tentamen vragen (open) Flashcards
Door welke drie pathologische processen wordt systemische sclerose
gekenmerkt?
immuuncelactivatie, vasculopathie en fibrose
Benoem drie bronnen van micro-organismen die nosocomiale infecties
veroorzaken en geef per bron aan of de besmetting endogeen dan wel exogeen
heeft plaatsgevonden.
- van patient’s eigen flora: endogeen
- van medewerkers: exogeen
- van andere patient: exogeen
Via a. medewerker
Of b. ziekenhuisomgeving-objecten
3 punten voor de bronnen, 2 punten voor endogeen/exogeen juist
In recente decennia is het aantal opkomende infectieziekten (“emerging infectious
diseases”) toegenomen.
Noem drie kenmerken van de term “opkomende”
- toename in incidentie van infectieziekte
- toename in geografische verspreiding van infectieziekte
- overgang van infectieziekte naar nieuwe gastheerpopulatie
- recent ontdekte infectieziekte
- nieuw geëvolueerde infectieziekte
De toename van antimicrobiële resistentie is wereldwijd een groot probleem.
Verwacht wordt dat in 2050 wereldwijd meer mensen overlijden aan infecties door
resistente micro-organismen dan aan kanker en/of hart- en vaatziekten.
Antimicrobiële resistentie bij tuberculose is één van de voorbeelden, en een
belangrijke doodsoorzaak.
1 Geef de definitie van MDR Tuberculose. (2p)
2 Geef aan op welke twee manieren een patient een MDR Tuberculose
infectie kan ontwikkelen. (4p)
- MDR = resistent tegen INH en Rifampicine (2p)
- Primaire besmetting (2p)
Secundair MDR ontwikkeling onder (inadequate) behandeling (2p
Een IgE gemedieerde allergie bestaat uit een sensibilisatie en een effector fase.
Beschrijf wat er tijdens deze fasen gebeurt.
Geef hierbij aan welke mediatoren een rol spelen en welke cellen hierbij betrokken
zijn
Sensibilisatie fase:
Het allergeen wordt door de Antigeen presenterende cel (APC) aan de T-lymfocyt gepresenteerd. Vervolgens produceert
de T-helper 2 (TH2) cel cytokines IL4, IL13 en IL5. IL4 en IL13 zetten de B-cel aan tot Specifiek IgE productie tegen het
allergeen en IL5 activeert de aanmaak van eosinofielen.
Effector fase:
Het IgE komt via de bloedbaan in contact met de mestcel waarbij het zich op de wand van de mestcel manifesteert. Bij
contact met het allergeen vind er cross-linking plaats en degranuleert de mestcel. Dit is de directe reactie. Hierbij komen
mediatoren vrij waaronder histamine, maar ook IL4, IL13 en IL5. Met name het hoge aantal eosinofielen veroorzaken de
late reactie
Een jonge man presenteert zich met een endocarditis. Hij blijkt bij lichamelijk
onderzoek ook uitgebreide niet wegdrukbare huidlaesies te hebben op de benen.
Hoe worden deze huidlaesies veroorzaakt?
dit is een leucoytoclastische vasculitis als gevolg van circulerende immuuncomplexen
Bij sarcoidose komen zogenoemde typische en atypische huidafwijkingen voor.
Wat is het kenmerk van een typische huidafwijking?
dat in het biopt ook granulomen worden gezien
Beschrijf wat de bijdrage is van de vasa vasorum bij een vasculitis van de
grote bloedvaten en waarom ze bij een vasculitis van de kleine bloedvaten
geen rol van betekenis spelen
de vasa vasorum gelegen in de adventitia voeren de lymfocyten aan die door de dendritische cellen worden geactiveerd.
In de kleine bloedvaten zitten geen vasa vasorum
Benoem drie mogelijke transmissieroutes waarop hepatitis C wordt
overgedragen.
