Werkgroep 3 - De cel aan het werk Flashcards

1
Q

Vloeibaarheid van een celmembraan

A

Is vloeibaar als er veel onverzadigde vetzuren in zitten -> knik in staarten levert ruimte op.
Vloeibaarheid komt van korte fosfolipidenstaarten en overzadigde koolstofverbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Opbouw celmembranen

A

Bevat 50x meer lipiden dan eiwitten maar deze zijn klein dus eiwitmassa is 50%
Spectrine is een cytosolische eiwit onder het celmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Buitenmembraan en binnenmembraan

A

Deze hebben verschillende samenstellingen van lipiden gereguleerd door:
Scramblase verplaatst een deel van de fosfolipiden naar de andere kant van het membraan zodat het evenredig is
Flippase zorgt vervolgens dat de juiste fosfolipiden aan de juiste kant zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kwaliteitscontrole ER

A

Chaperone-eiwitten controleren eiwitten op hun 3D structuur en als ze niet goed gevouwen ofs zijn dan worden ze in het membraan gehouden.
Als ze uiteindelijk alsnog niet goed gevouwen zijn gaan ze naar proteasomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly