(Modellen voor) interventies in de fysieke omgeving Flashcards

1
Q

Welke classificatie kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?

A

ICF = International Classification of Functioning, Disability and Health

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke taxonomie kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?

A

TCOP = Taxonomic Code of Occupational Performance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke inhoudsmodellen kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?

A

CMO = Comprehensief Model van Occupatie
CMOP-E = Canadian Model of Occupational Performance and Engagement
Kawa
PEO = Person- Environment- Occupation
MOHO = Model of Human Occupation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke procesmodellen kan je gebruiken voor interventies in de fysiek omgeving?

A

Methodisch handelen
MOR = Model van het Occupationeel Redeneren
CPPF = Canadian Practice Proces Framework
kawa: application to practice
Professioneel redeneren (MOHO)
Adviesmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke componenten van de inhoudsmodellen kan je linken en zijn belangrijk bij interventies in de fysieke omgeving?

A

Omgeving; Persoon; Handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Assistive Technology (AT)?

A

= om het even welk voorwerp of systeem dat wordt gebruikt
om functionele mogelijkheden van de persoon met zijn
beperking te verhogen, te handhaven of te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe is AT geëvolueerd doorheen de tijd?

A

90’s: evolutie onder invloed van elektronica en pc gebruik; Wordt vooral gebruikt om personen met een beperking te helpen om positief te evolueren in hun
communicatie, mobiliteit en cognitie

Cook en Polgar: bedenking dat AT niet gebruikt wordt om de probleemvaardigheden te remediëren,
maar aanwezige vaardigheden te benutten, om functionele verbetering in het handelen te bekomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is AT belangrijk en waar word het voornamelijk gebruikt?

A

Door de grote impact wordt het steeds vaken gebruikt binnen de gezondheidszorg; De dalende kostprijs van technologie zorgt ervoor dat steeds meer mensen (met en zonder
beperking) toegang krijgen tot hoogtechnologische consumentenproducten.
Het wordt vooral gebruikt bij active aging of aging at home.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de rol van de ET bij AT?

A

We gaan AT/ apparaten gaan gebruiken die het handelen en de zelfredzaamheid van mensen ondersteunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe gaat de ergo keuze maken uit de mogelijke AT en deze gaan adviseren?

A

We kunnen via procesmatige ondersteuning door een procesmodel of via inhoudelijke ondersteuning vanuit het HAAT-model gaan kieze welk AT we zouden adviseren.
De keuze zal ook afhangen van de hulpvraag; Elk probleem, elk adviesvraag is
uniek en zal een flexibele houding vereisen van de ergotherapeut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het HAAT- model?

A

Het HAAT-model biedt ondersteuning bij het kiezen van de meest geschikt AT. Het is gebasseerd op het ICF en CMOP-E omdat deze aandacht hebben voor de persoon, de omgeving en activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ondersteunt het HAAT-model bij het kiezen van de geschikte AT?

A

Het model kan gebruiikt worden voor de slectie, implementatie en evaluatie van AT-systemen in het adviesmodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke componenten worden gebruikt bij probleemdefiniëring, plan van aanpak en evaluatie via het HAAT-model?

A
  1. PERSOON
    > fysiek
    > cognitief
    > affectief

-> capiciteit
-> handelingsmogelijkheden?; handelingen/ acties waar het object of omgeving zich toe leent
Vb. de vorm van een deurknop leent zich goed voor draaien en duwen
-> Zelfeffectiviteit?: vertrouwen in eigen bekwaamheid om invloed uit te oefenen op de
omgeving
-> perceptie?: eigen beleving van de mate waarin de handeling met succes is volbracht of de
verwachting over het succesvol volbrengen van de handeling

  1. ACTIVITEIT
    > zelfredzaamheid
    > productiviteit
    > vrije tijd
    > Betekenis voor cliënt?
  2. AT
    > intrinsieke ondersteuning?
    Welke rol wents cliënt op te
    nemen?
    Betekenis voor cliënt?

> extrensieke ondersteuning?
taken, vaardigheden en
functies die ervoor vereist
zijn
4. CONTEXT
fysieke: 3 zaken die vaak interfereren met AT:
1. Temperatuur: schuim en gel in kussens nemen andere eigenschappen aan wanneer
blootgesteld aan hoge of lage temperaturen
2. Geluid: omgevingsgeluid kan de woorden van een spraakcomputer onverstaanbaar maken
of gebruik van spraakherkenning bemoeilijken, geluid geproduceerd door AT kan een storend
effect hebben in de omgeving (vb. klas)
3. Licht: sommige schermen functioneren beter in een meer belichte omgeving anderen in
een minder belichte omgeving, licht kan ook op een onaangename manier weerkaatst
worden door het scherm.

> culturele:
Hoe een persoon binnen een bepaalde cultuur kijkt naar bepaalde activiteiten (vb.: neerkijken op
ontspanningsactiviteiten) zal een effect hebben op welke activiteiten hij belangrijk vindt en welke AT
hij hiervoor nodig heeft.

> sociale: Mensen die direct of indirect met de AT in contact komen, vormen de sociale context. Het is
belangrijk dat deze mensen de nood en het doel van de AT inzien en het gebruik van de AT
accepteren.
Het gebruik van AT kan ev. leiden tot stigmatisatie en isolatie

> institutioneel
De organisaties die verantwoordelijk zijn voor beleid, wetgeving, vastgelegde procedures (vb. regering, mutualiteit) en veiligheidswetten, technische standaarden, milieuvriendelijkheid… verbonden aan de ontwikkeling van producten

=> model is afgebeeld als volleybal met 3 vakken ( AT-Activity- Human) dat ligt op een verhoogje ( = Context)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is occupationele deprivatie?

A

Dit onstaat wanneer mensen niet meer instaat zijn om te handelen als gevolg van externe invloeden waar
zij zelf geen vat op hebben. De omgeving belemmert het dagelijks handelen dermate, dat het kan leiden tot
gezondheidsproblemen omdat hun mogelijkheden niet meer benut kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van de ET binnen de fysiek omgeving op macro-niveau?

A

Bij de fysieke omgeving op macro-niveau gaan we kijken naar de integrale toegankelijkheid van de fysieke omgeving. Dit doen de aan de hand van de 5B’s (van de overheid) en universal design.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is (integrale) toegankelijkheid in de fysieke omgeving?

A

een leefomgeving waarbij iedereen vlot, gebruiksvriendijk en veilig kan handelen. Om toegankelijk te zijn, moet een omgeving/ gebouw en de info voor iedereen voldoen aan belangrijke voorwaarden; hiervoor kijken we naar de 5B’s. Ook publieke ruimten moeten bij wet voldeon aan een aantal voorwaarden

17
Q

Wat zijn de voorwaarden van toegankelijkheid?

A

1) Bereikbaar
2) Betreedbaar
3) Bruikbaar
4) Begrijpbaar
5) Betaalbaar
(= De 5B’s)

18
Q

Wat is toegankelijkheid volgens inter vzw?

A

als we over toegankelijkheid spreken, we denken aan gebouwen met bijvoorbeeld
hellingen, liften en aangepaste toiletten. Maar het is meer dan dat. Toegankelijkheid omvat naast
fysieke aspecten ook psychocosiale, informatieve en communicatieve aspecten. Het gaat over
gebruik van communicatie, duidelijke informatieverstrekking, klantvriendelijkheid, dienstverlening…

19
Q

Wat is universal design?

A

Dit is een ontwerpsbenadering die wereldwijd gekend is met de bedoeling om bij elk ontwerp rekening te houden met de grote diversiteit van de gebruikers. Bij aanvang van het ontwerpproces stellen we deze centrale vraag:
‘Hoe kan een product, een
grafische boodschap, website, gebouw of publieke ruimte zowel functioneel als aantrekkelijk
zijn voor een zo groot mogelijk en divers mogelijke groep van gebruikers?’
Daarna gaat met gebruik maken van de 7 basisprincipes:

  1. bruikbaar voor iederen
  2. Flexibel in gebruik: ontwerp geschikt voor allerlei voorkeuren en mogelijkheden
  3. eenvoudig en intuïtief gebruik
  4. begrijpelijke info
  5. marge voor vergissingen: de gevaren en ongewenste resultaten van verkeerde
    handelingen en onbewuste aties zijn beperkt vb. ‘bent u zeker dat u dit wil verwijderen’
  6. beperkte inspanning
    7 geschikte afmetingen en gebruiksruimten vb. verschillende hoogtes van kapstokken
20
Q

Wat is de rol van de ET binnen de fysieke omgeving op mesoniveau?

A

Bij de fysieke omgeving op mesoniveau gaan we kijken naar de brede leefomgeving van de cliënt.

