herkansing Flashcards
stapsgewijs: stadia of fase
Welke soort verandering is dit?
Kwalitatieve verandering
Geleidelijk: vloeiend
Welke soort verandering is dit?
Kwantitatieve verandering
Een periode waarin een bepaalde gebeurtenis of de afwezigheid daarvan een ontwikkelingseffect heeft
Hoe heet deze periode?
Kritische periode
Bijv. iemand die tot zijn 12e nooit in aanraking is geweest met taal zal dit later ook niet meer leren
Een periode waarin de gevoeligheid voor bepaalde ervaringen groot/groter is
Hoe heet deze periode?
Sensitieve periode
Bijv. tweetalige opvoeding als kind vergeleken iemand die ouder is en de taal leert
Ontwikkeling van taal en andere ontwikkelingen die voor de meeste mensen gelijk zijn
Invloedenmodel van de ontwikkeling (Baltes et al.)
Normatieve leeftijds-gebonden invloeden
Het verschil tussen jouw jeugd en de jeugd van jouw oma
Invloedenmodel van de ontwikkeling (Baltes et al.)
Normatief historische invloeden
Het overleven van een vliegtuigcrash of een ski ongeluk
Invloedenmodel van de ontwikkeling (Baltes et al.)
Niet-normatieve invloeden
Volgens Baltes is de ontwikkeling 7 dingen
A: L M M
B: P V
C: C B H
Levenslang
Multidimensioneel
Multidirectioneel
Plasticiteit, Veranderbaar
Onder invloed van cultuur, biologie en historische context
John Locke
Model (Mechanistisch/organisch)
Ontwikkeling (Continue/discontinue)
Verandering (kwalitatief/kwantitatief)
Tabula Rasa! Kinderen worden allemaal gelijk geboren en zijn een ongeschreven blad
Mechanistisch model: Wetenschappelijk
Continue ontwikkeling: Geleidelijke ontwikkeling
Kwantitatieve veranderingen: kijken naar hoeveel woorden een kind kan leren (Geleidelijk/vloeiend)
Jean-Jacques Rousseau
Model (Mechanistisch/organisch)
Ontwikkeling (Continue/discontinue)
Verandering (kwalitatief/kwantitatief)
Kinderen worden als ‘goede’ mensen geboren en moeten de natuurlijke ontwikkeling volgen (ouders moeten dt niet pushen)
Organisch model: het lijkt op wat er in de natuur gebeurt
Discontinue ontwikkeling: Fases en in stadia
Kwalitatieve verandering: Kijken naar het verschil in twee woorden kennen en zinnen kunnen maken
Jean Piaget theorie van cognitie ontwikkeling bevat 4 stadia (discontinu):
Sensomotorisch: 0 - 2
Preoperationeel: 2 - 7
Concreet operationeel: 7 - 12
Formeel operationeel: 12+
Sigmund Freud
5 fases van psychoseksuele ontwikkeling
Oraal, anaal, fallisch, latentie en genitaal
Erikson 8 fasen van psychosociale ontwikkeling met leeftijd
TA (4x) IIII GI
Trust vs. mistrust: 0 - 18 (Baby)
Autonomy vs. Shame & Doubt:18 maanden - 3 jaar (Kleuter)
Initiative vs. Guilt. 3 - 5 jaar (preschool)
Industry vs. Inferiority: 5 - 13 jaar (grade-schooler)
Identity vs. Role Confusion: 13 - 21 jaar (Tiener)
Intimacy vs. Isolation: 21 - 39 jaar (Jongvolwassene)
Generativity vs. Stagnation: 40 - 65 jaar (Middelbaar volwassenen)
Integrity vs. Despair: 65+ (ouderen)
4 theoretische perspectieven gebaseerd op de continue ontwikkeling van John Locke
Pavlov’s leertheorie met behaviorisme (S –> R):
- Klassieke conditionering (little Albert experiment) door John B watson
- Operatie conditionering (Pingpongende duiven) door Skinner
Bandura’s Sociale leertheorie: liet zien dat ontwikkeling bi-directioneel is: persoon en wereld beïnvloeden elkaar (Baby-doll experiment)
Vygotsky’s socioculturele theorie: gebaseerd op het Marxisme en kwam met Scaffolding en zone van naaste ontwikkeling
De neiging van een kind om zich aan persoon te hechten, zelfs wanneer die persoon niet goed voor het kind zorgt. Een voorbeeld van geleidelijke continue ontwikkeling.
Van wie is deze theorie en hoe heet de theorie?
