Belangrijk; zie HFST 3 233 Flashcards
23
- cellichaam eerste preganglionaire neuron in hersenstam of ruggenmerg
- synaps+postganglionaire neuron in autonome ganglia
23 Negatieve terugkoppeling
- integratiecentrum; verschil sensorische input en referentie waarde minimaliseren
Homeostase van inwendig milieu - mobiliseert lichaamsreserves bij stress
- sympatisch vs parasympatisch zenuwstelsel
23a
Sympatisch
23a cellichamen van preganglionaire neuronen
aterale hoornen van lumbaal/thoracaal
ruggenmerg
23a 3 prevertebrale ganglia
ventraal van ruggenmerg
liggen als parelsnoer gerangschikt lans ruggenmerg
Bijnier directe verbinding vanuit ruggenmerg; alleen presynaptische verbinding
Kliercellen; gemodificeerde postganglionaire sympatische neuronen zonder axonen
23a Presynaptisch
ALTIJD ACh
23a Postsynaptisch
(nor)adrenaline
23a Presganglionare synaptische vezels met elkaar verbonden
sympatische ganglia
- veranderingen van sympatische activiteit verschillende organen bereiken
- kan ook indivueel beïnvloeden
23b
Parasympatisch
23b 2 gebieden
hersenstam of sacrale ruggenmerg - functie per orgaan - ganglia in wand of dichtbij doelorgaan - geen verbinding tussen de ganglia Ach
23b Enterisch zenuwstelsel
complexe neuronen plexus; bevat sensorische cellen en motorneuronen
regeling van activiteit van gladde spieren
23b Alle perifere zenuwvezels met cellichamen IN CZS gebruiken
acetylcholine
23b Postganglionaire sympatische vezels
noradrenaline
23b zweetklieren; cholinergisch
acethylcholine
23b bijnieren; adrenergisch
adrenaline in bloedbaan