ww p.111 betekenis + perf Flashcards
1
Q
arcessere
A
ontbieden, laten komen, halen (arcessivi)
2
Q
promittere
A
beloven (promisi)
3
Q
dimittere
A
wegzenden, vrijlaten (dimsi)
4
Q
considere
A
gaan zitten (consedi)
5
Q
accedere
A
naderen, lopen naar (acessi)
6
Q
fundere
A
uitgieten, bevochtigen (fudi)
7
Q
spargere
A
besprenkelen (sparsi)
8
Q
favere
A
gunstig gezind zijn (favi)