OEFENTENTAMEN gehele boek CHAT Flashcards
Wat beschrijft het proces van ontwikkeling als continu en cumulatief?
A. Discontinue ontwikkeling
B. Continue ontwikkeling
C. Stadia-specifieke ontwikkeling
B. Continue ontwikkeling
Wat is volgens Erikson de belangrijkste uitdaging tijdens de adolescentie?
A. Vertrouwen vs. wantrouwen
B. Identiteit vs. rolverwarring
C. Initiatief vs. schuldgevoel
B. Identiteit vs. rolverwarring
Wat wordt bedoeld met een erfelijke eigenschap die wordt doorgegeven, maar alleen tot uiting komt als beide ouders het gen bijdragen?
A. Dominante eigenschap
B. Recessieve eigenschap
C. Seksegebonden eigenschap
B. Recessieve eigenschap
Welke van de volgende factoren heeft een significante invloed op de prenatale ontwikkeling?
A. Temperament van de moeder
B. Leefstijl en omgeving van de moeder
C. Religie van de ouders
B. Leefstijl en omgeving van de moeder
Volgens Piaget bevindt een kind zich in de eerste levensjaren in welk cognitief stadium?
A. Pre-operationeel
B. Formeel-operationeel
C. Sensomotorisch
C. Sensomotorisch
Wat is de belangrijkste ontwikkelingstaak voor zuigelingen volgens Erikson?
A. Autonomie vs. schaamte en twijfel
B. Vertrouwen vs. wantrouwen
C. Initiatief vs. schuld
B. Vertrouwen vs. wantrouwen
Welke theorie beschrijft motorische ontwikkeling als een interactie van sensorische en motorische vaardigheden?
A. Behaviorisme
B. Dynamische systeemtheorie
C. Cognitieve leertheorie
B. Dynamische systeemtheorie
Welke hechtingsstijl wordt gekenmerkt door angstig gedrag bij scheiding van de ouder, maar ook afwijzing bij hereniging?
A. Vermijdende hechting
B. Ambivalente hechting
C. Veilige hechting
B. Ambivalente hechting
Welke term beschrijft het vermogen van jonge kinderen om nieuwe woorden snel op te pikken en te begrijpen?
A. Imitatie
B. Snelle mapping
C. Taaltransfer
B. Snelle mapping
Welke opvoedstijl wordt gekenmerkt door hoge controle en weinig warmte?
A. Autoritatief
B. Autoritair
C. Permissief
B. Autoritair
Wat is de belangrijkste factor voor het ontwikkelen van een veilige hechting bij kinderen?
A. Sensitieve en responsieve ouderlijke zorg
B. Strikte discipline
C. Veelzijdige leermaterialen
A. Sensitieve en responsieve ouderlijke zorg
Welke emotie tonen zuigelingen als eerste bij een sociale interactie?
A. Boosheid
B. Angst
C. Vreugde
C. Vreugde
Welke prenatale invloeden kunnen invloed hebben op de gezondheid van een baby?
A. Voeding, stress en drugsgebruik van de moeder
B. Alleen genetische factoren
C. Alle omgevingsfactoren behalve genetica
A. Voeding, stress en drugsgebruik van de moeder
Wat beschrijft het proces waarin kinderen hun eigen vaardigheden en zelfwaardering ontwikkelen?
A. Zelfconcept
B. Zelfwaardering
C. Zelfsturing
A. Zelfconcept
Wat is een belangrijke mijlpaal in motorische ontwikkeling rond de leeftijd van 5 jaar?
A. Balans bewaren en fietsen zonder zijwieltjes
B. Eenvoudig knutselen
C. Kleuren en tekenen binnen de lijntjes
A. Balans bewaren en fietsen zonder zijwieltjes
In welk stadium van Piaget begint een kind logische denkpatronen te gebruiken?
A. Pre-operationeel
B. Concreet-operationeel
C. Formeel-operationeel
B. Concreet-operationeel
Wat is de rol van “scaffolding” in Vygotsky’s leerconcept?
A. Het bieden van hulpmiddelen totdat een kind zelfstandig kan werken
B. Het aanleren van taalvaardigheden
C. Het ontwikkelen van zelfstandigheid door isolatie
A. Het bieden van hulpmiddelen totdat een kind zelfstandig kan werken
Wat is een belangrijke uitdaging in de sociale ontwikkeling tijdens de adolescentie?
A. Persoonlijke onafhankelijkheid
B. Verwerven van economische zelfstandigheid
C. Het opbouwen van sterke vriendschapsbanden
C. Het opbouwen van sterke vriendschapsbanden
Wat wordt gekenmerkt door Kohlberg’s preconventionele niveau van moreel redeneren?
A. Zelfbehoud en strafvermijding
B. Nadruk op sociale regels en normen
C. Ethisch en principieel denken
A. Zelfbehoud en strafvermijding
Welke uitdaging staat centraal in de adolescentie volgens Erikson?
A. Autonomie vs. schaamte
B. Identiteit vs. rolverwarring
C. Intimiteit vs. isolatie
B. Identiteit vs. rolverwarring
Wat is een mogelijke negatieve invloed van overmatige media-exposure op kinderen?
A. Verhoogde sociale interactie
B. Aandachtsproblemen
C. Versterking van emotionele regulatie
B. Aandachtsproblemen
Welke vaardigheid wordt beschouwd als een mijlpaal in fijne motoriek voor een kind van 3 jaar?
A. Gebruik van een vork
B. Tekeningen met details maken
C. Hupsen op één been
A. Gebruik van een vork
Welke opvoedstijl wordt vaak in verband gebracht met zelfvertrouwen en zelfstandigheid bij kinderen?
A. Autoritaire opvoedstijl
B. Autoritatieve opvoedstijl
C. Permissieve opvoedstijl
B. Autoritatieve opvoedstijl
Wat betekent het concept van plasticiteit in ontwikkeling?
A. Vaststaande eigenschappen van de persoonlijkheid
B. Aanpassingsvermogen van de persoonlijkheid
C. Onafhankelijkheid van omgevingsinvloeden
B. Aanpassingsvermogen van de persoonlijkheid