H4 Farmacotherapie deel 2 Flashcards
Bijwerkingen
overige stemmings-
stabilitasoren
- Sufheid, duizeligheid, maag-darm klachten (met name begin), huiduitslag en zeldzaam verlaging van witte bloedcellen
- Bij een te hoge bloedspiegel spreken dubbele tong, sufheid, onzeker lopen en beven
- Regelmatige controle bloedspiegel en leverfunctie. Ze kunnen de werking van afbraakenzym in de lever versterken waardoor andere middelen ook sneller afgebroken worden en in dosering verhoogd moeten worden. (oa anticonceptie)
Anxiolytica en
hypnotica
Anxiolytica verminderen angst en hypnotica zijn slaapmiddelen welke uit de gezamenlijke groep benzodiazepinen komen (chloordiazepoxide, clorazepaat, clonazepam, diazepam, lorazepam, nitrzepam, oxazepam en temazepam)
Werking Anxiolytica
en hypnotica
Benzodiazepinen verbinden zich aan de benzodiazepine receptoren waardoor de neurotransmitter GABA in activiteit wordt versterkt. GABA heeft een remmende werking waardoor de spierspanning verlaagt, de drempel voor epileptische insulten wordt verhoogd, en het een gunstige invloed heeft op angstniveau en kwaliteit van slaap. Welk effect op de voorgrond staat (angstverminderend, spierverslappend, slaapverwekkend, tegengaan insult) wordt bepaald door de farmacokinetiek zoals vetoplosbaarheid, halfwaardetijd en uitscheiding
Toepassing
Anxiolytica en
hypnotica
- Toepassing is altijd tijdelijk
- Bestrijding van symptomen van alcoholonthoudings delier en GHB-onttrekking
- Wanneer angst een symptoom is van een andere stoornis dan angststoornis moet de behandeling zich eerst richten op de primaire stoornis. Serotonerge werkende antidepressiva kunnen effectiever zijn dan benzodiazepine
- Benzo’s kunnen in het begin van behandeling met antidepressivum helpend zijn om de angsttoename in de beginfase te verminderen
Bijwerkingen
Anxiolytica en
hypnotica
- Meest voorkomede zijn sufheid, slaperigheid, verhoogd risico op vallen
- Bij overdosering of langdurig gebruik vermindering van cognitieve functies en stoornis in oordeelsvermogen (zelfoverschatting)
- Bij mensen met een onvolgroeid beschadigd brein eventueel juist actiever
- Benzo’s leiden bij langer gebruik dan 2 weken tot tolerantie (ook kruistolerantie, dus al tolerantie voor andere sederende stof, ook voor benzo), afhankelijkheid en onthoudingsverschijnselen. Hierdoor enkel gebruik voor korte duur en afbouwen.
- Benzo’s kunnen het effect van andere psychoactieve stoffen versterken of omkeren
Stimulantia
Hebben een stimulerende werking op het brein, veelgebruikt bij ADHD. Methylfenidaat, zowel kortdurend (ritalin) als langwerkend (concerta en medikinet)
Werking van stimulantia
Werkt via het dopaminerge zenuwcellen waarbij dopamine betrokken is als neurotransmitter bij cognitieve processen en de motoriek. Methylfenidaat versterkt de rem- en filterfunctie via de dopaminerge neuronen in het brein bij cliënten die overactief zijn.
- Echter als iemand met ADHD in rust is, activeert het waardoor het niet later op de dag ingenomen moet worden om slapeloosheid en onrust te voorkomen.
- Bij ADHD in 70% van de gevallen voor vermindering van overactiviteit en verbetering van aandacht en concentratie en hierdoor verbetering in algemene functies
- Nadeel is korte halfwaardetijd waardoor meerdere inname op een dag nodig is. Hierdoor eventueel keuze voor langwerkende variant (concerta)
- Atomoxetine is een nieuw middel dat niet werkt via dopamine maar door remming van heropname van noradrenaline. Verbetert ook aandacht en concentratie en valt niet onder de groep stimulantia
Toepassing stimulantia
Bij de behandeling van ADHD en moet in combinatie met psycho-educatie, coaching of psychologische behandeling
Bijwerkingen stimulantia
- Meest voorkomende zijn verminderde eetlust, gewichtsdaling, slaapproblemen, trillen, hoofdpijn, droge mond, toename van bestaande somberheid en angst, groeiremming, en bij aanwezigheid van tics eventueel verbetering of verslechtering
- Rebound-effect waarbij symptomen in versterkte mate terugkomen bij stoppen van medicatie aan het einde van de dag
- Atomoxetine kent misselijkheid, buikpijn, verminderde eetlust, grieperig gevoel, hoge bloeddruk, onrust, prikkelbaarheid, duizeligheid, vermoeidheid en snelle hartslag
Slaap- en waaktherapie(melatonine)
Doel is om herstel teweeg te brengen in het slaap-waak mechanisme en om de opbouw van slaap te normaliseren.
