Werkgroep 1 - De cel en zijn moleculen Flashcards

1
Q

Collageen

A

Bestaat uit 3 lange polypeptideketens, waarvan elk 3e aminozuur glycine is, zit in het centrum met een H-atoom dat naar binnen wijst, hierdoor kunnen de 3 ketens strak om elkaar heen draaien
en meestal bestaat het uit de herhaling -Gly-Pro-Hyp-
- Proline en Hydroxyproline zorgen voor de niet-flexible structuur.
- de periodiciteit is 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hemoglobine

A

Bevat 2 alfa-globine en 2 bèta-globine waartussen een bindingsite met een heemgroep en ijzeratoom. Elk hemaglobine kan dus 4 zuurstofmoleculen vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hemoglobine

A

Bevat 2 alfa-globine en 2 bèta-globine waartussen een bindingsite met een heemgroep en ijzeratoom. Elk hemaglobine kan dus 4 zuurstofmoleculen vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lysozymen

A

Breken polysachariden in de celwanden van bacteriën af, door middel van hydrolyse. Het bevat een actief centrum waar polyschariden precies in past.
Het is nodig om de activeringsenergie van de reactie te verlagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eiwitfamilies

A

Hebben een vergelijkbare aminozuurvolgorde en 3Dstructuur met andere familieleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Serineproteases

A

Knippen eiwitten waarbij serine onderdeel is van het actieve centrum.
Ze hebben kleine verschillen in structuren waardoor ze voor verschillene structuren specifiek zijn en dus andere eiwiten knippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Denaturatie eiwit

A

Als een eiwit in een zuur milieu komt verbreken de waterstofbruggen waardoor het zijn secundaire en tertiaire structuur verliest.
Hierbij is DNA een groter slachtoffer dan eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly