ABabyC - Baby in bad Flashcards
1
Q
le bain
A
het bad
2
Q
la douche
A
de douche
3
Q
le pot
A
het potje
4
Q
le savon
A
de zeep
5
Q
le shampooing
A
de shampoo
6
Q
l’huile pour bébé
A
de babyolie
7
Q
le coussin à langer
A
het verzorginngskussen
8
Q
le gant de toilette
A
het washandje
9
Q
l’essuie
A
de handdoek
10
Q
le lange
A
de pamper
11
Q
la lingette
A
het vochtige doekje
12
Q
le mouchoir
A
de zakdoek
13
Q
la brosse à dents
A
de tandenborstel
14
Q
le dentifrice
A
de tandpasta
15
Q
la brosse
A
de borstel
16
Q
le peigne
A
de kam
17
Q
le miroir
A
de spiegel
18
Q
le coton-tige
A
het wattenstaafje
19
Q
le coupe-ongles
A
de nagelschaar
20
Q
laver
A
wassen
21
Q
donner le bain
A
een badje geven
22
Q
essuyer
A
afdrogen
23
Q
savonner
A
inzepen
24
Q
faire pipi
A
plassen
25
brosser les dents
tanden poetsen
26
peigner les cheveux
haren kammen
27
prendre soin de
verzorgen
28
changer
verschonen
29
couper les ongles
de nagels knippen
30
je nettoie ses fesses avec une lingette humide
ik veeg haar billetjes af met een vochtig doekje
31
je lui donnerai un bain ce soir
ik geef haar vanavond een badje
32
elle fait pipi dans le petit pot
ze plast op het potje
33
je la lave avec un savon spécial
ik was haar met speciale zeep