Interactief college 3 - Embryonale ontwikkeling Flashcards
Klievingsdelingen
Zygote deelt zichzelf na bevruchting. Na 4 dagen zijn er ongeveer 30 blastomeren (dochtercellen) en dan heet dit de morula:
- Trofoblast = gevormd door cellen die aan de buitenkant zijn gaan liggen
- Embryoblast = gevormd door cellen die aan de binnenkant zijn gaan liggen
Embryoblast
- formatieve cellen = vormen uiteindelijk het embryo
- niet-formatieve cellen = vormen de extra-embryonale membranen en de placenta
Blastocyt
Vanaf dag 4 neemt de morula water op en ineen holte vormt waarin de embryoblast zich 1 kant als klompje cellen bevindt
Nidatie (innestelen)
- 6 dagen = aan de wand gehecht en trofoblasten een embryo kant worden syncytiotrofoblasten en de andere cytotrofoblasten
- Afbraak zona pellucida = embryo scheidt degraderende enzymen af en de blastocyt komt eruit (hatching) en kan echt innestelen
- Syncytiotrofoblasten trekken blatocyt mee de baarmoederwand in op zoek naar een moederlijk vat, en hoe dieper hoe meer dingen de blastocyt omringen
- Coagulatie plug = plek aan abembryonische kant waar geen syncytiotrofoblasten zitten
2-lagige kiemschijf/ bilaminaire blastoderm
- Epiblast (blauw); de buitenste laag bestaat uit cilindrisch epitheel
- Hypoblast (geel); onderste laag bestaat uit kubisch epitheel en is het primitef endoderm
Amnionholte
Vormt na 8 dagen en ontstaat als vloeistof zich verzamelt tussen de cellen an de epiblast en de trofoblast. Het amnionvlies scheidt de trofoblast van de holte en t vlies hiervan zal vruchtvliezen vormen
Primitieve streep
Vormt dag 14-15, is een verdikkig door ophoping van epiblasten met een groef erin. Het craniale einde is de primiteve knop
Gastrulatie
Epiblasten gaan in de primitieve groeve (ingressie) en worden hier mesenchym. De eerste laag vervangt het hypoblast en wordt het endoderm. Op dag 16 vormt het mesoderm zich op het endoderm en de overige epiblasten worden daarop het ectoderm
Versmeltingen ectoderm met endoderm (week 3)
Orofaryngeale membraan = vormt zich craniaal, wordt mondholte
Cloacale membraan = vormt zich caudaal, wordt anus
Ectoderm
- Zenuwstelsel
- Epidermis
- Nagels
- Haren
- Klieren
Mesoderm
- Skelet en beenmerg
- Spieren
- Bindweefsel
- Milt
- Hart- en vaatstelsel
- Urogenitaalstelsel
- Lymfevaten
- Nieren
Endoderm
- epitheel van spijsverteringsklieren
- epitheel van maag-darmkanaal
- epitheel van luchtwegen
- lever
- longen
- blaas
Chorda dorsalis (mesoderm)
Draagt bij aan de vorming van tussenwervelschijven
Paraxiaal mesoderm
- somieten = ontwikkelt tot wervels, spieren van romp en ledematen en de dermis van de romp
- Kopmesoderm = ontwikkelt tot spieren van het hoofd
Intermediair mesoderm
Ontwikkelt tot urogenitaalstelsel en nieren