Taalfuncties Flashcards
Présenter son avis
Mening inleiden
Je pense (plutôt) que…
Ik denk (eerder) dat…
Je pensais que…
Ik dacht dat…
Je crois que..
Ik meen / geloof dat…
Selon moi..
Volgens mij…
Serait-ce possible que…
Zou het kunnen dat…
Je suis d’avis que..
Ik ben van mening dat…
J’ai l’impression que…
Ik heb de indruk dat…
J’ai le pressentiment que…
Ik heb het vermoeden dat…
A mon avis, à mon sens…
Mijns inziens…
A mon avis…
Naar mijn mening…
Répéter - préciser
Herhalen - verduidelijken
Si je vous comprends bien…
Als ik u goed begrijp….
Comment ça?
Hoezo?
Comment dites-vous?
Hoe zegt u?
Que voulez-vous dire?
Wat bedoelt u?
Explique un peu!
Leg dat eens uit!
Je ne vois pas bien comment…
Ik zie niet goed in hoe…
Si je ne me trompe …
Als ik het goed (voor) heb…
Vous voulez donc dire que…
U bedoelt dus dat…
Pensez-vous vraiment que … ?
Geloof je nou echt dat…?