begrippen h11 en h12 Flashcards
Leg uit hoe pubertijd onstaat door 2 processen
Bijnieren produceren androgenen: beïnvloedt de groei van het lichaam en lichaamshaar
Daarna groeien de geslachtsorganen: meisjes produceren oestrogeen en mannen testosteron
primaire geslachtskenmerken
hebben betrekking op de voorplantingsorganen
secundaire geslachtskenmerken
borsten bij vrouwen en brede schouders bij mannen
groeispurt leeftijden per geslacht
vrouwen rond 10 jaar
mannen rond 12 jaar
duurt ongeveer twee jaar
ook groeispurt in grijze massa van hersenen
Formeel operationele fase (Piaget)
Kinderen in deze fase kunnen
* abstract denken
* Hypothetisch deductief redeneren: Hypothese opstellen en deze uittoetsen
Dus het wetenschappelijk kunnen denken
Conceptuele kennis (Lange termijn geheugen)
Het willen weten ‘waarom’. Dus waarom een wiskundige formule gelijk blijft als je 2 overal bij optelt.
Procedurele kennis
vaardigheden die een persoon heeft
Declaratieve kennis
feitenkennis die een persoon heeft
Rond de periode van 16 tot 18 jaar kent een persoon ongeveer …. woorden
80 000
Kohlberg’s theorie over moreel redeneren. Preconventioneel niveau:
Gehoorzamen om straf te voorkomen of beloning te krijgen. Ze handelen uit eigen belang.
Zwart wit denken/goed fout. Mening of bevestiging willen van anderen
Kinderen tussen de 4 en 10 jaar redeneren op deze manier
Kohlberg’s theorie over moreel redeneren. Conventioneel niveau:
Tevreden houden van anderen en behouden van de sociale orde staat centraal. Wordt bereikt NA het 10e levensjaar. Hier blijven de meeste in hangen. Gehoorzamen
Kohlberg’s theorie over moreel redeneren. Postconventioneel niveau:
Mensen herkennen het conflict tussen de morele standaarden en baseren hun eigen oordeel op basis van rechtvaardigheid en eerlijkheid. Dus bekijken meerdere kanten
Prosociaal moreel redeneren
Redeneren over morele dilemma’s waarin de wensen van persoon A in conflict zijn met de wensen van B en waar de sociale normen niet aanwezig zijn.
Volgens Erikson is de identiteit verbonden aan 3 kwesties:
identity vs identity confusion
Het kiezen van een beroep
Het ontwikkelen van bepaalde waardes
Ontwikkeling van de seksualiteit
deugd bij het goed ontwikkelen van deze kwesties: trouw
Identiteits difussion (Marcia)
Geen duidelijke richting of betrokkenheid bij keuzes. Geen actieve zoektocht
Lisa weet niet welke studie ze wil doen en onderzoekt geen opties. Ze stelt haar keuze uit en laat het op zich afkomen