Suïcide Flashcards

1
Q

Meervoudige
verklaringen
suïcide

A

Bij elke suïcide spelen er meerdere invloeden en oorzaken. Het is deels te begrijpen vanuit psychiatrische aandoeningen, psychologische mechanisme, pech, lichamelijke kwetsbaarheid, opvoedingsfactoren, traumatische gebeurtenissen en een combinatie van. Soms is suïcide ook onvoorspelbaar en onverklaarbaar. Er zijn wel algemene verklaringen voor individuele verschillen in weerbaarheid en kwetsbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Suïcidaliteit als
symptoom bij
psychiatrische
aandoeningen

A

In 87% van de suïcide gevallen was er een voorgeschiedenis in psychiatrische stoornissen wat mogelijk stelt dat suïcidaliteit begrepen kan worden als een symptoom van een onderliggende psychiatrische ziekte (voor sommige) wat het ook een belangrijk punt in behandeling maakt.
- 43% depressieve stoornis
- 26% middelen afhankelijkheid
- 16% persoonlijkheidsstoornis
- 9% psychotische stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Suïcidaliteit als
symptoom bij
depressie

A

Meer dan 50% van depressieve mensen heeft suïcidale gedachten waarbij de intensiteit hiervan evenredig is met de ernst van de depressie. Van mensen die suïcide gepleegd hebben leed 75% aan een depressie, het gaat vaak samen met comorbide psychiatrische stoornissen en lichamelijke aandoening
- Deel heeft ooit een poging gedaan, suïcide is belangrijkste oorzaak voor verhoogde sterfte onder depressie (mortaliteit ca. 15%)
- Risico op suïcide is 20x zo groot bij depressie, 15x bij bipolaire, 12x bij dysthyme en 16x bij anders omschreven stemmingsstoornis
- Risico is afhankelijk van de ernst, duur, intensiteit van symptomen en subjectieve ervaring van de depressie en daaraan gepaarde hopeloosheid
- Depressie is een voedingsbodem voor ontwikkeling suïcidaliteit wanneer zich ook andere determinanten aandienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hopeloosheid

A

Kenmerkende manier van kijken naar de toekomst met over gegeneraliseerde negatieve verwachtingen, idee van machteloosheid en externe locus of control. Het belangrijkste aspect van suïcide. Iemand anticipeert op toekomstig lijden, eenzaamheid, emotionele ontreddering en uitblijven van positieve ervaringen. Mate van hopeloosheid heeft bij psychiatrische problematiek een voorspellende waarde. Sommige hebben een sterke neiging tot terugkerende wanhoop en suïcidaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Suïcidaliteit als
symptoom van
bipolaire stoornis

A

80% heeft gedachten en 50% doet een poging. Ernst van depressieve episode en ernst van wanhoop zijn geassocieerd. Vermoeden van erfelijke aanleg en risico wordt 15x groter. Met name verhoogd in combinatie met alcohol gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Suïcidaliteit als
symptoom van
angststoornis

A

Relatie met gedachten en pogingen, maar nog veel onduidelijk vanwege hoge comorbiditeit met depressie. Angststoornis verhoogd wel de kans op poging bij depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Suïcidaliteit en
PTSS

A

Hoger risico, met name naast een depressie en alcoholverslaving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Suïcidaliteit en
verslaving

A

7% komt door suïcide om het leven, associatie met verslaving aan drugs is groter dan die aan alcohol.
o Veel mensen die suïcide plegen zijn onder invloed van alcohol (40%)
o Associatie tussen alcohol en suïcide is sterker bij mannen dan bij vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Suïcidaliteit en
Schizofrenie en
psychotische
stoornissen

A

5-7% overlijd door suïcide, pogingen komen veel voor (met name in periode na ontslag). Mogelijk een erfelijke aanleg en risico is hoger bij comorbide depressie, alcoholmisbruik, rusteloosheid, geringe therapietrouw en verlieservaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Suïcidaliteit en
eetstoornis

A

Anorexia: risico is 8x groter, bij BN geen verhoogde kans wel bij beide pogingen toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Suïcidaliteit en PS

A

Suïcidale gedachten zijn een symptomen bij borderline, deze hebben vaker pogingen zonder dodelijke afloop. Bij borderline komt 5-10% om het leven door suïcide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Suïcidaliteit als
transdiagnotisch
symptoom