- Slaap-waakcyclus kent een dagelijks ritme van 25 uur waarbij het ritme terug te vinden is in een patroon van elektrische activiteit in het brein dat kenmerken heeft tijdens slapen en waken. Slapen is noodzakelijk voor gezond herstel van functies
- Melatonine is een hormoon geproduceerd door de pijnappelklier en het reguleert het natuurlijke slaap-waakritme. In de avond en vroege nacht heeft het een hoge concentratie en in de loop van de nacht een daling. Minder zinvol voor behandeling van slaapstoornis maar wel indicatie bij ontregeling van normaal slaap-waak ritme (jetlag, ADHD, dementie)
Slaap-onthoudings-
therapie
Slaapdeprivatie: Niet medicamenteus. Wordt gedaan bij een depressie waarbij client gedurende de nacht of een groot deel van de nacht wakker moet blijven. Therapeutische effect door het onthouden van de tweede helft van de slaap
- Effect is kortdurend (1-2 dagen)
- Risico op hypomaan of manisch ontremd
- Voor langer effect moet slaapdeprivatie 2-3 opeenvolgende nachten duren
- Intensief en vraagt om veel motivatie en onthoudingsvermogen.
- Toepassing bij therapieresistente depressieve stoornis
Lichttherapie
Dagelijks toedienen van enkele uren helder intens kunstlicht bij winterdepressie. Behandeling van 5 dagen achtereen gedurende 3 uur per dag met licht met intensiteit van 2500 lux of een halfuur per dag aan 10.00 lux. Bij een ongewenst effect of terugval eventuele herhaling van de sessie. Werkzame element van lichttherapie is de hoeveelheid licht die op het netvlies valt. Ook verband tussen lichtintensiteit en duurbehandeling. Hoe hogere intensiteit, hoe korter de behandelduur. Lichttherapie is bij 80% effectief voor een winterdepressie. Ook effect op gedrag en cognitieve functiestoornissen en ontregelde slaap-waakpatroon bij dementerende ouderen
Elektroconvulsie
therapie (ECT)
Behandeling waarbij 2 op de schedel geplaatste elektroden voor een korte tijd elektrische energie door de hersenen leiden waardoor een epileptisch insult volgt. Door de gegeneraliseerde elektrische activiteit (insult) in beide hersenhelften met een minimale duur van 20 sec. komt een therapeutisch effect. Toediening op alleen de rechterhersenhelft is voldoende om gewenste antidepressieve effect te bereiken.
- Effectief en werd veel gebruikt bij ernstige psychosen maar nu voorkeur medicatie.
- Publieke opinie van een barbaarse methode. ECT wordt toegepast onder kortdurende narcose en onder spierverslappende middelen om trekking in spieren bij het insult en daarmee botbreuken en spierscheuren te voorkomen
- ECT is niet meer controversieel en veilig en zeer effectief (60-70%) bij depressieve stoornissen, depressie met psychose, therapieresistent en katatone toestandsbeeld
- ECT zorgt voor een verhoogde afgifte van verschillende neurotransmitters en een toename van contacten tussen zenuwcellen zoals antidepressiva bewerkstelligen
- ECT heeft meerdere sessies met ca. 8-12 behandelingen voor herstel
- Vervolgbehandeling met medicatie is nodig om terugval te verkleinen. Indien terugval kan er een onderhoud ECT plaatsvinden iedere 4-5 weken
Bijwerkingen ECT
Geen blijvende bijwerkingen maar na behandeling hoofdpijn, desoriëntatie, moeite met herinneringen recente gebeurtenissen en opslaan nieuwe informatie. Soms ook doorschieten van depressie naar manie. Bijwerkingen verdwijnen na 9-12 maanden
Transcraniële
magnetische
stimulatie
(TMS/rTMS)
Er wordt een spoel bij het hoofd geplaats waarbij een magnetisch veld wordt opgewekt door een elektrische stroom door de spoel. Het elektromagnetische veld induceert potentiaal veranderingen in de zenuwcellen van de cortex van de hersenen. Hypothese dat hierdoor de frontale functies en het werkgeheugen worden versterkt
- TSM wordt gedaan bij therapieresistente depressieve stoornis en bij hallucinaties
- Resultaten zijn wisselend en beperkt qua duur van het effect. Onderzoek moet zich nog verder richten op het verbeteren van de techniek en specificeren van indicaties