WCO kinderpsychopathologie Flashcards
Verschilt de ergotherapeutsiche aanpak tussen jongeren en volwassenen per pathologie?
De interventies die je gaat doen zijn op maat van je client, bij sommige pathologieën komt er veel overeen bij andere is dit verschillend.
Wat is het belangrijkste verschil tussen het brein van een jongere en dat van een volwassene wanneer je met jongeren en een psychiatrische stoornis werkt?
- De executieve functies (en eigenlijk ook de hele hersenen) zijn nog niet optimaal ontwikkelt; meer impulsieve emotionele reacties; plannen en organiseren en denken over een iets = grotere uitdaging
- Jij gaat ermee als therapeut gaan werken + Rekening met houden
Welke houding pas je toe bij het werken met kinderen?
- Net zoals bij volwassenen ga je je houding aanpassen aan de pathologie.
- dat hoe jonger het kind is hoe meer je gaat
voorstructuren
Wanneer je met kinderen en creatieve materialen werkt wat is er dan anders dan bij volwassenen?
- Voor kinderen is productgericht werken ook bij een inzichtgevende opdracht belangrijk
- Jonge kinderen tonen heel graag wat ze hebben gemaakt
-> heel belangrijk ook bij non-verbale kinderen, zeker als ze spontaan willen tonen wat ze gedaan hebben
Hoe behandel je kinderen met een psychische kwetsbaarheid het beste?
Betrek altijd de omgeving;
- ook als die de mede oorzaak is
- Ouders blijven ondanks wat er gebeurt vaak i/h leven v/h kind -> loyaliteitsgevoel
Hoe gaan we werken met kinderen en jongeren in opname?
- Pedagogisch leefklimaat
- Veiligheid
- Samenwerking met ouders
- Vasthouden van resultaten (evolutie van de jongere)
Welke kenmerken heeft een goed pedagogisch klimaat bij het werken met kinderen en jongere in opname?
- Steun en responsiviteit: Dit verwijst naar de relatie tussen de jongere/het kind en de pedagogisch medewerker, en naar de sensitiviteit waarmee een pedagogisch medewerker ingaat op signalen die aangeven dat de jongere/het kind zich niet goed voelt of
behoefte heeft aan contact of andere vormen van emotionele ondersteuning. - Groei en ontwikkeling: Dit verwijst naar de mate waarin een normale ontwikkeling
wordt gestimuleerd en mogelijkheden om te leren worden gecreëerd. - Structuur en (leef)regels: Dit verwijst naar de duidelijkheid die al dan niet wordt
geboden, en de mate waarin repressief handelen wordt voorkomen. - Onderlinge interactie en atmosfeer: Dit verwijst naar de positieve reacties tussen beide
- Overige kenmerken: Deze betreffen de mate waarin de fysieke huiselijke omgeving
de veiligheid bevordert en de mate waarin interacties tussen de jongeren/het kind en de ouders worden gestimuleerd
Wat bedoelt men met loyaliteit?
= trouw
* Begrip uit de contextuele therapie
* Zijnsloyaliteit (ik ben loyaal aan jou omdat je met op de wereld hebt gezet, die
band is er)
* Verworven loyaliteit (ik ben loyaal aan jou omdat je de rol van ouder hebt
opgenomen – BV. Opvoeders, pleegouders, ouderfiguren,…)
* Belang aan hechten – want als je de loyaliteit afbreekt, vaak band met kind kwijt.
Hoe zorgenwe voor veiligheid bij het werken met kinderen en jongere in opname?
- aanwezigheid van regelmaat en stabiliteit zoals overzicht, structuur, continuïteit en voorspelbaarheid
- Goede lichamelijke en emotionele zorg voorkinderen en jongere in opname: Hierbij gaat het om basale verzorging, acceptatie en bescherming. Dit omvat naast een veilig opvoedingsklimaat ook een veilige leef- en woonomgeving
- Een gevoel van geborgenheid: Dit gevoel van veiligheid is gebaseerd op de relatie met opvoeders en andere gezinsleden
- De afwezigheid van en bescherming tegen geweld en misbruik.
wat gaan de mederwerkers doen bij het werken met kinderen en jongere in opname?
