week 6 HC.4 gasdiffusie Flashcards
Wat is het principe van diffusie?
O2 vanuit longblaasjes in bloed. passief proces door verschil in partiële druk
Bloed zuurstofarm capillair in (40 mmHg), verlaat capillair zuurstofrijk (102 mmHg, gelijk aan aveoli).
Wat is het principe van perfusie?
hoe goed is de long doorbloed
Hoeveel generaties heeft de long?
23
Wat is generatie 0-16?
0-16: geleidende luchtwegen= anatomische dode ruimte (150 mL)= geen gaswisseling
Wat is generatie 17-23?
17-23: gaswisselingszone (diffusie)
Wat gebeurt er met de stroomsnelheid van lucht richting de alveoli?
Naarmate de lucht naar de alveoli gaat neemt de stroomsnelheid af (groter oppervlak, 100 m^2).
Wat is de stroomsnelheid en de longblaasjes? en wat is hiervan de functie?
In de longblaasjes is de stroomsnelheid vrijwel 0 (gunstig voor gasuitwisseling).
Hoe kan ondanks verschillen in gas- en bloedvolume , het volume per tijdseenheid voor de alveolaire ventilatie en de bloedstroom (CO) beiden ongeveer gelijk zijn aan 5 L/min?
Door hoge bloedstroomsnelheid. De ventilatie/perfusie verhouding is ongeveer 1.
Hoe dik is de bloed-hersenbarriere?
Dun alveolo-capillaire membraan (0,3 µm).
In de wet van fick is Dgas de diffusie constante, door welke omstandigheden wordt deze beïnvloed?
• Dgas= diffusie constante
- Structuur membraan (alveolaire capillaire membraan)
- Chemische samenstelling membraan
- Temperatuur (lichaamstemperatuur
- Oplosbaarheid van het gas (Sol)
- Molecuulgewicht van het gas (wortel MW)
Wat is P1-P2 in de wet van fick?
P1-P2= verschil partiële druk O2 tussen alveoli (P1, 150 mmHg) en de capillair (P2, 40 mmHg)
Waar staan A, T en Vgas voor in de wet van Fick?
- Vgas= hoeveel gas per tijdseenheid (ml/min)
- A= oppervlakte van membraan
- T= dikte van membraan
Waar zijn diffusieprocessen van afhankelijk? En waarvoor moet gecorrigeerd worden?
Diffusieprocessen zijn afhankelijk van: diffunderende oppervlak, dikte lucht-bloedbarriere, drijvendde druk verschil (P1-P2), diffusieconstante (Dgas)
o Belangrijk om te corrigeren voor Hb (DLCOc)
Waarom diffusietest met CO en niet met N2O of O2?
Diffusietest met CO, want CO diffusie afhankelijk, bindt op gelijke wijze aan Hb, bindt 240x sterker als O2 aan Hb
- N2O (lachgas) perfusie afhankelijk
- O2 perfusie en diffusie afhankelijk
Hoe werkt de test om diffusiecapaciteit (D L,CO) te meten? en hoe wordt de O2-capaciteit uiteindelijk uitgerekend?
Patiënt krijgt gasmengsel toegediend, ademt gasmengsel in, patiënt ademt lucht uit (dode ruimte lucht uitblazen). Verschil in concentratie CO, dan weet je hoeveel CO is opgenomen in de longen, hiermee diffusiecapaciteit bepalen.
Tijdens een diffusietest wordt een CO-opname gemeten van 12 mL/min en een alveolaire Pco van 0,4 mmHg.
Diffusiecapaciteit CO: D L,CO= V’CO/ PA, CO= 12/0,4= 30 ml/min/mmHg
D L,O2= 1,23 * 30 ml/min/mmHg= 36,9 ml/min/mmHg
1,23= omreken factor i.v.m. ander molecuul gewicht en oplossingscoëfficient O2 t.o.v. CO