Hoe werkt signaalcodering en transmissie? Flashcards
26 Meeste sensorische cellen zijn zeer gevoelig
1 foton voldoende om RP te generen
26 Bewuste sensorische perceptie
zicht, gehoor, reuk, smaak, tast
26 Bewuste componenten
waarneming temperatuur en evenwicht
26 Overige; onbewust
homeostase en controle van spierbewegingen
26 Signaaltransmissie
Stimulus weefsel rondom de cel receptor van membraan sensorische cel membraan
van
vervorming transductie/amplificatie codering
sensorische zenuwvezel zenuwimpuls naar centraal zenuwstelsel
Omzetting gebeurt in sensorische cel, nodig voor opwekken RP AP
Kan versterkt worden door bijvoorbeeld een second messenger
- Openen van ionenkanalen; weinig energie kosten, maar resultaat (ionenstroom) veel energie
opleveren
- Ook versterking door ionenpompen
26 Primaire sensorische cellen;
- doen alles zelf
- sensorische neuronen met sensorische receptoren; zitten in zenuwuiteinden
- heeft eigen axon naar CZS; zelf detecteren en eventueel AP sturen
- receptor membraan zelf geen AP; depolarisatie verspreiding naar receptormembraan (Na+)
Sterkere stimuli grotere RP hogere frequentie AP - receptormembraan van zenuwuiteinde ongemyeliniseerd
26 Secundaire sensorische cellen;
- hebben geen eigen axon
- vormen synaps met sensorische zenuwvezels
- RP door verzetting van neurotransmitters uit sensorische cellen
- depolariserend RP sterkere stimulatie in sensorische cel grotere depolarisatie meer
neurotransmitter grotere synaptisch potentiaal in sensorische zenuwvezel - hyperpolariserend RP sterkere stimulatie in sensorische cel grotere
hyperpolarisatie minder neurotransmitter lagere synaptisch potentiaal in sensorische
zenuwvezel
26 Sensorisch systeem
som van meerdere sensorische cellen en gelijklopende zenuwvezels