PD.13.5: Een patiënt met systemische sclerose Flashcards
1
Q
welke 3 processen staan centraal in systemische sclerose?
A
- immuuncelactivatie: leidend tot productie van auto-antistoffen en inflammatie
- endotheeldysfunctie: leidend tot vasculopathie
- fibrosering: leidend tot orgaandisfunctie
2
Q
op welke manieren kan vasculopathie zich uiten?
A
- vascoconstrictieve complicaties: Raynaus, pulmonale artertiële hypertensie
- vasodilaterende complicaties
3
Q
wat is meestal de eerste uiting van sclerodermie?
A
fenomeen van Raynaud
4
Q
welke 2 vormen van sclerodermie zijn er?
A
- gelimiteerde systemische sclerose: calcinose (kalkafzettingen), fenomeen van Raynaud, slikproblemen, slik klachten en teleangiëctasieën
- diffuse systemische sclerose: uitgebreidere huidbetrokkenheid en meer nadruk op de longbetrokkenheid
5
Q
wat is de behandeling van sclerodermie?
A
je kan het proces van fibrosering niet stoppen maar wel de fibrose zelf behandelen