ABabyC - Baby's lichaam Flashcards
le corps
het lichaam
la tête
het hoofd
le visage
het gezicht
la bouche
de mond
la dent
de tand
la dent de lait
de melktand
la langue
de tong
la lèvre
de lop
le nez
de neus
l’oeil
het oog
l’oreille
het oor
le menton
de kin
les cheveux
het haar
le poignet
de hals
la gorge
de keel
le cou
de nek
l’épaule
de schouder
le bras
de arm
la main
de hand
le doigt
de vinger
l’ongle
de nagel
le ventre
de buik
la poitrine
de borst
le nombril
de navel
l’estomac
de maag
les intestins
de darmen
le dos
de rug
le zizi
de piemel
le vagin
de vagina
la jambe
het been
le genou
de knie
les fesses
de billen
le pied
de voet
l’orteil
de teen
la peau
de huid
s’asseoir
zitten
se tenir droit
rechtop staan
se tenir droit sur sa chaise
rechtop zitten
être couché
liggen
se tourner
zich draaien
rouler
rollen
bouger
bewegen
marcher
stappen
ramper
kruipen
courir
lopen
regarder
kijken
entendre
horen
voir
zien
rire
lachen
attraper
grijpenn
sentir
voelen
tomber
vallen
faire signe de la mainn
zwaaien
se cramponner
zich vasthouden
la tête
il se tient déjà droit
hij staat al zelf rechtop
elle est couchée sur la table à langer
ze ligt op de verzorgingstafel
elle se tourne sur le ventre
ze draait zich op haar buik
il marche déjà
hij kan al stappen
elle rampe déjà
ze kruipt al
après son biberon, je le redresse
na zijn flesje zet ik hem rechtop
il me regarde
hij kijkt naar mij
elle rit beaucoup
ze lacht veel