John Bowlby - hechtingstheorie
- Het concreet-operationele stadium bij Piaget valt samen met de fase van ……….. bij Erikson
a. Trust vs. Mistrust
b. Initiative vs. Guilt
c. Industry vs. Inferiority
Het concreet-operationele stadium bij Piaget valt samen met de fase van Industry vs. Inferiority bij Erikson
Informatieverwerkingsmodel van Atkinson & Shiffrin
Continue ontwikkeling of discontinue ontwikkeling?
Het centrale idee is dat mensen actieve informatieverwerkers zijn.
- Informatie van zintuigelijke prikkels (geur, geluid) gaat in aantal fasen door het systeem
- Informatie wordt opgeslagen en het wordt ofwel vergeten of het gaat door naar de volgende fase
Vergeten kan in elke fase gebeuren, gebeurd zodat het brein niet overprikkeld raakt - Laatste fase is opslag in LTG
Ontwikkeling die plaatsvind gaat geleidelijk, dus continu!!
Cross-sectioneel onderzoek
Longtiduaal onderzoek
Cohortonderzoek
Cross-sectioneel onderzoek: Data wordt bij personen verzameld op één moment in de tijd
Longtiduaal onderzoek: Personen worden herhaaldelijk onderzocht om te bepalen of er veranderingen op treden
Cohortonderzoek: Personen met een gemeenschappelijk kenmerk worden vaker gemeten over een langere periode
Psychoanalyse van Freud & de psychosociale ontwikkeling van Erikson zijn ontstaan door Locke/rousseau?
Rousseau!
Freud en zijn psychoanalyse is discontinu
Erikson met zijn psychosociale ontwikkeling is discontinue en kwalitatief
Erikson Trust vs. Mistrust
Leeftijd
Deugd
0 - 18 maanden (baby)
Deugd: Hoop
Erikson Autonomy vs. Shame
Leeftijd
Deugd (Zorg, Trouw, Doelen, Vaardigheid, Wil, Wijsheid, Liefde, Hoop)
18 maand - 3 jaar (kleuter)
Deugd: Wil
Erikson Initiative vs. Guilt
Leeftijd
Deugd (Zorg, Trouw, Doelen, Vaardigheid, Wil, Wijsheid, Liefde, Hoop)
3 - 5 jaar (preschool)
Deugd: Doelen
Erikson Industry vs. Inferiosity
Leeftijd
Deugd (Zorg, Trouw, Doelen, Vaardigheid, Wil, Wijsheid, Liefde, Hoop)
5 - 13 jaar (middle school)
Deugd: Vaardigheid
Erikson Identity vs. Role Confusion
Leeftijd
Deugd (Zorg, Trouw, Doelen, Vaardigheid, Wil, Wijsheid, Liefde, Hoop)
13 - 21 jaar (tiener)
Deugd: Trouw
Erikson Intimacy vs. Isolation
Leeftijd
Deugd (Zorg, Trouw, Doelen, Vaardigheid, Wil, Wijsheid, Liefde, Hoop)
21 - 30 jaar jong volwassene
Deugd: Liefde
Erikson Generativitity vs. Stagnation
Leeftijd
Deugd (Zorg, Trouw, Doelen, Vaardigheid, Wil, Wijsheid, Liefde, Hoop)
40 - 65 Middelbaar volwassene
Deugd: Zorg
Erikson Integrity vs. Despair
Leeftijd
Deugd (Zorg, Trouw, Doelen, Vaardigheid, Wil, Wijsheid, Liefde, Hoop)
65+ ouderen
Deugd: Wijsheid
Sociale leertheorie van Albert Bandura
begrip modelling.
Aanhanger van John Locke zijn theorie, gaat uit van WEDERKERIG DETERMINISME (persoon heeft invloed op de wereld en de wereld weer op de persoon)
een kind leert door feedback en de omgeving om zich heen
Modelling: het nadoen/observeren van anderen (baby-doll experiment) door modelling zal het kind een gevoel van self-efficacy krijgen: het idee dat je doelen kan bereiken.