- Bloed-bloed contact
- Bloed-transfusie
- IV drug gebruik met besmette naalden
- Operatie in het verleden
- Sexueel contact, men who have sex with men/MSM
Je bent huisarts. Een 8-jarige jongen bezoekt je spreekuur met afwijkingen op de
flank zoals getoond op afbeelding 2, zie bijlage. De plek is twee dagen geleden
ontstaan en is pijnlijk. Er is geen sprake van koorts. Patiënt gebruikt methotrexaat
(een immuunsuppresief middel) voor reumatische klachten.
1 Wat is je diagnose? (1p)
2 Welk virus is de oorzaak van deze afwijkingen? (1p)
- Herpes zoster (gordelroos) (1p)
- Varicella zoster virus (waterpokken virus) (1p)
Je bent huisarts. Een moeder bezoekt je spreekuur met haar zoontje Ted van 7 jaar.
Twee weken geleden kreeg hij op vakantie abrupte koorts en rillingen. Ook had hij
keelpijn en hoofdpijn. Daarna kreeg hij rode vlekken op het lichaam en een dikke
rode tong met vlekken. De arts in het vakantieoord dacht aan een mogelijke
‘kinderziekte’. Al zijn klachten zijn nu over. Nu komt moeder omdat de handen van
Ted sinds 2 dagen vervellen (zie afbeelding 1 in de bijlage).
1 Welke ‘kinderziekte’ heeft Ted het meest waarschijnlijk doorgemaakt op
vakantie? (1p)
2 Wat is de verwekker van deze ‘kinderziekte’? (1p)
2e ziekte/roodvonk/scarlatina (1p)
2. Streptococcus pyogenes (Groep A ?-hemolytisch) (1p
Wat is de reden dat patiënten met hepatitis A in hoog endemische gebieden
zoals India veel minder ziekteverschijnselen laten zien?
In deze gebieden worden kinderen al op jonge leeftijd besmet met hepatitis A. Bij jonge kinderen verloopt de Hepatitis A
vaak asymtomatisch
De MHC typering HLA-DQ2.5 of HLA-DQ8 is een voorwaarde voor het ontwikkelen
van Coeliakie.
Beschrijf de rol van HLA-DQ2.5 of HLA-DQ8 bij de pathogenese van Coeliakie
gluten bestaan uit gliadinepeptiden die veel glutamine residuen bevatten. Het enzym tTG deamineert de glutamine
residuen tot glutamaat in de peptiden tot die in de lamina propria aangekomen zijn. Vervolgens kunnen deze glutamaat
bevattende peptiden binden aan HLA-DQ2.5 en/of -DQ8 MHC klasse moleculen, die een sterke affinteit hebben voor
dergelijke peptiden, op antigeen presenterende cellen, welke op hun beurt deze complexen presenteren aan specifieke T
cellen die vervolgens gestimuleerd worden om IFN-gamma te produceren. Dit proces is een essentieel onderdeel van de
darmontsteking en dus van de pathogenese van coeliakie.
Acne vulgaris komt veel voor en de diagnose wordt meestal op het klinisch beeld
gesteld.
Noem drie klinische kenmerken van acne vulgaris
comedonen
inflammatoire papels / pustels / papulopustels
littekens
Een 30-jarige accountant die in haar vrije tijd graag tennist, bezoekt de huisarts. Ze
heeft al jaren last van schilfering van haar voetzolen en velletjes tussen haar tenen.
Ze gebruikt talkpoeder en middeltjes van de drogist die soms verbetering geven. Een
paar weken geleden ontstond tussen twee tenen een pijnlijke kloof.
1 Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? (1p)
2 Noem twee verwekkers van deze aandoening. (2p
- Tinea pedis / zwemmerseczeem / Athlete’s foot (1p)
- Trichofyton rubrum (1p) / Trichofyton mentagrophytes (1p)
Voor de diagnose SLE zijn minimaal vier items nodig van de 2012 SLICC
classificatiecriteria, waarvan minstens één klinisch en minstens één immunologisch.
Noem twee klinische en twee immunologische items.
