Rouw en verlies Flashcards

1
Q

Wat is rouw?

A

= de reactie (psychisch en/of fysisch) op het betekenisvol verlies dat er niet meer is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvan is de reactie op verlies afhankelijk bij kinderen?

A
  • Persoonlijkheid
  • Opvoeding
  • Omgeving
  • Ontwikkelingsfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vormen van verlies zijn er?

A
  • Zichtbaar verlies: verlies van persoon, pesten, misbruik: omgeving ziet dit
  • Onzichtbaar verlies: minder zichtbaar voor omgeving; bv. vriend heeft een andere vriend, verlies aan liefde door ouders; dele, van liefde of kwijtgeraken, verlies aan zelfvertrouwen, verlate rouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn voorbeelden van onzichtbaar verlies?

A
  • verlies aan aandacht, liefde
  • verlies aan geborgenheid
  • verlies aan veiligheid, een eigen plek
  • verlies aan zelfvertrouwen, verwachtingen
  • Om iets wat niet gezien mag worden
  • Leven met onzichtbare beperkingen
  • Een verlate rouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voorbeelden van zichtbaar verlies?

A
  • scheiding van ouders
  • overlijden van een naaste
  • zelfdoding van een vriend
  • verhuizen
  • pesterijen
  • misbruik
  • Ik ben anders
  • Zichtbare handicap/ziekte
  • Schoolverandering
  • etc.,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het begrip van de dood bij baby’s (0-2j)

A
  • leven in het hier en nu
  • centraal: veiligheid en geborgenheid

Reactie: protest, huilen, irritatie

Wat hebben ze nodig?
- vertrouwdheid: in persoon; in materiaal; in tijd
- rust door structuut en nabijheid verzorgers want rouww door breuk in patroon
-> Gaan na voldoen aan basisbehoeften gaan ze zich snel weer terug hechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van rouw en verlies tussen de leeftijd van 0-12 maanden?

A

Bevredigen basisbehoeften: slapen, eten, drinken, veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het begrip van de dood bij peuters van 2-4 jaar?

A
  • Dood, verlies = is herstelbaar, niet definitie
  • Geen onderscheid tussen levende en niet levende zaken
  • problemen met concept tijd (altijd, eventjes, nooit meer)
  • Beginnend besef van verlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het begrip van de dood bij kleuters (4-7j.)?

A
  • onderscheidingsvermogen tussen wat dood en levend; ervaren als een tijdelijk stadium en niet als een definitief, onomkeerbaar gebeuren
  • iets dat alleen andere overkomt
  • Dood associëren ze vaak met oud zijn; vandaar dat ze in paniek kunnen raken als een leeftijdsgenootje of een jonger iemand sterft.
  • Gericht op eigen wereld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van rouw en verlies bij kleuters (4-7j)

A
  • Gebruiken verliestermen in spel maar hebben een beperkt begrip
  • Magisch denken: overtuiging dat eigen
    gedachten het gebeuren beïnvloeden:
    -> nu ben je dood - even later - nu leef je terug.
    ->Vatbaar voor schuldgevoelens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het begrip van de dood tussen de leeftijd van 6-9 jaar?

A
  • beleefd als definitief en onomkeerbaar maar nog niet als universeel en onvermijdelijk,
  • lichamelijke aspect staat voorop
  • Er is nog een vorm van magisch denken aanwezig waardoor ze het gevoel hebben op één of andere manier invloed te kunnen hebben op het sterven; Dit kan dan weer leiden tot sterke schuldgevoelens.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van rouw en verlies tussen de 6-9 jaar?

A

Fantasie- en geloofsbeelden zijn aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het begrip van de dood tussen de leeftijd van 10-12 jaar?

A

Vanaf tien jaar zijn kinderen stilaan in staat tot abstract redeneren. De dood wordt beleefd als universeel en onvermijdelijk maar is toch nog een beetje de ver van m’n bed show.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van rouw en verlies tussen de leeftijd van 10-12jaar?

A

Angst voor eigen sterfelijkheid als men van dichtbij geconfronteerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het begrip van de dood tussen de leeftijd van 12-15 jaar?

A

Dood is onomkeerbaar, onherroepelijke en universeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van rouw en verlies tussen de leeftijd van 12-15 jaar?

A

Doorbraak abstract denken. Verlies in deze
periode wordt doorkruist door puberteit en
identiteitscrisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het begrip van de dood tussen de leeftijd van 16-18 jaar?

A

Doodsbeeld vergelijkbaar met volwassene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de kenmerken van rouw en verlies tussen de leeftijd van 16-18 jaar?

A
  • Leunen vaak meer aan bij leeftijdsgenoten.
  • Verlies kan proces van los komen bemoeilijken.
  • Vaak uitgestelde rouw en kans
    op parentificatie( = opnemen van de ouderrol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Vanuit welke gevoelens handelen we steeds?

A

De vier basisemoties: blij, bang, boos en verdriet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke emotie zien we bij kinderen vaker (als een vorm van verdriet)?

A

Boosheid (= verharde tranen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe zijn gevoelens bij kinderen vaak?

A

Zeer explosief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom is het belangrijk om gevoelens te kanaliseren?

A

Het is belangrijk om de gevoelens te kunnen verwerken. Hierbij zorgen we ervoor dat gevoelens op de één of ander manier naar buiten komen en omgezet worden in iets dat toelaatbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe tonen ontspoorde vaten = ‘ontploftebare gevoelsvaten’ zich?

A

Het toont zich zelden in woorden; gevoelsvaten ontploffen zich op het moment dat ze volzitten en er geen plaats meer is voor andere zaken; daarom is ruimte geven en kanaliseren belangrijk. Ontspoorde emoties tonen zich voornamelijk in moeilijk en extreem gedrag en handelingen.

24
Q

Hoe drukken jonge kinderen emoties uit?

A

Via spel: spelen is de taal van kinderen en is leren. Via spelen kunnen ze zich afreageren en spanningen loslaten.

25
Q

Wat kan typerend zijn voor het gedrag van kinderen na een verlieservaring?

A

Plotse gedragsveranderingen is typerend signaalgedrag

26
Q

Waarom wordt de link met rouw soms niet gelegd bij gedragsveranderingen bij kinderen?

A

Door uitstel van rouw

27
Q

Wat zijn mogelijke reacties van kleuters na een verlieservaring?

A
  • Heel hard huilen, overgaand in roepen
  • Overgevoeligheid voor de sfeer rondom; nemen deze vaak over door eigen onzekerheid
  • Verwarring; voortdurend vragen stellen
  • Regressie bv bedwateren
  • Verlatingsangst
  • Boosheid
  • Extreme dingen doen bv stoelgang smeren
  • Slaapproblemen, angstdromen (dromenvanger)
  • Zeuren, aandacht eisen
  • Lichamelijke klachten: buikpijn,…
28
Q

Hoe verwerken kinderen rouw?

A

Ze doen dit aan de hand van:
- Rouwfasen (Kübler-Ross)
- Rouwtaken (Worden)
- Het duale procesmodel (Stroebe en Schut)

29
Q

Wat zijn de rouwfasen (Kübler-Ross)?

A
  1. Ontkenning
  2. Woede
  3. Marchanderen = onderhandelen = compromissen sluiten
  4. Depressie
  5. Aanvaarding
30
Q

Wat zijn de rouwtaken (Worden)?

A
  • aanvaarden van de realiteit: het is anders nu
  • emotionele verwerking: Je komt een warboel van gevoelens tegen; doorwerken met de pijn van het verlies
  • leven herorganiseren: zich aanpassen aan een nieuw leven zonder de andere; Je gaat verder met je leven, met die ander in je hart
  • Emotionele energie van de verloren persoon losmaken en deze opnieuw investeren
    in het leven; let op deze niet te investeren in persoon met negatieve energie
31
Q

Wat is het duale procesmodel (Stroebe en Schut)?