21
Q

Wat is de rol van de ET binnen de fysieke omgeving op microniveau?

A

Bij de fysieke omgeving op microniveau gaan we kijken naar de woonomgeving van de cliënt zelf.

22
Q

Wat zijn de 5B’s (van de overheid)?

A

1) Bereikbaar
2) Betreedbaar
3) Bruikbaar
4) Begrijpbaar
5) Betaalbaar

23
Q

Waaruit bestaat de fysieke omgeving op mesoniveau?

A

De breder leefomgeving van de Cliënt, dit bestaat uit;
- De woon-omgeving
- De schoolomgeving
- De werkomgeving
- De sportomgeving
- De ontspanningsomgeving
- De buurt

24
Q

Waaruit bestaat de fysieke omgeving op macroniveau?

A

De integrale toegankelijkheid met de 5B’s en universal design

25
Q

Waaruit bestaat de fysieke omgeving op microniveau?

A

De woonomgeving van de cliënt.

26
Q

Uit welke componenten bestaat AT?

A
  • Human Technology Interface (HTI)
  • Processor
  • Activteit output
    -Omgevingsinterface
27
Q

Wat doet de Human Technology Interface (HTI)?

A

> Dit is het deel van het toestel waarlangs de interacties tussen gebruiker en apparaat gebeuren.
Dat kan in 1 of 2 richtingen. Soms zijn er verschillende onderdelen voor input en output van
het apparaat.
vb. input: joystick, toetensbord
vb. output: scherm, geluid, tactiele interface (braille)

28
Q

Wat doet de processor bij AT?

A

vertaalt de info tussen HTI en activiteit output

29
Q

Wat is de functie van de activiteit output bij AT?

A

Zorgt voor ondersteuning of overname van bepaalde handelingen.
vb. speaker voor communicatie, motor en wielen voor verplaatsing, stabilisator voor manipulatie

30
Q

Wat is de functie van de omgevingsinterface?

A

opnemen van zingtuigelijke informatie;
- visuele input: brilglazen, camera voor gebruik bij tekstherkenning
- auditieve input: mircrofoon voor hoortoestel- tactiele input: ‘omzetter’ die druk omzet in geluid

31
Q

Hoe kunnen we het HAAT-model gebruiken zodat de AT- systemen succesvolle outcomes ontwerpen?

A

Om de beste oplossing te bekomen voor de adviesvraag van de cliënt tracht de ergotherapeut het
best passende AT-systeem te ontwerpen. Zo’n AT-systeem is een doelbewust samengesteld geheel
van oplossingen binnen de 4 componenten van het HAAT-model.
Onder ‘ontwerpen van AT-systemen’ begrijpt men zorgen voor een goeie afstemming tussen AT,
gebruiker, activiteit en omgeving. Dit doe je door:
> vaststellen van noden, doelen en vaardigheden van de gebruiker
> eigenschappen van AT bepalen op basis van deze info
> producten selecteren
> producten in gebruik nemen en cliënt en omgeving trainen in het gebruik
> gebruik ervan opvolgen en evalueren

32
Q

Welke aandachtspunten zijn er bij het gebruiken van het HAAT-model?

A

AT selecteren
> Het is daarom aan te raden om zo’n eenvoudig mogelijke technologie te gebruiken.

Taakverdeling
> Wijs de taken bij het doorlopen van een activiteit toe aan het meest geschikte onderdeel
van het AT-systeem: gebruiker, apparaat en persoon uit omgeving. Dit kan op verschillende manieren bekeken worden;

  • zelfstandigheidsperspectief: zoveel taken door de gebruiker laten uitvoeren. Taken die de gebruiker niet kan uitvoeren neemt de AT op zich
  • economisch perspectief: nagaan wat de meest goedkope oplossing is; Investeren in AT of iemand betalen om bepaalde taken op zich te laten nemen?
  • flexibele taakverdeling: Interessant bij een progressief ziektebeeld of wanneer
    ingespeeld kan worden op de expertise die de gebruiker zal opbouwen in het gebruik
    van de AT.
33
Q

Wat is inter?

A

= een instantie die de interactie tussen mens en omgeving wil verbeteren. Mensen hebben
een handicap als de omgeving niet is aangepast aan hun mogelijkheden. Inter biedt daarom
ondersteuning om de omgeving bereikbaar, betreedbaar, bruikbaar en begrijpelijk te maken voor
iedereen. Inter is de verbinding tussen het beleid, gebruikers en professionelen