Senso-motorische fase Piaget
Leeftijd + ontwikkeling
0 - 2 jaar
reflexen, sensorische en motorische handelingen
Pre-operationele fase Piaget
Leeftijd + ontwikkeling
2 - 7 jaar
ontwikkelen van een representatiesysteem en gebruikt symbolen om mensen, plaatsen en dingen te representeren. Taal en fantasiespellen zijn hier belangrijk en het denken is onlogisch
Concreet operationele fase Piaget
Leeftijd + ontwikkeling
7 - 11
Kind kan problemen logisch oplossen maar abstract denken is nog lastig
Kind kan categoriseren:
Seriatie (eerst en laatst)
Transitief redeneren a is groter dan c
Klasse inclusie (honden en katten)
Formeel operationele fase Piaget
Leeftijd + ontwikkeling
11+
Kind kan abstract denken, omgaan met hypothetische situaties en nadenken over opties.
De incorporatie van nieuwe informatie in een bestaande cognitieve structuur (piaget)
Assimilatie
Je verandert je denkschema dus niet. Je gebruikt dus je huidige manier van denken en plakt de nieuwe informatie erbij: kind weet wat een hond is en zegt tegen een kat dat dat ook een hond is (allebei een 4 voeter)
Veranderingen in en aanpassing van een cognitieve structuur om nieuwe informatie op te kunnen nemen
Accommodatie
Je best je bestaande denkschema aan of maakt een hele nieuwe. Je moet je schema dus aanpassen: Kind ziet een vrachtwagen en maakt een nieuw schema: Er zijn verschillende voertuigen, auto’s en vrachtwagens!
Je past je huis dus aan en maakt een nieuwe kamer.
Equilibratie (piaget)
Het continu streven naar een balans tussen assimilatie en accomodatie
Leg de termen uit van micro, meso, exo, macro en chronosysteem (Uri Bronfenbrenner)
- Microsysteem: gezin, school, vrienden
- Mesosysteem: De link tussen werk en ouders
- Exosysteem: Connecties die individu indirect beïnvloeden (werk van ouders)
- Macrosysteem: Tweede kamer
- Chronosysteem: Tijdsdimensie (21e eeuw)
Case studies
Case studie: Onderzoekt individuele gevallen wanneer bijvoorbeeld niet veel mensen in een bepaalde categorie vallen
–> niet generaliseerbaar en geen causale conclusies
Etnografisch onderzoek
de gewoontes, overtuigingen en tradities die een bepaalde samenleving vormen.
Veel gebruikte onderzoeksvorm = deelnemer observatie (onderzoeker neemt deel aan de samenleving)
–> gevoelig voor observer bias.
Correlationele studies
Experiment
Houdt zich bezig met de SAMENHANG tussen variabelen
Experiment: gecontroleerde procedure waarbij de onderzoeker variabele manipuleert om te onderzoeken hoe deze variabele elkaar beïnvloeden.
Elk neuron neemt een specifieke structuur en functie aan
Differentiatie
Neuronen coördineren de activiteiten van spiergroepen
Integratie
- zichtbare imitatie
- onzichtbare imitatie
- uitgestelde imitatie
- opgewerkte imitatie
Uitgestelde imitatie: het nadoen van geobserveerd gedrag door het ophalen van een opgeslagen symbool voor dit gedrag
Onzichtbare imitatie: Imitatie van bewegingen van delen van het lichem die iemand NIET KAN ZIEN (ontwikkeld zich pas na zichtbare imitatie)
Uitgestelde imitatie: Het nadoen van geobserveerd gedrag na een bepaalde tijd door het ophalen van een opgeslagen symbool voor dit gedrag
Opgewekte imitatie: het nadoen van een specifieke volgorde van gedrag zonder dit eerder gedaan te hebben maar wel een keer gezien te hebben.
Theorie die er van uitgaat dat kennis een voortdurende interactie is tussen kennis en de ruimte waar we ons bevinden
Visual Cliff Experiment: Kwam erachter dat er NIET een aangeboren angst is maar dat het gedrag van een kind kan veranderen door zijn of haar waarneming
Ecologische theorie van J. Gibson
Wanneer ontstaat sociaal lachen bij een baby?
Na 2 maanden
tussen 4 en 8 maanden gaan ze echt echt pas lachen.
Dit betekent dat de baby echt een bewuste positieve houding wilt laten zien
Hoe heet het fenomeen dat wanneer een baby lacht naar een object en daarna naar de ouders kijkt.
Anticiperend lachen en ontstaat 8 - 10 maanden na geboorte
Situationele gehoorzaamheid
Toegewijde gehoorzaamheid
Ontvankelijke gehoorzaamheid
- Hangt af van de situatie
- volgen van de regels zonder dat hier aan moet worden herinnerd
- Gaat verder dan toegewijde gehoorzaamheid. Maakt het mogelijk om actief te socialiseren komt vaak voor met een zekere hechtingstijl