Hoorcollege 6 - CML en tumorpathologie Flashcards
Carcinoma in situ
Een ernstige dysplasie van epitheel, dat over de hele breedt van het epitheel ligt maar nog niet door de basaalmembraan heen is.
- Hooggradige dysplasie wat nog niet invasief is
Kenmerken benigne
- Intact en egaal oppervlak
- Scherp begrensd
- Groeit naar buiten/ boven
- Niet destructief (tast omliggend weefsel niet aan)
- Homogene binnenkant
Maligne kenmerken
- Uiterlijk = invasief, grillige grenzen en binnenkant is niet homogeen
- Invasieve groei = desmoplastisch stroma (weefsel rondom reageert op tumor) en angioinvasie (tumor ligt in bloed- of lymfevat)
- Metastering
Metastering
Alle maligne tumoren moeten behandeld worden vanwege invasieve groei, ookal metasteren niet alle malgine tumoren:
- Glioom (hersentumor)
- Basaalcelcarcinoom
Histologische kenmerken die vaker te zien zijn bij malgine tumoren
- Differentiatie (weefsel lijkt niet meer op oud weefsel)
- Pleiomorfie = cellen hebben allemaal andere grootte of vorm
- Afwijkende kernmorfologie = hyperchromasie (donkere kleuring kernen), nucleoli en verstoorde kern-cytoplasma ratio
- Delingsactiviteit
- Necrose
- Verlies van architectuur
Naamgeving
- Epitheel kwaadaardig = -carcinoom
- Mesenchym kwaadaardig = -sarcoom
- goedaardig = -oom
Vetweefsel
goed = Lipoom
kwaad = liposarcoom
Bindweefsel
goed = Fibroom
kwaad = Fibrosarcoom
Bot
goed = Osteoom
kwaad = Osteosarcoom
kraakbeen
Goed = Chondroom
kwaad = Chondrosarcoom
Glad spierweefsel
Goed = Leiomyoom
Kwaad = Leiomyosarcoom
Dwarsgestreept spierweefsel
Goed = Rhabdomyoom
Kwaad = Rhabdomyosarcoom
Endotheel
Goed = Angioom
Kwaad = Angiosarcoom
Naamgeving epitheel Benigne
- Vingervormige uitstulpsels -> Papilloom
- Buisvormende -> Adenoom
- Cystevormend -> Cystadenoom
Naamgeving epitheel maligne
epitheeltype + carcinoom
- Plaveiselcelcarcinoom
- Basaalcelcarcinoom
- Urotheelcelcarcinoom