Klinisch:
1. acute cutaneous lupus (malar rash or SCLE)
2. chronic cutaneous lupus (discoid rash or CDLE)
3. nonscarring alopecia
4. ulcers (oral or nasal)
5. joint disease (arthritis or althralgia)
6. serositis (pleuritis or pericarditis)
7. renal (proteinuria or glomerulonephritis)
8. neurologic (seizures/psychosis or acute confusional state)
9. hemolytic anemia
10. leuko- or lymphopenia
11. thrombocytopenia
Immunologisch:
12. ANA
13. anti-dsDNA
14. anti-Sm
15. anti-phospholipid
16. low complement (low C3/C4 or low CH50)
17. direct Coombs’ test
Leg uit wat een Schirmertest is en bij welke ziekte deze test van belang is voor
het stellen van de diagnose.
Een Schirmertest is een analyse van de hoeveelheid traanproductie (in mm per tijdseenheid), door een strookje papier
tussen het oog en onderste ooglid te plaatsen waardoor traanvocht door het papier opgenomen wordt. De normaalwaarde
is > 5 mm/5 min. (2p)
Hij is afwijkend bij Sjögren en van belang voor het stellen van de diagnose (opgenomen in de classificatie criteria). (1p)
Noem drie typische kenmerken van het exantheem dat je bij roodvonk ziet. (3p)
Goede antwoorden zijn:
Aanvoelend als schuurpapier, narcosekapje vrij of periorale bleekheid, beginnend in huidplooien zoals liezen/oksels, uitbreiding naar gehele lichaam
fijnvlekkig/lichtverheven of maculopapuleus, aardbeientong, vervellingen van handen en voeten
Noem vier symptomen en/of gegevens die aanleiding kunnen zijn een ontlastingsmonster te onderzoeken op parasieten. (3p)
- (chronische) diarree
- Opgeblazen gevoel
- Gewichtsverlies
- Eosinofilie
- Gastro-intestinale klachten (buikpijn)
- Worm/proglottide in ontlasting gevonden
Een 35-jarige vrouw wordt gezien op de spoedeisende hulp vanwege fotofobie, hoofdpijn, koorts en verwardheid. Bij onderzoek is zij nekstijf.
Er wordt een liquor afgenomen, waarin veel leukocyten (grotendeels granulocyten) gevonden worden. Het eiwit is verhoogd, glucose sterk
verlaagd. De vrouw heeft een blanco voorgeschiedenis en is gevaccineerd volgens het rijksvaccinatieprogramma.
1. Wat is je waarschijnlijkheidsdiagnose? (1p)
2. Wat zijn de twee meest waarschijnlijke verwekkers? (2p)
3. Welke therapie moet je starten? (1p)
- Bacteriële meningitis (1 pt)
- Meningokok/Neisseria meningitidis (1 pt)
Pneumokok/Streptococcus pneumoniae (1 pt) - Ceftriaxon / cefalosporine (1 pt)
Noem de twee meest essentiële diagnostische onderzoeken om de diagnose endocarditis te ondersteunen. (2p)
bloedkweken, echo cor
Inmiddels zit in de meeste sierraden vrijwel geen nikkel meer, maar zo’n 20 jaar geleden was dit nog anders. Jongens en meisjes die gaatjes
in hun oorlellen lieten prikken en oorbellen met nikkel droegen, ontwikkelden regelmatig een nikkelallergie. Als ze, voor het prikken van de
gaatjes, een beugel hadden, was de incidentie waarmee nikkelallergie optrad, verlaagd.
Geef hiervoor in maximaal 20 woorden een verklaring. (2p
Door het dragen van een beugel trad orale tolerantie tegen nikkel op. (2p voor ‘orale tolerantie’, 1p voor tolerantie
G. Erythema nodosum komt o.a. voor bij sarcoïdose.
Wat is de kenmerkende afwijking die bij het PA onderzoek bij sarcoïdose wordt gevonden? (2p)
granulomen
IDES is een recombinant enzym van Streptococcus pyogenes wat IgG antilichamen afbreekt in zowel het perifere bloed als in de weefsels.
Ernstige longontstekingen zijn de belangrijkste bijwerking van IDES.
1. Waarom zou dit middel ingezet kunnen worden bij de behandeling van GPA? (2p)
2. Waarom zal subcutane immunoglobuline toediening ter preventie van infecties vervolgens niet zinvol zijn? (1p)
ANCA’s zijn pathogene antistoffen die bij GPA een belangrijke rol spelen. Deze antistoffen worden door IDES afgebroken (2 pnt). Subcutaan toegediende
antistoffen zullen ook door IDES worden afgebroken (1 pnt)
- Waar wordt de mucuslaag van de traan geproduceerd?
