H13 Psychotische stoornissen Flashcards
Epidemiologie
psychotische
stoornissen
Tijdens adolescentie en vroege volwassenheid zijn psychotische ervaringen vaak voorbijgaand. Blootstelling aan risicofactoren en emotionele stress maken symptomen eerder langdurig
- Incidentie van eerste psychose is 2.2/10.000
- