken, slepen (traxi)
vivere
leven (vixi)