- Ze zien zowel kind/jongeren en ouders als cliënt
- Ondersteunen ouders met als doel ouders te versterken in hun ouderrol
- Ondersteunen ouders in het behoud van hun ouderlijke verantwoordelijkheden
- Ondersteunen ouders in het optimaliseren van het contact tussen ouders en kind/jongere
- Stemmen de vormgeving van de hulp met ouders af; Delen informatie op een voor ouders bruikbare manier.
Hoe gaan we samenwerken met de ouders van kinderen en jongere in opname?
- Hun de kans geven voor de ouders hun rol te blijven opnemen – rapport laten
tekenen. - Delen patiënten recht: Ouders kunnen het dossier inkijken, daarom eerlijk zijn bij alles wat ze zeggen
Wat bedoelt men met vasthouden van resultaten?
Hoe de jongeren in de therapie evolueert, dit kunnen we verdelen in 3 groepen;
1. Those moving on
2. De survivors
3. De strugglers of victims
Wie zijn de “Those moving on”?
= Die dat baat hebben gehad bij hulp en beschikken over voldoende veerkracht. Hun vertrek uit de residentiële instelling is gepland en stapsgewijs verlopen. Ze staan stevig in hun schoenen en kunnen gebruik maken van de geboden hulp, mede dankzij inzichten die ze uit therapie hebben opgedaan.
Wat kenmerkt de “Survivors”?
Ondervinden meer moeilijkheden bij en na het verlaten van de residentiële instelling, vaak als gevolg van een ongepland vertrek. Ze redden zich deels dankzij steun van een sociaal netwerk, hoewel hun functioneren minder stabiel kan zijn.
Wie zijn de “Strugglers” of “Victims”?
Deze groep ervaart veel moeilijkheden tijdens en na het verblijf in een residentiële instelling. De geboden hulp heeft hun problemen niet kunnen verminderen. Ze hebben vaak een problematische opvoedingssituatie meegemaakt, kampen met onthechting, en dragen emotionele en gedragsproblemen met zich mee tot ver in hun volwassen leven.
Wat zijn veelvoorkomende omstandigheden voor de Strugglers” of “Victims”?
Ze bevinden zich vaak in sociaal ongunstige contexten, zoals kraakpanden of problematische groepen. Hoewel ze kunnen overleven in deze situaties, blijft het lastig om deze problemen lang met zich mee te dragen.
Hoe gaan we bij kinderen met depressie protocollaire behandelingen toe passen?
- Met probleem oplossing
- Met activatie: toegang tot reïnforcers
- Met emotieregulatie en cognitieve herstrucutrering
-> aan de hand van de 8 componenten
Wat zijn de 8 behandelprotocollen of componenten bij kinderen & jongeren?
- Educatie: gevoelens
- Relatie: gedachten – gevoelens – gedrag
- Re-activatie: meer prettige dingen
- Opkikkertjes
- Probleem-oplossend denken
- Bouwen aan positief zelfbeeld
- Opsporen van negatieve gedachten
- Oefenen in anders denken
Is medicamenteuze behandeling de meest humane oplossing bij acute agitatie?
Richtlijnen benadrukken dat niet-medicamenteuze interventies altijd als eerste moeten worden ingezet, tenzij anders vermeld in een behandelplan of als dit uitdrukkelijk de wens van de patiënt is.
Wat zijn voorbeelden van niet-medicamenteuze behandelingen voor acute agitatie?
- De-escalatie
- Time-out
- Meer begeleiding
- Aanpak van oorzaken of verwijdering van stressoren
- Gebruik van het opgestelde signaleringsplan van de patiënt
- Betrekken van het systeem indien dit helpend is