week 9 HC.1 natriumreabsorptie Flashcards
Wat is het belangrijkste kation in de ECF?
Na is belangrijkste kation in de extracellulaire bloeistof en bepaalt daarmee ECF.
Wat is het gevolg van verlies van Na (door bijv. zweten, diarree, urine)
Verlies van Na (via zweet, braken, diarree, urine,…) leidt tot een verminderd ECF: hypovolemie (extreem: hypovolemische shock).
Waarom is regulatie Na-balans zo belangrijk?
Regulatie van Na-balans is belangrijk voor de regulatie van het ECF (volumeregulatie) en daarmee voor de regulatie van bloeddruk en orgaanperfusie.
Hoe is de verdeling van Na in het lichaam?
Verdeling van Na in het lichaam:
- 10% plasma
- 30% interstitiële vloeistof
- 30% bot (nonexchangeable; opgeslagen en gebufferd aan GAG’s), 15% bot (exchangeable)
- 2,5% intracellulair, 2,5% transcellulair
Wat zijn de evolutionaire- en welvaartsuitdaging m.b.t. Na?
Evolutionaire uitdaging: dreigend water- en zouttekort (dehydratie en hypovolemie) -> systeem: Na-reabsorptie
Welvaartsuitdaging: excessieve zoutinname (hypertensie, hart-, vaat-, en nierziekte)
Hoe meet je een Na tekort?
- NIET door het meten van de plasma natriumconcentratie (maat voor waterbalans)
- Tekort -> verlaging ECF -> hypovolemie -> verlaagde BD, orthostase, verlengde capillary refill, verminderde huidturgor, droge slijmvliezen
Hoe meet je Na overschot?
- NIET door het meten van de plasma natriumconcentratie (maat voor waterbalans)
- Overschot -> toename ECF -> zoutgevoelige hypertensie, oedeem, toename lichaamsgewicht
Waar bevinden zich de sensoren voor dreigend Na-tekort?
Sensoren voor dreigend Na-tekort zitten in het vaatstelsel (baroreceptoren), in de hersenen en de nieren (macula densa, renine).
Waar is het bulktransport van Na-reabsorptie?
proximale tubulus
Wat is het voordeel van gereguleerde reabsorptie t.o.v. bulktransport?
Kwantitatief minder Na-reabsorptie, kwalitatief steeds beter
Hoe wordt de Na-reabsorptie door de nieren gereguleerd?
Na-reabsorptie door de nieren wordt gereguleerd door de combinatie van glomerulotubulaire balans, tubulo-glomerulaire feedback en het renine-angiotensine-aldosteron systeem.
Waar zorgt tubuloglomerulaire feedback voor?
Tubuloglomerulaire feedback zorgt voor een constant Na-aanbod aan het distale nefron.
Hoe werkt tubuloglomerulaire feedback?
- Negatieve feedback loop van macula densa naar glomerulus om de glomerulaire filtratiesnelheid te reguleren
- Stabiliseert zo het water- en zoutaanbod aan het distale nefron (zodat dit reguleerbaar is)
Wat is er met de TGF bij diabetische nierschade?
- Gestoorde TFG bij diabetische nierschade (SGLT2 remmers, gliflozines; remmer hyperreabsorptie van glucose, NaCl en water)
Hoe werken diuretica (Natriuretica)?
Diuretica (natriuretica): farmacologisch remmen van natrium reabsorptie (stimuleren natriumexcretie). Blokkeren natriumtransporters in de nier (distale nefron) om zo natriumreabsorptie te verminderen.
Wat zijn de indicaties voor diuretica?
Indicaties diuretica: hypertensie, hartfalen, levercirrose, nierfalen, nefrotisch syndroom
Wat zijn de aangrijpingspunten van diuretica?
Aangrijpingspunten: proximale tubulus (CAI; niet erg effectief want gecorrigeerd in macula densa), distale tubulus, verzamelbuis, dikke dalende deel lis van Henle.
Wat houdt het ‘the braking phenonomen’ in?
Afname natriuretisch effect van diuretica (the braking phenomenon), andere mechanismen gaan compenseren.
Wat is er aan de hand bij diureticaresistentie?
Diureticaresistentie: geen effect diureticum ondanks maximale dosering. Aanpassing nieren diureticagebruik: post-diuretica NaCl reabsorptie, ‘braking’ fenomeen en diureticaresistentie.
Wat zijn de oorzaken van diureticaresistentie?
Oorzaken:
- Diureticum bereikt de tubulus niet
- Tubulus reageert niet op het diureticum: activatie renin-angiotensine-aldosteron syteem, nefronremoddelering, nierinsufficiëntie
Wat zijn oplossingen voor diureticaresistentie?
Oplossingen:
- Zoutbeperking
- 2e diureticum
- Intraveneuze toediening
Hoe meet je iemands zoutinname?
24h urine opvangen
Wat is het maatschappelijke en klinische probleem van teveel zout in de voeding? en wat zijn mogelijke oplossingen?
Te veel zout in de voeding is maatschappelijk en klinisch probleem: zoutgevoelige hypertensie, oedemateuze ziekten (hartfalen, leverfalen), chronische nierschade. Oplossingen: zoutbeperkt dieet en K-verrijkt zout.