Vaktermen Flashcards

1
Q

Aanloop

A

Filtraat uit klaringskuip dat vooraf gaat aan hoofdwort en nog troebel is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanstelgist

A

Gist gebruikt om wort aan te stellen tnv gistingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aanstelkuip

A

Kuip waarin wort met gist wordt aangesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aanstellen

A

Gist toevoegen aan wort dat naar gistkelder gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aeroob

A

Milieu waarin zuurstof nodig is voor levend organisme Inge overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afbrouwen

A

Laatste fase maischproces waarin mout ongemout en water worden vermengd en verwarmd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afgekeken

A

Proces waarbij vloeistof van aanwezige sediment wordt gescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Afmaischen

A

Afbrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Afruimen

A

Geeeste mout van de eestvloer verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beslaan

A

Mengen van moutschroot met brouwwater tot beslag

Maischen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beslag

A

Gemaakt van moutmaalsel of moutschroot, ongemout en brouwwater water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beslagkuip

A

Ronde Kuip van koper of rvs. Onderin zit roerwerk dat moutschroot en zuiver bronwater goed door elkaar roert. Staat in brouwhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beslagwater

A

Zuiver brouwwater dat gebruikt wordt voor aanmaken van beslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bier

A

Gehoopte drank die wordt verkregen door alcoholische vergisting van wort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Blindbier

A

Vertroebeling van helder bier

Veroorzaakt door eiwitachtige neerslag if als gevolg van ongewenste bierinfectie of nagisting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bostel

A

blijft achter van moutbeslag in klaringskuip

Veevoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bovengistend bier

A

Gist drijft aan einde hoofdgisting boven op de vloeistof

Vergist bij relatief hoge temperaturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Brouwhuis

A
Hierin bevinden zich
Moutketel 
Beslagkuip 
Brouwketel 
Klaringskuip
Wortketel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Brouwketel

A

Voorzien van roerbodemwerk

Hierin vindt het beslaan, verwarmen en koken van het mout en ongemout plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Brouwsel

A

Het beslag oftewel het wort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Cultuurgist

A

Reincultuur gist

Vanuit d moederstam wordt de gist steeds opgewekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Donker lager

A

Donker bier
Minder alcohol
Stamwortgehalte 8-9%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Dubbele bodem

A

Bevindt zich in de klaringskuip: zeefbodem en dichte bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Duizend korrel gewicht

A

Door 1000 korrels te wegen wordt gemiddelde grootte gerstekorrel bepaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

DMS

dimethylsulfide

A

Stof die doet denken aan gekookte groenten
Lage concentraties geven positive bijdrage aan smaak

Komt via mout in bier
Donkere mout die sterk geweest wordt heeft minder dms dan lichtere mout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Diacetyl

A

bepaalt in belangrijke mate smaak en aroma
Eigenschap neutraal bier zachter te maken en hopsmaak minder intens

Boter of butterscotch geur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Eesten

A

Groenmout eesten, drogen om zo ontkiemingsproces te stoppen

Tijdens eesten vormen zich gewenste aromastoffen en kleurstoffen die mout karakteristieke smaak en kleur geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Filteren

A

Verwijderen van vaste stoffen uit gelagerde bier om deze zo helder te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Brenkel

A

Gistbewaarkuip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Gistpeer

A

Vanuit hier wordt gist gedoseerd in het brouwsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Groenmout

A

Kiemende gerst in laatste stadium voordat het naar de eestvloer gaat

32
Q

Happen

A

Lippen zetten in stevige bierkraag

33
Q

Helder bierkelder

A

Plaats waar gefilterd bier wordt opgeslagen 1-2 graden

34
Q

Hoofdwort

A

helder filtraat uit klaringskuip of maischfilter

35
Q

Hopbel

A

Onbevruchte bloesem vrouwelijke hopplant

36
Q

Huzaar

A

Bladkiem die tijdens ontkieming gerstekorrel naar buiten komt

37
Q

Jongbier

A

Bier aan einde van de hoofdgisting dus voor lagering

38
Q

Kiezelguhr

A

Krijtachtige massa van kiezelalgen

Wordt gebruikt als natuurlijk filtermateriaal

39
Q

Klaren

A

Het helder extract, het wort, winnen uit versuikerde beslag in een klaringskuip

40
Q

Kleurmout

A

Mout dat bier donker kleurt

Ontstaat door eesten bij hoge temperaturen

41
Q

Kling

A

Schuimring die achterblijft in bierschoon glas na iedere teug bier

42
Q

Kuip

A

Wordt gebruikt om in te mengen

43
Q

Lageren

A

Periode waarin jongbier narijdt en waarin dikwijls nagisting plaatsvindt

44
Q

Licht lager

A

Lichtgekleurd ondergistend bier
Lijkt op pils
Lager alcoholgehalte

45
Q

Licht mout

A

Mout waarvan lichtgekleurd bier wordt gemaakt

46
Q

Lupuline

A

Naam voor bittere substantie van hopbellen

47
Q

Maischfilter

A

Beslagfilter

Filterpers die gebruikt wordt om bostel van wort te scheiden

48
Q

Maischen

A

Gehele bewerking van beslag in de beslagkuip en het koken van de deelbeslagen in de brouwketel

49
Q

Mouterij

A

Hier wordt gerstemout gereed gemaakt voor brouwen van bier

50
Q

Omhakker

A

Roerwerk in klaringsKuip om natuurlijke filterlaag van mout los genoeg te houden

51
Q

Ondergisting

A

Gist zet zich aan einde hoofdgisting af op de bodem van de gistkuip

Lage temperatuur vergisten waardoor het gelijkmatiger verloopt met minder infecties gevaar

52
Q

Pils

A

Ondergistend bier
Behoort tot zwaardere biersoorten
Stamwortgehalte 11-15,5%

53
Q

Schroot

A

Geplette uitgemalen mout

54
Q

Schrootmolen

A

Werktuig voor pletten mout

55
Q

Slangen

A

Vepompen van jongbier uit gistkelder naar bovengrondse lagerkelder

56
Q

Sponde

A

Plug om vaten fusten of tanks mee te dichten

57
Q

Stamwort

A

Aanwezige extract moutsuiker die in de vloeistof zit waarmee mee start in de gistkelder

Stamwortgehalte is maar voor sterkte van bier

58
Q

Stout

A

Bovengistend donker zwaar gehopt bier

59
Q

Tapbok

A

Installatie voor afvullen bier in vaten

60
Q

Trub

A

Bezinksel van eiwitten dat achterblijft in de wervelkuip

61
Q

Vooreest

A

Aparte ruimte of vloer waar eesten wordt ingeleid

62
Q

Voorloopvat

A

Buffervermogen tussen klaringskuip en wortketel

63
Q

Voormaischer

A

Mengt geplette mout met water voordat het in de beslagkuip komt

64
Q

Wachtbak

A

Bak in gistkelderwaar brouwsel wacht voordat hoofdgisting begint

65
Q

Weekgist

A

Gerst die gekweekt is waarna kiemen kan beginnen

66
Q

Wenden

A

Omwerken van kiemende gerstmassa

67
Q

Wervelkuip

A

Kuip waarin wort ronddraait zoadat eiwitten in het midden kunnen bezinken

68
Q

Wieksen

A

Reinigen gistkuipen dmv borstels en warme soda

69
Q

Wort

A

Uit mout verkregen extract houdende vloeistof die gefilterd is en al dan niet voorzien is van hop

70
Q

Zieder

A

Bierzieder
Iemand die belast is met voornaamste werkzaamheden in brouwhuis

Brouwhuis wordt ook wel ziederij genoemd

71
Q

Zoutproef

A

Strooi snufje tafelzout in een met water bevochtigd bierglas

Bij werkelijk bierschoon glas heft zout zich als dun laagje aan het glas

72
Q

Zwaar bier

A

Bier met stamwortgehalte volgens categorie I

73
Q

Zwelken

A

Vooreesten

74
Q

Zwemmen

A

Pijpleiding systeem waarmee koeling van gistend wort in gistkuip wordt geregeld

75
Q

Zwijnenstal

A

Ruimte onder eestvloer waar hete lucht langsgaat

76
Q

Zwikkel

A

Proefkraantje aan lagerhand waaruit monsters kunnen worden genomen