A

Suïcidaliteit komt bij veel ziektebeelden voor waardoor het meer een algemeen symptoom is. Het is te begrijpen als een complicatie van/of gevoeligheid voor hopeloosheid, impulsiviteit en agressiviteit. Deze houden verband met disfunctie van het serotonerge system met sterkte psychobiologische respons op confrontatie met uitlokkende omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Neuro-
psychologische
kwetsbaarheid

A

Hangen samen met mentale functies (aandacht en perceptie, stoornissen in autobiografisch geheugen, verstoord toekomstgericht denken, rigiditeit, beperkte probleemoplossende vaardigheden en slechte beslissingen nemen. Verminderen van hopeloosheid laat onderliggende neuropsychologische kwetsbaarh. niet verdwijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Suïcidaliteit als
herpesvirus

A

Suïcidaliteit lijkt een virus dat in het systeem is genesteld om weer te manifesteren bij een volgende tegenslag. De neiging om te reageren met suïcidale gedachten zullen misschien niet verdwijnen, maar er kan wel geleerd worden om hier mee om te gaan. Er moet extra aandacht zijn in periode met hoger risico zoals na ontslag uit ziekenhuis of opname waar zorg beschikbaar moet zijn en terugvalpreventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Suïcidaliteit als
karakter

A

Kwetsbaarheid bij bepaalde karakters of persoonlijkheidskenmerken weerspiegelen stoornis in affectregulatie die op kritieke momenten tot zelfdestructieve neigingen kan leiden. Enkele dimensies zijn samenhangend in aanloop naar suïcidaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Relationele
problemen en
suïcidaliteit

A

Relationeel problemen voorafgaand aan een poging zijn vaak vergelijking met problemen van vroeger. Vaak hebben ze als kind traumatische gebeurtenissen doorgemaakt waardoor er een negatief zelfbeeld en gevoelens van hulpeloosheid zijn ontwikkeld. Elke negatieve relationele gebeurtenis kan suïcidaliteit uitlokken

17
Q

Hulpeloosheid

A

Vaak zijn er gevoelens van hulpeloosheid op meerdere levensgebieden zoals verslaafd zijn, openomen of gedetineerd. Aangeleerde hulpeloosheid waarbij ze denken geen invloed te hebben over het lot

18
Q

Affectregulatie

A

Eigen gedachten en gevoelens kunnen zien, verdragen, bijstellen of herwaarderen. Suïcidale mensen zijn zich vaak onbewust van emotionele reacties, accepteer deze niet of hebben moeite met de controle van impulsen. Hierbij spelen impulsiviteit, competenties, verwachtingen en levenservaring een rol

19
Q

Impulsiviteit

A

Een poging vindt vrijwel nooit plaats zonder een voorafgaand suïcidaal proces. Impulsieve mensen handelen sneller vanuit een impuls wat de kans groter maakt dat ze suïcidale gedachten omzetten naar gedrag. Gedachten zijn vaak al langer aanwezig
o Kleine groep mensen gaat onverwachts over op zelfdoding zoals bij wanen, grote angst, psychose, sterk afgenomen remming vanwege neurologische schade.
o Met name bij adolescenten lijkt suïcide impulsief. Gewelddadige impulsiviteit is een risico voor suïcide met gewelddadige middelen
o Impulsiviteit komt meer voor bij groepen met verhoogd suïcide risico. Bv borderline
o Impulsiviteit verklaard waarom beschikbaarheid van middelen invloed heeft op de wijze waarop iemand suïcide pleegt

20
Q

Dichotoom denken

A

Neiging om ervaringen te verwoorden in alles-of-niets termen, dus ook het zelfbeeld met daarbij een voorkeur voor een negatieve evaluatie. Hopeloosheid is ook een globaal concept zonder nuancering. Perfectionisme en faalangst zijn ook voorbeelden

21
Q

Rigiditeit

A

Problemen worden op een meer rigide manier aangepakt, ze zijn meer passief en hebben lage competentie verwachtingen. Oplossingen zijn minder op de toekomst gericht waardoor ze meer vastlopen in alledaagse problemen

22
Q

Overgeneraliseren

A

Beperkte, weinig genuanceerde herinneringen aan eerdere problemen en oplossing
waardoor er weinig oplossingsmogelijkheden worden gezien voor nieuwe problemen.
Neiging om gebeurtenissen op een over gegeneraliseerde manier te herinneren

23
Q

Krenking

A

Kwetsbaarheid voor krenking van het zelfbeeld. Suïcide kan een manier zijn om het zelfbeeld te beschermen tegen verlies. Gekrenkte trots met woede kan ook

