week 6 HC.6 Zuurbase evenwicht en transport van bloedgassen Flashcards
Wat is het probleem bij transport van bloedgassen?
Probleem: in bloed relatief weinig O2 en CO2 transport mogelijk vergeleken met de behoefte. Daarbij komt nog dat we in het veneuze bed niet alle zuurstof afgeven, maar deel zuurstof wordt afgeven bij passage capillaire netwerk. Er kan meer CO2 opgelost worden in bloed, maar slechts klein deel wordt afgegeven in longen.
Waardoor wordt de zuurstof transportcapaciteit bepaald?
Zuurstof transport capaciteit wordt bepaald door de hoeveelheid Hb.
Wat voor verband heeft de zuurstofverzadigingscurve van Hb?
sigmoïdaal verband.
Waarom draagt Hb niet bij aan de oncotische druk/ colloid osmotische druk? En wat is hier het voordeel van?
Hb draagt niet bij aan oncotische druk (colloïd osmotische druk) van bloed, want Hb zit in erytrocyten, hierdoor telt het als ‘een deeltje: de erytrocyt’ -> veel Hb transport zonder bijdrage aan vochtbalans
Hoe is hemoglobine opgebouwd?
Hemoglobine is een tetrameer: 4 globine-eenheden: 2 α en 2 β subunits (α- en - β globines). In elke subunit zit een heemgroep met een Fe2+-ion in het midden.
Welke 3 soorten Hb zijn er in adulte toestand?
3 soorten Hb in adulte toestand:
- HbA1= α2β2 (97%)
- HbA2= α2δ2 (2%)
- HbF= α2γ2 (1%) -> foetaal Hb
Hoe bindt heem met globine?
Via ijzer
Hoe zorgt de histidine groep voor sterische hindering? En wat heeft dit voor gevonden voor de affiniteit van heem-ijzer met O2?
Aan de ene kant, Fe gebonden aan eiwit (proximale histidine groep) aan andere kant moet het O2 binden, maar O2 binding gehinderd doordat heemgroep in globine is ingebouwd en distale kant zit daar ook een histidine groep die zorgt voor sterische hindering. Hierdoor is O2 binding aan heem niet optimaal, O2 is gebonden onder bepaalde hoek (bepaald door sterische hindering histidine molecuul) -> affiniteit heem-ijzer voor O2 verlaagd -> O2 kan makkelijk loskomen.
Is er bij carboxyHb ook sprake van sterische hindering?
Bij carboxyhemoglobine, i.p.v. O2 is CO gebonden op ijzerplaats, ‘C’ heeft minder last van hindering want kleiner atoom, binding meer lineair.
Wat is het gevolg van toename zuurstofbehoefte ter plekke op de afgifte van O2 uit Hb?
En van een lagere zuurstofbehoefte?
Bij toename zuurstofbehoefte ter plekke: pO2 daalt -> meer O2 afgifte uit Hb.
Bij lagere pO2 neemt de binding van O2 aan Hb af, O2 wordt dan makkelijker losgelaten (sigmoïdaal verband).
Hoe ziet de verzadigingscurve van Myoglobine (Mb) eruit?
Verzadigingscurve van Mb is hyperbool
Wanneer geeft Mb O2 af aan spiermito’s?
Mb geeft O2 af aan spiermito’s als pO2 extreem laag gedaald is, houdt O2 heel lang vast.
Wat zijn de verschillen tussen hemoglobine en myoglobine?
Hemoglobine: tetrameer, 4 heemgroepen, in rode bloedcellen, O2/CO2 transport
Myoglobine: monomeer, 1 heemgroep, in spieren, O2 opslag
Waarom bindt O2 sterker aan Mb dan aan Hb?
Als je O2 bindt/loslaat van Hb, vindt er een vormverandering plaats van subunit om O2 los te laten/te binden, maar omdat subunit vastzit aan 3 andere subunits (bij Hb), gaat dat lastiger. Dat bepaalt sigmoïdale curve. Myoglobine is een monomeer, dus conformatie wordt niet tegengehouden, dus bindt het O2 veel sterker dan Hb.
Door welk molecuul wordt vormverandering tegengegaan/bevordert?
binding Hb aan 2,3-BPG (2,3-bisphosphoglycerate, erg geladen molecuul), dat molecuul bindt 1:1 met Hb in centrale holte, waardoor alle 4 subunits hinder hebben van dit 2,3-BPG. 2,3-BPG ontstaat uit zijstap van de glycolyse, weggewerkt door 2,3-BPG shunt. Het is in 1:1 verhouding aanwezig met Hb in bloedcel.
Wat is de invloed van 2,3-BPG op de afgifte van O2?
2,3-BPG verlaagt affiniteit van Hb voor O2, zuurstof wordt afgeven.