A

Dit is het proces waarbij we afwisselen tussen verliesgerichte verwerking en herstelgericht of toekomst gericht verwerken.

32
Q

Wat zijn signalen en gedragingen na verlies en tijdens rouw bij kinderen?

A
  • Uitgestelde rouw
  • Explosieve emoties
  • Regressief gedrag
  • Onhandelbaar of moeilijk gedrag, veranderd gedrag
  • wisselend gedrag
  • Veranderende schoolresultaten
  • veranderd eet-, slaap-, speel patroon
  • lichamelijke reacties
  • zich terugtrekken
33
Q

Wat is uitgestelde rouw?

A

= eerst positief blijven om omgeving te helpen en stabiel te worden, pas als die stabiel is kan hij zelf rouwen

34
Q

Wat zijn explosieve emoties?

A
  • Veroorzaakt door het nog niet goed in woorden kunnen brengen en uitten van emoties.
  • Kan verdriet; woede en agressie zijn

-> Volwassenen kunnen helpen taal te geven aan deze gevoelens en hen zo helpen ze te benoemen. Bovendien kunnen volwassenen helpen deze hevige emoties te kanaliseren

35
Q

Wat is regressief gedrag?

A

= tijdens het rouwen terug vallen naar een vorige ontwikkelingsfase.
* Zo kan een jonger kind plots weer gaan bedwateren, duimzuigen of zich afhankelijker gedragen.
* Ook een ouder, reeds zelfstandig kind kan
weer in een vroegere afhankelijkere ontwikkelingsfase terugvallen.

36
Q

Wat is onhandelbaar of moeilijk gedrag, en veranderd gedrag?

A
  • bv. voordien meegaand kind kan als rouwreactie opstandig en moeilijk worden; extravert kind gaat zich gaan terugtrekken

-> Veranderd gedrag moet men in deze omstandigheden beschouwen als signaalgedrag van rouwen en verlies; Alertheid hierop is dus aangewezen.

37
Q

Wat is het verliesgericht proces in het duaal procesmodel?

A

= VOELEN
- achteruit kijken
- herinneringen ophalen
- gericht op troost
- troost
- gericht op kwetsuur

38
Q

Wat is het herstelgericht proces of toekomst gericht proces in het duaalproces-model?

A

= DOEN
- verder gaan met het leven
- aanpassen
- vooruit kijken
- routine
- nieuwe zinvolle activiteiten zoeken
- hoop
- gericht op kracht

39
Q

Hoe gebruiken kinderen het duaalprocesmodel?

A

Hun aandacht wisseld tussen het verliesgericht en het herstelgericht proces

40
Q

Wat doen we best niet bij kinderen die rouwen?

A
  • zeggen dat het allemaal zo erg niet is
  • beloftes maken; bv. Je zal wel nieuwe vrienden vinden,…
  • gebruik maken van sprookjes
  • adviezen geven wanneer het kind met jou in gesprek gaat
  • oplossingen zoeken
  • tranen direct opdrogen
  • niets zeggen
  • zeggen dat de dood = slapen
41
Q

Wat doen we wel bij kinderen dat rouwen?

A
  • Afwisselen tussen rouwbegeleiding en rouwtherapie
  • veiligheid creëren
  • tijd en ruimte geven voor verdriet
  • ruimte geven voor het unieke in elk rouw proces (Manu Keirse)
  • betrokken zijn
  • rouw erkennen en herkennen; ook aan “negatieve” basisemoties
  • troosten; steunbron zijn
  • dagelijkse routine behouden
  • zoveel mogelijk betrekken in moeilijke zaken zodat fantasie niet het gruwelijker maakt; concrete informatie geven
  • stimuleren in creativiteit: uitlaatklep bieden -> verlies- en herstelgerichte activiteiten
42
Q

Wat is het verschil tussen rouwtherapie en rouwbegeleiding?

A

Rouwtherapie: gericht op handelen
Rouwbegeleiding: gericht op ondersteuning

43
Q

Wat is rouw volgens de ergotherapie?