24
Q

Suïcidaliteit als
reactie op
bedreigende
belangen

A

Mensen worden wanhopging als belangrijke zaken in het leven dreigen mis te gaan op een onherstelbare wijze. Suïcidaliteit kan begrepen worden als een reactie op geblokkeerde belangrijke doelen waarbij het onmogelijk lijkt/is om deze in de toekomst nog te bereiken. Wordt ervaren als persoonlijkheid lijkt te desintegreren en de identiteit op het spel staat. Zelfbeeld is grotendeels bepaald uit de doelen die we kiezen en bereiken. Bedreigingen van het zelfbeeld weerspiegel twijfels aan de eigen competentie om effectief om te gaan met geblokkeerde idealen

25
Q

Cognitief
motivationele
benadering van
suïcidaliteit

A

Focust op het verlies van waarden en doelen. Hulpverlening gaat na hoe toekomstige belangen het beste gediend wordt, het wegnemen van blokkades en heroverwegingen van prioriteiten

26
Q

Toekomstgerichte
training

A

Kan helpen bij het stimuleren om op een realistische manier met de toekomst bezig te zijn. Het is een vorm van CT en coaching waarbij naasten ook betrokken worden om toekomstverachtingen te normaliseren

27
Q

Flashforwards

A

Piekeren over suïcide gaat vaak samen met opdringende levendige beelden en voorstellingen over suïcide welke fungeren als mentale voorbereiding op het plegen van suïcide. Vaak zijn deze beelden net zoals de gedachten niet onder controle. Voorstellingen van eigen zelfdoding zijn sterk emotioneel en worden soms als traumatiserend ervaren. Hoe gedetailleerder en overweldiger de beelden hoe hoger het risico. Mensen met bipolaire stoornis hebben meer flashforwards. Mogelijk zijn flashforwards te behandelen met EMDR

28
Q

Suïcidaliteit als
communicatie

A

Suïcidaliteit heeft altijd een relationele communicatieve kant waarbij het denken een weerspiegeling is van vaak isolement en het uiten van deze gedachten een poging kan zijn om het isolement te doorbreken. Een poging spiegelt soms een boodschap naar naasten maar naast de communicatieve betekenis is er ook een doodswens. Wanneer suïcidaliteit als manipulatie ingezet lijkt te worden is het toch eerder een demonstratie van onmacht dan een weldoordachte manipulatie. Het kan een vorm zijn van een schreeuw om hulp

29
Q

Procesmodel van
suïcidaliteit

A

Een wisselwerking tussen factoren staat centraal
- Kwetsbaarheidsfactoren: al dan niet erfelijke biologische factoren die impulsen, agressiecontrole en verwerking van gebeurtenissen beïnvloeden. Ook levensgeschiedenis en aangeleerde hulpeloosheid
- Persoonlijkheidsfactoren: versterken de gevoelens van hopeloosheid. Het gaat om relationele onmacht, hulpeloosheid, gebrekkige affectregulatie, impulsiviteit, dichotoom denken, rigiditeit, perfectionisme, piekeren en gebrekkige probleemoplossende vaardigheden en krenkbaarheid van het zelfbeeld
- Uitlokkende gebeurtenissen: gebeurtenissen die bedreigend zijn voor zelfbeeld en belangrijke doelen. Deze generaliseren naar bedreiging voor de identiteit en hulpeloosheid
- Piekeren: onophoudelijk piekeren over suïcide, herhalende gedachten en beelden worden zelfkwelling die als ondragelijk worden ervaren
Suïcide is een ontsnapping aan bovenstaande. Deze geblokkeerde ontsnappingen vormen een ondragelijke hopeloze situatie, de suïcidale crisis. Het verschilt per individu hoelang men deze kan verdragen afhankelijk van sociale steun en hulpverlening. Ambivalentie tussen hoop en hopeloosheid is een kenmerk van het suïcidaal proces.

30
Q

Waarom plegen
zoveel mensen
geen suïcide

A

Hulpverleners moeten uitgaan van het principe dat alle suïcidale mensen liever niet dood willen en alles aangrijpen om verder te leven. Ambivalentie tussen hoop en wanhoop is een basis kenmerk van suïcidaliteit. beschermde factoren:
- Interne hulpbronnen: affectregulatie, impulscontrole, vermogen te relativeren, flexibiliteit, goed ontwikkelde zelf en relatie met zichzelf, vertrouwen hebben in anderen, hulp vragen
- Omgevingsfactoren: Een begripvol contact met een medemens, hecht netwerk, afwezigheid van middelen, religie, jonge kinderen (alleen preventief bij vrouwen), een goed bereikbare en deskundige gezondheidszorg