Wat is de functionele opdeling en werking van het autonome zenuwstelsel? Flashcards

1
Q

Onbewuste controle over gladde spieren, hartspier en kliercellen, gebaseerd op reflexen

A
  • sensorische afferent  integratiecentrum  motorische efferent  effectorcel
  • motorisch ceel is somatisch of autonoom
  • heeft twee zenuwvezels; synaptisch (somatomotorisch heeft 1 zenuwvezel)
  • stimulerend of inhibirend (ipv alleen stimulerend)
  • controleert inwendig milieu en mobiliseert reserves
     homeostase! Oiv negatieve terugkoppeling
    Veel sensoren ingesloten in autonome en somatische reflexbogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly