VO+ ZO week 16 Flashcards

1
Q

wanneer gaan we outbreak onderzoek doen?

A

als er sprake is van een epidemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een POWI?

A

postoperatieve wondinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in welke klasse zijn wondinfecties onderscheiden?

A
  • oppervlakkige infecties
  • diepe infecties
  • infecties van organen of anatomische ruimten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de classificatie van Mayhall?

A

risico op POWI:
- schoon: plastische chirurgische ingrepen (<5% POWI)
- schoon-besmet: tractus urogenitalis (5-10%)
- besmet: trauma (10-15%)
- vuil-geïnfecteerd: infectie (n.v.t.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bij welke POWI geven we profylaxe?

A

> 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de afspraken over selectieve darm decontaminatie?

A

alleen als ptn langer dan 4 dagen op IC liggen en geïntubeerd zijn. eerst i.v. + oraal daarna oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn grondprincipes van antibioticabeleide (SWAB)?

A
  • voorschrijven juiste indicatie
  • zo min mogelijk breedspectrum-preparaat
  • niet langer dan strikt noodzakelijk behandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de risicogroepen voor resistente bacteriën?

A
  • immundeficiënte patiënten
  • ouderen
  • chronisch ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de-escalation therapy?

A

bestaat uit zo snel mogelijk breedspectrum AB toedienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke IL ondersteunt de diagnose sarcoïdose?

A

sIL2r maar ook ACE bij 70% verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke combinatie is zeer suggestief voor sarcoïdose?

A

T-CD4 lymfopenie in het bloed en T-CD4 lymfocytose in de BAL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de pathogenese van sarcoïdose

A

Je krijgt een Th1 en Th2 respons op niet
afbreekbare resten van antigenen. Hierdoor
krijg je granuloomvorming. Dit kan leiden
tot resolutie of fibrose. De Th2 reactie
stimuleert macrofagen die zorgen voor
fibroblasten stimulatie en stijging van collageen → fibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is serumziekte?

A

immuun-complex vasculitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is pauci-immuun glomerulonefritis?

A

gromerulonefritis met halve maan (crescent)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn de kenmerken van GPA?

A

c-ANCA (anti-PR3), crescente glomerulonefritis, zadelneus.

behandeling is prednison en rituximab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke ANCA zie je bij eGPA?

A

p-ANCA (anti-MPO)