A

Het antwoord dat we geven als reactie op definitief verlies van iemand/iets betekenisvolb

44
Q

Wat is het rouwmodel van Kubler-Ross?

A

= 5 fases:
1) ontkenning: beschermt rouwende
2) woede
3) gevecht aangaan/onderhandelen
4) depressie
5) acceptatie

45
Q

Wat is het rouwmodel van Worden?

A

= het rouwtaken model:

1) de realiteit aanvaarden
2) de pijn van verdriet aanvaarden
3) zich aanpassen aan de omgeving
4) emotionele energie terugtrekken en opnieuw investeren in andere relaties

46
Q

Wat voor soort reacties uitten we bij het rouwen?

A
  • fysiek
  • psychisch
  • verlies toekomstperspectief -> heel ruim qua verlies
47
Q

Wat is de reactie van de peuter (2-4j.) op verlies?

A
  • zoeken naar bescherming
  • aanhankelijker
  • afhankelijker van vaste verzorger
48
Q

Wat heeft een peuter (2-4j.) nodig tijdens het rouwen?

A
  • vertrouwdheid
  • knuffels
  • uitleg over wat de dood nu is; zorgen voor beeldmateriaal hierover
  • zorgen voor beeldmateriaal van de verloren persoon
  • structuur nodig; ze zijn gevoelig voor de sfeer en mensen die rondom hen emotioneel zijjn; ze nemen deze gevoelens over
49
Q

Wat heeft een kleuter (4-7j.) nodig tijdens het rouwen?

A
  • Structuur
  • regelmaat
  • knuffels
  • Wel door hebben, maar toch nog beperkt:
    -> meer uitleg over wat er gebeurd is
    -> antwoord op hun vragen
    -> uitleg over welke veranderingen er komen —> duidelijkheid is belangrijk, details zijn overbodig
50
Q

Wat zijn de algemene reacties bij lagere schoolkinderen op verlies?

A
  • kunnen niet goed met gedachten overweg
  • vastklampen aan vaste verzorger
  • niet buiten de groep willen vallen + zelfstandig willen zijn = verzwijgen van verlies
51
Q

Wat hebben lagere school kinderen nodig tijdens het rouwen?

A
  • sfeer van vertrouwen en veiligheid
  • uitleg op hun niveau
  • Heeft het kind nodig om veel of net niet te delen met leeeftijdsgenoten?
  • Aandacht voor verdriet; kind zal dit vaak niet zelf vragen
52
Q

Wat zijn de algemene reacties bij jongeren (12-18j.) op verlies?

A
  • lichamelijke klachten: buikpijn, spierpijn,…
  • boosheid, agressie,
  • sociaal isoleren
  • sarcasme
  • onzeker worden over de toekomst
  • uitgestelde rouw (door bv. parentificatie)
53
Q

Wat hebben jongeren (12-18j.) nodig tijdens het rouwen?

A
  • fundamenteel vragen kunnen stellen over verlies
  • zelf informatie gaan opzoeken
  • steun bij leeftijdsgenoten
  • Aandacht word geschonken aan het rouwproces: schep een sfeer van vertrouwen en veiligheid, zonder op te dringen
54
Q

Wat is de toverbos methode?

A
  • Doel: kinderen leren omgaan met hun emoties
  • Doelgroep: 2, 5 – 6 jaar
  • Je haalt veel uit hun spel
  • Deel 1: theorie en achtergrond kennis
  • Deel 2: het toverbos in de praktijk
55
Q

Wat gaan we gebruiken en bekijken tijdens de toverbos methode?

A
  • spel; spelen is leren: speltherapie:
  • Spel is de taal van het jonge kind
  • Afreageren, spanning loslaten
  • Niet alleen binnen rouw en verlies, maar ook in algemene ontwikkeling
  • Gevoelens:
  • Nature: eigen aard
  • Nurture: uit welk nest kom je
  • Materiaal om mee aan de slag te gaan:
  • Emotieverwerking van verlies
  • Rouw verwerking na overlijden