- Wat is de functie van de mucuslaag?
- Met welke test is het functioneren van de mucuslaag te
testen?
- door de bekercellen in de cornea en de conjunctiva
- hechting van de traanfilm aan de cornea
- bengaalsrood kleuring
Een cryoglobulinaemie kan zich onder andere uiten als een vasculits.
Welke grootte van bloedvaten zijn bij een cryoglobulinaemie geassocieerde vasculitis vooral aangedaan en met welke
infectieziekte is een cryoglobulinaemie vasculitis vooral geassocieerd? (2p)
van de kleine bloedvaten, hepatitis C
Volgens historicus Charles Rosenberg worden in tijden van (angst voor) een epidemie de meest zware maatregelen opgelegd aan arme en
sociaal marginale mensen of groepen binnen de samenleving. De opmerking van Rosenberg lijkt goed van toepassing te zijn op de casus
Mary Mallon (1869-1938). Zij bleek in de jaren 1906-1910 de bron te zijn van verschillende buiktyfusuitbraken, doordat ze asymptomatisch
draagster van Salmonella typhi was. Om het besmettingsgevaar te verkleinen, werd zij jarenlang in quarantaine gehouden.
Geef minimaal twee redenen waarom de casus Mary Mallon een goede illustratie is van de stelling van Rosenberg. (4p)
- Mary Mallon had een lage sociale status: ze was vrouw, bediende (kokkin in huizen van welgestelde families) en bovendien een Ierse immigranten –
de tyfusuitbraken die zij veroorzaakten troffen juist welgestelde kringen. - Mary Mallon had een ‘slechte pers’. Zij werd in de media afgeschilderd als ‘Typhoid Mary’ en een groot gevaar voor de volksgezondheid (‘chronische
tyfusbacterieverspreider’ / ‘a typhoid factory’), en met allerlei compromitterende foto’s, verhalen en spotprenten ontstond er een heel negatieve
publieke beeldvorming van haar (lelijk uiterlijk, moeilijk karakter, etc.). - Opvallend is dat de negatieve waardeoordelen over Mary Mallon nog vele decennia lang door klonken in de medische vakliteratuur, pas in 1995
verscheen er voor het eerst een artikel in de medische literatuur met een kritisch geluid over de manier waarop met haar was omgegaan. - Toen Mary Mallon overleed waren inmiddels meer dan 400 asymptomatische dragers van S. typhi bekend. Geen van hen is opgesloten of in
quarantaine is geplaatst. - Mary Mallons rechten als individu werden ondergeschikt gemaakt aan de angst voor besmetting met buiktyfus, met een jarenlange ballingschap tot
gevolg.
Allergische luchtwegaandoeningen kunnen ook in de beroepensfeer voorkomen.
Noem minimaal vier beroepen met daarbij het specifieke allergeen waarvoor men allergisch is. (2p
- Bakkers: allergie voor granen en a-amylase
- Laboratorium medewerkers: werken met Proefdieren
- Kappers: aminen
- Farmaceutische industrie: Antibiotica, opiaten
- Metaal werkers: platina zouten, metalen, kobalt
welke toedieningsvormen je kent; hoe deze worden toegediend en steeds één
voorbeeld van een bijhorend allergeen. noem er 4
toedieningsvorm - wijze van toediening - voorbeeld van allergeen
1. subcutane Imunnotherapie - injecties - boompollen
2. sublinquale immunotherapie - druppels - graspollen
3. epicutane immunotherapie - plakkers - pinda
4. orale immunotherapie - druppels - koemelk
Het dragerschap voor een CF-mutatie in de algemene Nederlandse populatie is 1:30.
Wat is de prevalentie van CF onder pasgeboren kinderen? (4p)
Antwoord: 1/3600. (1 punt)
Verklaring: CF is autosomaal recessief. (1 punt) Dragerschap 1/30. Kans op dragerschap van moeder én vader is 1/30 * 1/30 = 1/900. (1 punt) Kans op
overerving van beide recessieve allelen 1/4. (1 punt) Dus ¼ * 1/900 = 1/3600.
