begrippen h13 en h14 Flashcards
Emerging Adulthood
vindt plaats vòòr de jongvolwassenheid. Tijdens deze periode wordt het fundament voor het fysieke functioneren in de rest van het leven gelegd.
sociale integratie
het actief deelnemen aan veel sociale activiteiten/rollen.
Sociale steun
psychologische, materiële en informatiegerichte voordelen uit een sociaal netwerk
Reflectief denken (John Dewey)
Volhoudende, actieve en voorzichtige afweging van informatie en overtuigingen
ontwikkeld zich tussen de 20 en 25 jaar
Postformeel denken (John Dewey)
Open, individualistische en flexibel soort denken en komt vaak voor in sociale en emotionele context
Hoger dan de formeel operationele fase van Piaget.
7 fases van het cognitieve model (ontwikkeling) van Schaie.
Fases zijn gebaseerd op motiverende doelen die op verschillende fases in het leven van belang zijn.
Hebberige fase:
A: De late tienerjaren tot begin 30. Informatie wordt gebruikt om doelen na te streven.
B: Rond de kindertijd en de adolescentie. Informatie wordt vooral uit eigen belang op deelname uit de maatschappij verkregen
C: 30/40. In deze fase wordt verantwoordelijkheid genomen voor sociale systemen en sociale bewegingen
B: Rond de kindertijd en de adolescentie. Informatie wordt vooral uit eigen belang op deelname uit de maatschappij verkregen
7 fases van het cognitieve model (ontwikkeling) van Schaie.
Fases zijn gebaseerd op motiverende doelen die op verschillende fases in het leven van belang zijn.
Prestatiefase:
A: 30/40. In deze fase wordt verantwoordelijkheid genomen voor sociale systemen en sociale bewegingen
B: De late tienerjaren tot begin 30. Informatie wordt gebruikt om doelen na te streven.
C: Eind van de middelbare leeftijd of begin late volwassenheid: Mensen richten de aandacht en energie op betekenisvolle doelen nadat ze met pensioen zijn gegaan.
B: De late tienerjaren tot begin 30. Informatie wordt gebruikt om doelen na te streven.
7 fases van het cognitieve model (ontwikkeling) van Schaie.
Fases zijn gebaseerd op motiverende doelen die op verschillende fases in het leven van belang zijn.
Verantwoordelijkheidsfase:
A: 30/40. In deze fase wordt verantwoordelijkheid genomen voor sociale systemen en sociale bewegingen
B. Eind 30 begin 60: Het oplossen van praktische problemen die komen kijken bij verantwoordelijkheden richting anderen
C: Eind van de middelbare leeftijd of begin late volwassenheid: Mensen richten de aandacht en energie op betekenisvolle doelen nadat ze met pensioen zijn gegaan.
B. Eind 30 begin 60: Het oplossen van praktische problemen die komen kijken bij verantwoordelijkheden richting anderen
7 fases van het cognitieve model (ontwikkeling) van Schaie.
Fases zijn gebaseerd op motiverende doelen die op verschillende fases in het leven van belang zijn.
Uitvoerende fase:
A. Late volwassenheid: Ouderen worden selectiever bij het kiezen van taken waaraan ze aandacht besteden. Ze richten zich op het doel van wat ze doen en op de taken die de meeste betekenis hebben.
B. 30/40. In deze fase wordt verantwoordelijkheid genomen voor sociale systemen en sociale bewegingen
C. Eind 30 begin 60: Het oplossen van praktische problemen die komen kijken bij verantwoordelijkheden richting anderen
B. 30/40. In deze fase wordt verantwoordelijkheid genomen voor sociale systemen en sociale bewegingen
7 fases van het cognitieve model (ontwikkeling) van Schaie.
Fases zijn gebaseerd op motiverende doelen die op verschillende fases in het leven van belang zijn.
Reorganisatie fase:
A. Late volwassenheid: Ouderen worden selectiever bij het kiezen van taken waaraan ze aandacht besteden. Ze richten zich op het doel van wat ze doen en op de taken die de meeste betekenis hebben.
B. Eind 30 begin 60: Het oplossen van praktische problemen die komen kijken bij verantwoordelijkheden richting anderen
C. Eind van de middelbare leeftijd of begin late volwassenheid: Mensen richten de aandacht en energie op betekenisvolle doelen nadat ze met pensioen zijn gegaan.
C. Eind van de middelbare leeftijd of begin late volwassenheid: Mensen richten de aandacht en energie op betekenisvolle doelen nadat ze met pensioen zijn gegaan.
7 fases van het cognitieve model (ontwikkeling) van Schaie.
Fases zijn gebaseerd op motiverende doelen die op verschillende fases in het leven van belang zijn.
Re-intergratiefase
A. Late volwassenheid: Ouderen worden selectiever bij het kiezen van taken waaraan ze aandacht besteden. Ze richten zich op het doel van wat ze doen en op de taken die de meeste betekenis hebben.
B. Eind 30 begin 60: Het oplossen van praktische problemen die komen kijken bij verantwoordelijkheden richting anderen
C. Eind van de middelbare leeftijd of begin late volwassenheid: Mensen richten de aandacht en energie op betekenisvolle doelen nadat ze met pensioen zijn gegaan.
A. Late volwassenheid: Ouderen worden selectiever bij het kiezen van taken waaraan ze aandacht besteden. Ze richten zich op het doel van wat ze doen en op de taken die de meeste betekenis hebben.
Stilzwijgende kennis (Tacit knowledge)
Bestaat uit zelfmanagement, taakmanagement en management van anderen.
Emotionele intelligentie
De vaardigheden om emoties waar te nemen, te reguleren, te gebruiken en te begrijpen om doelen te bereiken.
Hercentrering (Recentering)
3 fases
Proces dat aan de volwassen identiteit vooraf gaat. Bestaat uit drie fases:
fase 1: Identiteit is nog gekoppeld aan de familie, maar verwachtingen over zelfstandigheid nemen toe.
Fase 2: Tijdens de opkomende volwassenheid blijft de persoon de relatie behouden met de familie, maar is niet van de familie afhankelijk
fase 3: Rond de leeftijd van 30 jaar is de persoon volledig onafhankelijk van de familie en daarnaast toegewijd aan een partner, kinderen of baan.
Normatieve fase modellen
De meeste volwassenen volgen een patroon van leeftijds gerelateerde psychosociale veranderingen. Als jong volwassenen zich niet aan anderen kunnen toewijden (Erikson) ontstaat er isolatie.