Welke verschillende soorten pijn zijn er en wat is pijninformatietransmissie? Flashcards
28b Activeert sympaticus
stijging van hartslag en bloeddruk, daling van doorbloeding van de huid
28b Terugtrekreflex
pijn beschermt voor grote schade
Acute pijn; komt vlug op maar verdwijnt ook relatief snel
Chronische pijn; niet altijd correcte waarschuwing, blijft langer aan houden
Weinig pijn betekent niet dat er weinig schade is
28b Pijngedrag
is grotendeels reflexmatig maar verbonden met limbisch systeem
28b Pijnreceptoren in vrije zenuwuiteinden
sensorische zenuwvezels
Meestal gestimuleerd door extreme temperaturen, sterke chemische/mechanische stimuli
28b Pijnreceptoren
- Directe activatie; door beschadiging
- Indirecte activatie; vrijzetting van chemische substanties in beschadigd weefsel
28b Soorten pijn
- Nociceptieve pijn (waarneming van buitenaf, reactie van lichaam); activatie pijnreceptoren
Opgewekt door extreme temperaturen, chemische of mechanische stimuli
Somatische pijn - oppervlakkig; huid
- diepe pijn; skeletspieren, bindweefsels, beenderen en gewrichten
Viscerale pijn - ingewanden door passieve distensie of extreme contracties
- Neurogene pijn; doordat zenuwactiepotentiaal afkomstig is van andere delen van de pijnbanen
in plaats van vrije zenuwuiteinden.
28c Prikkelgeleiding in pijnbanen
- cellichamen liggen in spinale ganglia in de dorsale takken van de spinale zenuwen
- pijnafferenten excitatorische synaps met neuronen pijnimpulsen naar hersenstam of
thalamus - afferente informatie en pijn zijn twee aparte banen
Pijn schakelt niet uit maar zorgt voor beïnvloeding door neurotransmitters
28c Hersenstam
- formatio reticularis wordt geactiveerd bij bewust zijn houden/alertheid
28c Thalamus
- pijnprikkel naar specifieke cortexgebieden bewuste pijnperceptie
Hoe hoger de pijngrens, des te meer inhiberende inwerking op de interneuronen
28c Beïnvloeding van neuronen
- Werking op eerste synaps in de dorsale ruggenmerghoorn
- Verhinderen neurotransmitter vrijzetting uit pijnvezels (daling van signaaltransductie)
28c Gate cells
controleren de synaps, 1e synaps opent of sluit de ‘ poort’
Activatie van de gate cell doet de poort dicht van pijnprikkel afzwakking van de pijn
28c huidstimulatie
beïnvloeding van andere zenuwvezels vertakkingen voor activatie gate cells
- ook vanuit centraal kan stimulatie plaats vinden
28c Inhiberende transmitter uit gate cells
enkehaline (opioid)
- presynaptische zenuwuiteinden van zenuwvezels bevatten opioidreceptoren
- kan signaaltransmissie moduleren; vrijstellen van opioiden
- morfine; bindt aan opioidreceptoren in CZS activatie pijn-modulatiesysteem
28c sensitiseren
vermakkelijken van pijngeleiding bij blijvende stimuli (prostagladinevorming)
28c hyperalgesie
verhogen pijnperceptie, overgevoeligheid (ontsteking) kan leiden tot chronische
pijn