Infecties van de lagere luchtwegen, waaronder pneumonie, zijn wereldwijd doodsoorzaak nummer één bij kinderen. Kennis van de
symptomen en bevindingen uit aanvullend onderzoek is van groot belang voor tijdige herkenning en behandeling.
Geef vier verschillende bevindingen uit lichamelijk of aanvullend onderzoek die bij het onderzoek van kinderen doorgaans
aanwezig zijn in geval van pneumonie. (4p)
- Tachypnoe, dyspnoe
- Koorts
- Afwijkende longauscultatie (bijgeluiden, bronchiaal ademen, verminderd ademgeruis)
- Hoesten
- Infiltraat op de thoraxfoto
- Laboratoriumafwijkingen passend bij infectie (verhoogd CRP, BSE, leukocyten, linksverschuiving in differentiatie)
Welke vijf vragen moet de anamnese minimaal omvatten bij een reiziger die recent uit de tropen is teruggekomen? (5p)
Antwoord:
- Wie (leeftijd, geslacht, onderliggend lijden, vaccinaties, medicijn gebruik, etc.) relevant voor vatbaarheid voor (opportunistische) infecties
- Waar zijn we geweest (land en condities, bv stad vs platteland) ivm verblijf in bepaalde verspreidingsgebieden van diverse infectieziekten
- Wanneer
(seizoen, hoe lang geleden, etc.) ivm incubatietijden en mogelijke expositie aan infectieziekten
- Wat hebben we gedaan (zoetwater contact,
insectenbeten, rauw/ongekookt voedsel, etc.) in relatie tot risicogedrag voor bepaalde infecties
- Welke klachten (voor stellen van de DD) Alternatief
acroniem: LARISSA
Noem drie systeemziekten waarbij artritis kan voorkomen (3p
Goede antwoorden: reumatoïde artritis, SLE, Sjögren, MCTD, systemische sclerose, poly-/dermatomyositis.
Geef aan bij welke bevolkingsgroep de ziekte van Behçet het meest prevalent is en of dit ook voor Nederland geldt. (2p)
Denk hierbij aan etniciteit en beargumenteer dit aan de hand van een nurture or nature redenatie
Meest prevelent in Turkije (1 punt). In Nederland zijn Turkse mensen even vaak aangedaan, hetgeen pleit voor een genetische (nature) achtergrond ipv
een omgevingsfactor (1 punt) (nurture)
Wat wordt bedoeld met het crackersign bij het syndroom van Sjögren? (3p)
Verwerk in je antwoord
1. Wat het is;
2. Hoe het wordt veroorzaakt en
3. welke behandeling er bestaat waarvan is aangetoond behulpzaam te zijn tegen dit probleem.
- Het niet kunnen eten van droog voedsel zonder er bij te moeten drinken (1p)
- Door onvoldoende speekselproduktie door de speekselklieren (1p)
- Kunstspeeksel of pilocarpine (1p
Beschrijf de rol van de ‘T-regulatory cell’ bij tolerantie inductie door immunotherapie. (5p)
Noem daarbij:
1. De twee cytokines die een rol spelen bij de tolerantie inductie.
2. Op welke drie T-cellen dit een direct effect heeft.
3. Wat de mogelijke gevolgen zijn voor de B-cellen.
4. Wat de gevolgen zijn voor neutrofielen.
Productie van IL-10 en TGF-B 1 pnt 2) Remmen van TH1, TH2 en TH17 2 pnt. 3) Afname IgE synthese door B cellen. (1pnt) 4) Remmend effect (antiinflammatoir) op basofielen, eosinofielen, mestcellen en dendritische cellen, remmend effect op andere ontstekingscellen 1 pnt.
Welke bevindingen bij lichamelijk onderzoek kunnen passen bij endocarditis? (3p)
souffle cor, koorts, osler noduli, janeway leasions, splinterbloedinkjes, roth’s spots
per correct antwoord 1 punt