Tentamenvragen h15 tot en met 18 Flashcards

1
Q

Welke verandering is kenmerkend voor de middelbare volwassenheid?
A) Stabilisatie van fysieke veranderingen
B) Groei van hersenfuncties
C) Begin van lichamelijke achteruitgang
D) Toename van spierkracht

A

C) Begin van lichamelijke achteruitgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat beschrijft de psychosociale crisis van generativiteit versus stagnatie volgens Erikson?
A) Het vinden van een identiteit
B) Het terugblikken op het leven
C) De behoefte om zorg te dragen voor de volgende generatie
D) Het zoeken van intimiteit

A

C) De behoefte om zorg te dragen voor de volgende generatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een kenmerk van cognitieve ontwikkeling in de late volwassenheid?
A) Groeiende cognitieve flexibiliteit
B) Afname van geheugen en verwerkingssnelheid
C) Toename van abstract denken
D) Geen veranderingen in cognitieve vaardigheden

A

B) Afname van geheugen en verwerkingssnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het kenmerk van de menopauze?
A) Toename in spiermassa
B) Stoppen van menstruatie en afname van oestrogeenproductie
C) Verhoging van vruchtbaarheid
D) Volledig stoppen van hormonale veranderingen

A

B) Stoppen van menstruatie en afname van oestrogeenproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een uitdaging tijdens de late volwassenheid?
A) Het zoeken naar een baan
B) Verlies van sociale rollen en relaties
C) Opnieuw bepalen van identiteit
D) Alle bovenstaande antwoorden

A

B) Verlies van sociale rollen en relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt het omgaan met verlies en rouw beschreven?
A) Verlies heeft geen invloed op de psychosociale ontwikkeling
B) Het proces varieert per individu en cultuur
C) Het proces is universeel en voor iedereen gelijk
D) Iedereen ervaart rouw op dezelfde manier

A

B) Het proces varieert per individu en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent succesvol ouder worden?
A) Het vermijden van ziektes
B) Het behouden van een actieve levensstijl
C) Het hebben van sociale verbindingen en cognitieve activiteit
D) Al deze antwoorden

A

D) Al deze antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is kenmerkend voor de fysieke ontwikkeling in de late volwassenheid?
A) Toename in spierkracht
B) Afname in fysieke functies en zintuigen
C) Volledig behoud van cognitieve functies
D) Toenemende motorische vaardigheden

A

B) Afname in fysieke functies en zintuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een psychosociale uitdaging tijdens de late volwassenheid?
A) Identiteit versus rolverwarring
B) Integriteit versus wanhoop
C) Generativiteit versus stagnatie
D) Autonomie versus schaamte en twijfel

A

B) Integriteit versus wanhoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan de zintuiglijke achteruitgang tijdens de late volwassenheid worden gecompenseerd?
A) Door sociale ondersteuning en technologie
B) Door training van cognitieve vaardigheden
C) Door fysieke achteruitgang te negeren
D) Door het vermijden van sociale activiteiten

A

A) Door sociale ondersteuning en technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de belangrijkste uitdaging in Erikson’s stadium van identiteit versus rolverwarring?
A) Het ontwikkelen van vertrouwen in relaties
B) Het ontwikkelen van een gevoel van autonomie
C) Het ontwikkelen van een gevoel van eigen identiteit
D) Het overwinnen van sociale isolatie

A

C) Het ontwikkelen van een gevoel van eigen identiteit
h15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat beschrijft ‘identity foreclosure’ in de theorie van Marcia?
A) Een persoon onderzoekt actief verschillende identiteiten maar maakt nog geen definitieve keuze
B) Een persoon heeft een identiteitscrisis doorgemaakt en een nieuwe identiteit gekozen
C) Een persoon neemt de identiteit aan die anderen voor hen hebben gekozen zonder eigen exploratie
D) Een persoon slaagt erin om verschillende aspecten van hun identiteit te integreren

A

C) Een persoon neemt de identiteit aan die anderen voor hen hebben gekozen zonder eigen exploratie
h15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is kenmerkend voor de fase van ‘emerging adulthood’ volgens Arnett?
A) Het gevoel dat alles mogelijk is en een gebrek aan verantwoordelijkheid
B) Het aangaan van permanente relaties en stabiele banen
C) De overgang naar volledig volwassen gedrag
D) Het afwijzen van de noodzaak voor persoonlijke groei

A

A) Het gevoel dat alles mogelijk is en een gebrek aan verantwoordelijkheid
h16

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke van de volgende factoren draagt het meest bij aan het gevoel van onafhankelijkheid tijdens de emerging adulthood?
A) Verhuizen naar een andere stad
B) Het behalen van een universitair diploma
C) Het aangaan van langdurige relaties
D) Financiële onafhankelijkheid van ouders

A

D) Financiële onafhankelijkheid van ouders
h16

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat beschrijft postformeel denken het beste?
A) Het vermogen om abstracte en hypothetische problemen op te lossen
B) Het vermogen om logische verbanden te leggen zonder subjectiviteit
C) Het vermogen om complexe en tegenstrijdige informatie te integreren in besluitvorming
D) Het vermogen om eenvoudige taken zonder nadenken uit te voeren

A

C) Het vermogen om complexe en tegenstrijdige informatie te integreren in besluitvorming
h17

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent ‘pragmatisch denken’ in de volwassenheid?
A) Het oplossen van abstracte problemen zonder rekening te houden met de werkelijkheid
B) Het combineren van theoretische kennis met praktische ervaringen voor probleemoplossing
C) Het vermijden van cognitieve dissonantie bij belangrijke beslissingen
D) Het toepassen van logische stappen zonder subjectiviteit

A

B) Het combineren van theoretische kennis met praktische ervaringen voor probleemoplossing
h17

17
Q

Wat is een kenmerk van integriteit in Erikson’s laatste levensfase?
A) Het gevoel dat het leven betekenisloos was
B) Het gevoel dat het leven voldoening heeft gegeven ondanks moeilijkheden
C) Het terugkijken op een succesvol carrièrepad
D) Het terugtrekken uit sociale interacties

A

B) Het gevoel dat het leven voldoening heeft gegeven ondanks moeilijkheden
h18

18
Q

Wat betekent het “life review” proces in de late volwassenheid?
A) Het reflecteren op belangrijke beslissingen om betere keuzes te maken in de toekomst
B) Het herzien van eerdere levenservaringen om betekenis te vinden en vrede te sluiten met het verleden
C) Het evalueren van sociale relaties en deze te herstructureren
D) Het vermijden van introspectie om teleurstelling te verminderen

A

B) Het herzien van eerdere levenservaringen om betekenis te vinden en vrede te sluiten met het verleden
h18

19
Q

Benoem alle 4 de identiteitsrollen van Marcia

A

Achievement: Exploraties daarna verbinden: opendag op school

Foreclosure: Geen exploratie en wel verbinden: ouders kiezen studie

Moratorium: Wel exploraties, niet verbinden: Heel veel uitproberen

Diffusion: Geen exploraties en niet verbinden: Niet bezig zijn met dingen proberen en ook niet aan iets binden