Wat is de functionele structuur van het oog en zijn onderdelen? Flashcards
1
Q
34 Oog en cornea
A
lenssysteem dat licht focusseert op retina achter het oog
Na vorming scherp beeld op de retina, via n. opticus naar centraal
2
Q
34 Hersenen
A
beeld verwerkt tot subjectieve visuele impressie
3
Q
34 Wand van oogbol; 3 lagen
A
buitenste laag = sclera
middelste laag = choroidea
binnenste laag = retina
4
Q
34 buitenste laag = sclera
A
- vervangen door transparante cornea aan voorzijde
- naast cornea = wit van oogleden
- beweegbare oogleden
- bescherming van ogen
- bevochtigen van cornea met traansecreet
- membrana nictitans = derde ooglid (mens niet)
- retractor-spier tussen oogbol en oogkaswand;
- oogbol naar binnen, vetweefsel naar binnen, derde ooglid voor oogbol geduwd
5
Q
34 middelste laag = choroidea
A
- bloedvaten voor bloed voorziening van de binnenkant van het oog
- tapetum lucidum; reflecteert opnieuw licht in oog (nachtkijken)
Stijging van lichtgevoeligheid, daling van gezichtsscherpte - voorste deel gaat over in iris omringt de holte (pupil)
- radiale spierlaag contractie; pupildilatatie = mydriasis = openen
- circulaire spierlaag contractie; pupilvernauwing = miosis = dicht gaan
- circulair ciliair lichaam (net achter iris)
- veel gladde spieren
- in ciliair lichaam; lens aan dunne fibreuze ligamenten
- verdeelt in voorste oogkamer; gevuld met waterig vocht
- voeding en opspanning van cornea
- circulatie belangrijk
- achterste oogkamer; gelatineus glasachtig lichaam
6
Q
34 binnenste laag = retina
A
lichtgevoelige sensorische cellen en verschillende types van neuronen (synapteren met elkaar)