Auditieve Stoornissen Flashcards

1
Q

Hoe kunnen we auditieve stoornissen indelen?

A
  • anatomie
  • taalperiode
  • mate van gehoorverlies
  • andere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe gaan we auditieve stoornissen anatomisch indelen?

A
  • geleidingsdeel
  • perceptiedeel
    ->combinatie hebben van beide delen
  • Central zenuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een geleidingsstoornis?

A

Dit is een auditieve stoornis veroorzaakt in het geleidingsdeel; het middenoor en het uitwendigoor hebben te maken met een transmissiestoornis of conduct verlies; Dit zorgt voor gehoorverlies in de lage frequenties en een verstoring in de luchtgeleidingsweg door bv. Oorproppen of een afwijkende vorm van de gehoorgang.

Deze stoornis is vaak tijdelijk maar indien blijvend -> gehoorapparaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een perceptiestoornis?

A

Dit is een waarnemingsstoornis of neurosensoriële stoornis in het perceptieve deel = het binnenoor.

Het probleem zit dan tussen het binenoor en de hersenen: binnenoor -> gehoorzenuw -> Centrale gehoorzenuw -> hersenschors

-> meestal is deze stoornis blijvend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is gehoorverlies door gemengde stoornissen?

A

Dit is een auditieve stoornis veroorzaakt door stoornissen in beide delen; geleidingsdeel + perceptievedeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zit de Centrale gehoorzenuw?

A

Deze zenuw zit ten hoogte van de Nervus Cochlearis en de primaire/secundaire auditieve cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is centraal gehoorverlies?

A

Dit is gehoorverlies veroorzaakt door een probleem in het interpreteren van geluid door de centrale gehoorzenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kunnen we auditieve stoornissen gaan herkennen en indelen op vlak van de taalperiode?

A

We gaan hierbij auditieve stoornissen gaan opdelen onder het tijdstip van het ontstaan van de schade, met als referentiepunt de taal-spraak verwerving, zo heb je;

  • Pre - linguale slechthorendheid/doofheid; doofheid is onstaan voor ontwikkeling gesproken taal: aangeboren of vóór 3j6m
  • Post - linguale slechthorendheid/doofheid; na spraak-taalverwerking: tss 3j-7j -> verworven spraak kan verloren gaan!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke andere soorten auditieve stoornissen heb je nog?

A
  • Fonofobie
  • Tinnitus
  • Hyperacusis
  • Misofonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Fonofobie?

A

= tijdelijke geluidsovergevoeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken voor fonofobie?

A

Bv. Hersenschudding of migraine aanvallen -> hoofdgerelateerde trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Tinnitus?

A

= (meestal blijvend) geluid horen zonder geluidsbron, vaak in de vorm van oorsuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat veroorzaakt Tinnitus?

A
  • medisch: infecties
  • trauma: te veel geluid of lawaai
  • andere stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hyperacusis?

A

= het tijdelijk luider ervaren van geluiden; overgevoelig zijn voor normale, alledaagse geluiden zoals bv. stofzyiger, krassen van pen, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is Misofonie?

A

Letterlijk: haat voor geluid;
= een neurologische aandoening die voor extreme gevoelens zorgt zoals haat, woede, walging bij bepaalde geluiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan je misofonie behandelen?

A
  • via (kinder)psychiater
  • via acceptatie
  • via afleiding & ontspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe kunnen we auditieve stoornissen opdelen in mate van gehoorverlies?

A

We gaan kijken naar de gehoordrempels binnen de verschillende mate van gehoorverlies en we gaan kijken naar de moeite om bepaalde dingen te verstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe ziet een normaal gehoor er uit?

A
  • gehoordrempel: </= 20 db
  • geen moeite met dingen te verstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe ziet een licht gehoorverlies er uit?

A
  • Gehoordrempel: 21- 40 dB
  • moeite met verstaan van zachte spraak; grotere afstand; lawaaierige omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe ziet een matig gehoorverlies er uit?

A
  • gehoordrempel: 41-70 dB
  • moeite met verstaan van spraak op normaal niveau; ook bij korte afstand; rustige omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe ziet een ernstig gehoorverlies er uit?

A
  • gehoordrempel: 71-90 dB
  • moeite met verstaan van luide spraak; sirenes; dichtslaan deuren
  • spraakverstaan enigzins mogelijk in combinatie met spraakafzien (= liplezen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe ziet doofheid in verschillende graden er uit?

A
  • gehoordrempel: > 90 db
  • kan geen spraak meer verstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een ander woord voor liplezen?

A

= spraakafzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waar kan een kind met een auditieve stoornis in het regulier onderwijs gebruik van maken?

A
  • gesproken taal en tolk
  • therapie: thuisbegeleiding en/of vroegbegeleiding
  • ondersteuningsnetwerk: type 7
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wanneer moet een kind met auditieve stoornissen naar het buitengewoon onderwijs?

A

Indien het RO met ondersteuning geen optie (meer) is

26
Q

Wat krijgt een kind met auditieve stoornissen in het BUL/SO?

A
  • Vlaamse gebarentaal (= VGT) + gesprokentaal
  • Therapie: thuisbegeleiding + vroegbegeleiding
27
Q

Welke mogelijke hulpmiddelen zijn er voor auditieve stoornissen?

A
  • Solo- apparatuur
  • wek- en waarschuwingssystemen
  • telefoon met versterker
  • luisterhulp
  • mobiele telefoon met loopset
  • Ringleiding
  • Tolk
  • hoorapparaat: vaak voor slechthorende kinderen al op jonge leeftijd
28
Q

Hoe werkt een hoorapparaat?

A
  • versterkt zachte geluiden
  • onderdrukt harde geluide
29
Q

Wanneer kan je gebruik maken van een tolk?

A

Je hebt het recht om een tolk in te zetten in elke situatie; voor gesprekken, vergaderingen op het werk, bezoek bij dokter.

Een tolk zorgt voor een goede vertaling van de gesprekken tussen doven en horende

30
Q

Welke soorten tolken heb je?

A
  • gebarentolk: vertaling gebaren <-> gesproken taal
  • gesproken taal: gesproken taal naar tekst -> je leest ook wie wat zegt
31
Q

Welke speladviezen kan je geven bij een kind met auditieve stoornissen?

A
  • blijf praten, ookal gebruik je gebaren: kind haalt wanneer je verbaal communiceert veel details uit je lichaamstaal
  • spreek langzaam + duidelijk; niet roepen
  • 1 persoon tegelijk aan het woord

-tijdens speluitleg:
*zo weinig mogelijk achtergrondlawaai
* zoveel mogelijk visualisaties

  • doe veel mee/voor: kind kan zo makkelijk imiteren -> imiteren = leren
  • gebruik lichtsignalen en bewegingen ipv geluidssignalen
32
Q

Hoe kan je auditieve stoornissen diagnosticeren?

A

Via:
- (lich.) Onderzoek
- anamnese
- doorverwijzing neus-keel-oor arts

33
Q

Hoe gaan we auditieve stoornissen diagnosticeren via de NKO- arts?

A
  • met de Algo-gehoortest
  • audiometrisch onderzoek
34
Q

Wat is de Algo-gehoortest?

A
  • Uitgevoerd door K&G.
  • voor pasgeborenen tot 6m
  • ze meten elektrische activiteit via plakkers met klikgeluiden; test meet dus de hersenactiviteit die ontstaat tijdens het luisteren
  • Alle vlaamse kinderen moeten de PASS en REFER uitvoeren
35
Q

Uit wat bestaat de Algo-gehoortest?

A

-PASS
- REFER
-> bij beide slecht resultaat dan moet er een 2e algo-test plaats vinden; is deze ook slecht dan word therapie opgestart en zal er een BERA worden afgenomen

36
Q

Welke audiometrische onderzoeken heb je?

A
  • BERA: Brainstem Evoked Response Audiometrie
  • Toonaudiometrie
  • Spraakaudiometrie
37
Q

Wat is BERA?

A

= Brainstem Evoked Respons Audiometrie
= hersenstamaudiometrie
-> wordt gebruikt wanneer gewone/algemene audiometrie niet betrouwbaar is; is iets meer gespecialiseerd
-> meet gehoorverlies in hoge tonen
-> kan je ook gebruiken bij ouderen of volwassenen

38
Q

Hoe werkt toonaudiometrie?

A
  • dit is een onderzoek dat men bij kinderen vanaf 3j gebruikt
  • maakt gebruik van verschillende toonhoogtes en verschillende geluidssterktes
  • beide oren worden afzonderlijk getest
39
Q

Hoe werkt spraakaudiometrie?

A
  • geeft inzicht in het effect van het gehoorverlies
  • maakt gebruik van 11 éénlettergreep woorden bv. Bal, kok, pop, boot
    -> geeft inzicht in de perceptie van spraak
40
Q

Waarom maken we gebruik van (lich.) onderzoeken bij diagnosticeren van auditieve stoornissen?

A

We gaan observeren van reacties op geluid en naar de taalontwikkeling om te kijken of deze normaal is -> indien niet = mogelijke audit stoornis

41
Q

Wat observeren we bij een (lich) onderzoek op 4W voor auditieve stoornissen? Wat moet een kind op 4W kunnen bij het horen van geluid?

A
  • normale reactie = schrikken van ballon og stofzuiger
42
Q

Wat moeten een kind kunnen op 6m bij het horen van geluid (bij een (lich.) onderzoek)

A
  • hoofd draaien als je roept
  • stoppen met wenen bij stemgeluid
  • brabbelen
43
Q

Wat moeten een kind kunnen op 12m bij het horen van geluid (bij een (lich.) onderzoek)

A
  • reageren op zachte geluiden
  • bord tikken
44
Q

Wat moeten een kind kunnen op 18m bij het horen van geluid (bij een (lich.) onderzoek)

A
  • Reageren op eenvoudige opdrachtjes
  • nazeggen van woordjes
  • spreken met ondersteuning van gebaren (SMOG)
45
Q

Wat is SMOG?

A

= Spreken met ondersteuning van gebaren
= Een vorm van ondersteunde communicatie waarbij de sleutelwoorden in een gesproken zin ondersteund worden door een gebaar.

46
Q

Hoe kan je auditieve stoornissen behandelen?

A

Via:
- visuele ondersteuning van taal; fijne motoriel; psychomotoriek; sociale vaardigheden
- hooraanpassingen
- het aanpakken van de oorzaak
- verschillende communicatiekanalen

47
Q

Welke hooraanpassingen heb je?

A

Hoorapparaten:
- Cohlear Implantaat (CI); bij bilateraal gehoorverlies
- BAHA; bij unilateraal gehoorverlies

48
Q

Hoe werkt een CI?

A

CI wordt via spraakprocessor en chip bevestigd aan intacte gehoorzenuw:
Spraakprocessor stuurt geluidsgolven naar de chip -> chip stuurt elektroden naar gehoorzenuw -> gehoorzenuw stuurt signalen naar de hersenen

49
Q

Wat is een BAHA hoortoestel? Hoe werkt het?

A

= Bone Anchored Hearing Aid
= botverankerd hoortoestel voor eenzijdige doofheid
-> trillingen worden via de schedel doorgestuurd naar het normaal horend oor

50
Q

Hoeveel kan een CI kosten?

A

Zonder terugbetaling:
15 000 - 25 000 euro

51
Q

Hoe kan men soms een auditieve oorzaak behandelen door de oorzaak aan te pakken?

A

Dit kan door:
- het verwijderen van oorstop
- het plaatsen van buisjes; het verwijderen van vocht achter trommelvlies -> kan ook via medicatie
- etc,…

52
Q

Hoe is de ontwikkeling van het auditieve systeem 3W na conceptie?

A

= start aanleg gehoorgangen

53
Q

Wat is de ontwikkeling van het auditieve systeem 8-20W na conceptie

A

Ontwikkeling:
- slakkenhuis
- haarcellen -> orgaan van Corti

54
Q

Wat is de ontwikkeling van het auditieve systeem bij Foetus < 24W?

A
  • er zijn al reacties opgeluid -> zorgt voor opbouw van ervaringen:
  • hartslag mama
  • stemmen
  • muziek
    -> gaat deze postnataal herkennen
55
Q

Hoe is het auditieve systeem bij de geboorte?

A

Gehoor als zintuig = volledig ontwikkeld

56
Q

Hoe is het auditieve systeem bij het jonge kind?

A
  • gehoor als zintuig
  • betekenisverlening = nog te leren
    -> taalontwikkeling: passief > actief;
    passief = begrijpen
    actief = produceren

-> vanaf dan is snelle detectie van gehoorproblemen = noodzakelijk!!

57
Q

Uit wat bestaat de normale structuur van het auditieve systeem?

A
  • Uitwendig oor of buitenoor:
    Oorschelp + externe gehoorgang + trommelvlies
  • middenoor:
    Hamer + aambeeld + stijgbeugels + buis van eustachus
  • binnenoor:
    Halfcirkelvormige kanalen + slakkenhuis + gehoorzenuw
58
Q

Uit wat bestaat de auditieve functies?

A
  • lokaliseren
  • identificeren
  • discrimineren
  • filteren
59
Q

Wat van de hersenen is een belangrijk onderdeel van het auditieve systeem?

A
  • primaire auditieve schors: linker auditieve cortex; spraak + rechter auditieve cortex; omgevingsgeluid + muziek
  • secundaire auditieve schors: associatie gebieden
60
Q

Hoe word geluid doorgegeven en geïnterpreteerd?

A

1) Geluid word opgevangen en de trillingen worden doorgeven door het uitwendige oor; het gaat van de oorschelp naar de externe gehoorgang naar het trommelvlies

-> het trommelvlies gaat over naar de hamer: in deze overgang worden de geluidsgolven doorgeven + versterkt

2) de geluidsgolven worden dan doorgeven aan het middenoor: hamer -> aambeeld -> stijgbeugel -> Buis van Eustachus

3) dan doorgegeven aan het binnenoor: halfcirkelvormige kanalen -> slakkenhuis: geeft elektrische signalen door naar de gehoorzenuw

4) gehoorzenuw -> hersenen; primaire auditieve cortex -> secundaire auditieve cortex

5) secundaire auditieve cortex geeft door associatie gebieden via de auditieve functies die zorgen voor betekenisverlening