Overerving Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat een chromosoom?

A

Duizende genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat een gen?

A

1 erfelijke eigenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zit het DNA?

A

Het DNA zit verweven in de de genen, en deze genen zitten in een chromosoom; Chromosomen zijn te vinden in een paar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bedoelt men met diploid?

A

Dat de chromosomen in paren voorkomen; dit betekent dat ze 2x informatie bevatgen over dezelfde eigenschap = een genenpaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bepaald een genenpaar?

A

Deze bepaalt de uitting van een eigenschap; bv. Blond haar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel chromosomen bevatten wij?

A

46 = 44 autosomale chromosomen. 2 geslachtschromosomen -> 22 paren, 2 geslachtschromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

XX = ?
XY = ?

A

XX = vrouw
XY = man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is autosomale overerving?

A

Overerving van 1 vd 44 chromosomen; Niet geslachtgebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is autosomale dominante overerving?

A

1 vd 2 niet geslachtsgebonden chromosomen bezit het foute gen en deze domineert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel kans heeft het kind op een aandoening als 1 vd ouders een autosomaal dominant gen heeft?

A

50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is autosomale recessieve overerving?

A

Het foute gen zit op beide chromosomen van zelfde paar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel kans heeft het kind op een aandoening als beide ouders één autosomaal recessief gen heeft (=dragers)?

A

50% kans dat de ouders het doorgeven; 25% op aangedane kind. 25% kans op gezond kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe is de x-gebonden dominante overerving als de papa de aandoening heeft?

A

De zonen = nooit -> krijgen y-chromosoom
Dochters = altijd -> krijgen x- chromosoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe is de x-gebonden dominante overerving als de mama de aandoening heeft?

A

Zoon = 50% kans
Dochter = 50% kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe is de x-gebonden recessieve overerving als de papa drager is van de aandoening?

A

Dochter = 50% kans drager
Zoon = niks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe is de x-gebonden recessieve overerving als de mama drager is van de aandoening?

A

Dochter = 50% kans drager
Zoon = 50% heeft ziekte -> x is dominantopy

17
Q

Hoe is de x-gebonden recessieve overerving als beide ouders (papa= ziekte, mama= drager) zijn van de aandoening?

A

Dochter = 50% kans ziekte, altijd drager
Zoon = 50% kans ziekte

18
Q

Wat is een karyogram?

A

= chromosomenkaart

19
Q

Hoe ziet de karyogram van de mens er uit?

A
  • 44 autosomale chromosomen
  • 2 geslachtschromosomen
    > xx = vrouw
    < xy = man
20
Q

Wanneer heb je bijna altijd problemen binnen de overerving?

A

Bij een afwijking in het aantal chromosomen

21
Q

Wat is een voorbeeld van autosomaal recessief overerving?

A

Ziekte van Sanfilippo

22
Q

Wat is een voorbeeld van X-gebonden dominante overerving?

A

Rett syndroom

23
Q

Wat is een voorbeeld van X-gebonden recessieve overerving?

A

Ziekte van Duchenne, Fragiel-X syndroom

24
Q

Wat is spontane mutatie?

A

Dit is een mutitatie die ontstaat bij de bevruchting. Je bent dan de eerste in de familie met de mutatie en de ziekte; Vanaf dat moment kan je de mutatie doorgeven aan je kinderen