begrippen h9 Flashcards

1
Q

immersiemethode

A

worden kinderen met een taalminderheid gedwongen om de taal te leren waar ze op school zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is beter en effectiever tweetaling onderwijs of de two-way leermethode?

A

Two-way leer methode.

Dit is een methode waarbij kinderen met verschillende moedertalen bij elkaar in de klas worden gezet en waarbij elke taal evenveel aandacht krijgt.

Zorgt voor zowel toenames in de schoolprestatie als een groter gevoel van eigenwaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg de begrippen uit

fonologische benadering + welke methode hier wordt toegepast
+

Visueel gebaseerde herneming

A

Methode waardoor een kind kan leren lezen.

Decoderen: De woorden hardop zeggen waardoor het geschreven woord in een geluid wordt omgezet

–> het kind moet wel de fonetische taalregels kennen om dit te beheersen

Visueel gebaseerde herneming: door naar het woord te kijken kan het kind dat woord uit het geheugen ophalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metacognitie

A

het bewust zijn van het eigen denken

kinderen kunnen hierdoor bewustzijn van hun eigen denkproces en nieuwe strategieën ontwikkelen om beter te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sociale kapitaal

Voorspeller van wat?

A

bestaat uit netwerken waarvan kinderen en families kunnen profiteren

vormt een betere voorspeller van ACADEMISCH SUCCES dan sociaal economische status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mentale achterstand

A

IQ lager dan 70 EN als het kind een afwijkend cognitief functionerend heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dyslectie heeft een …. basis

A

genetische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De verrijkingsmethode en acceleratieprogramma’s bij hoogbegaafde kinderen

A

Verrijkingsmethode: verdiept en verbreedt de kennis van kinderen bijv. onderzoeksprojecten of uitstapjes

acceleratieprogramma’s: wordt het educatieproces versneld door kinderen klassen over te laten slaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschil tussen convergent denken en divergent denken

A

Convergent: het zoeken naar één antwoord

Divergent: het noemen van zoveel mogelijk mogelijkheden.
De Torrance test of creative thinking meet divergent denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Witte massa in de hersenen

A

Bevat axonen en zenuwcellen die neuronen verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Executief functioneren

A

Bewuste controlen over je gedachten, emoties en acties om doelen te behalen en problemen op te kunnen lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Concreet operationele fase van piaget

waar krijgen kinderen een beter begrip van

5 dingen die ze kunnen

A

Kinderen krijgen in deze fase een beter begrip van concepten.

  • Ruimtelijke inzicht (google maps gebruiken)
  • Causaliteit: oorzaak gevolg
  • Klassen inductie (relatie zien tussen een geheel en delen)
  • Seriatie: dingen op volgorde leggen
  • Overdrachtsinferentie (a is groter dan B en B groter dan C dan is C groter dan B
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Overdrachtsinferentie

A

a is groter dan B en B groter dan C dan is C groter dan B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inductief redeneren

Deductief redeneren

(Piaget concreet operationeel)

A

Inductief redeneren: van specifiek naar algemene gevallen (die hond bijt dus alle honden bijten)

Deductief redeneren: van algemeen naar specifiek: alle honden blaffen. Ziet een nieuwe soort dat ook blaft: ohja dat is een hond!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De drie fases van moraliteit:

A

1e fase (2 tot 7 jaar preoperationele fase): Egocentrisch: kunnen maar alleen op een manier naar het probleem kijken. goed of fout en wordt bestraft

2e fase ( 7 tot 10 concreet-operationele fase): Meer flexibel en kunnen meer dan 1 kant bekijken van het verhaal

3e fase (11 tot 12 jaar): Speelt het gelijkheidsideaal een rol. proberen iedereen gelijk te veroordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly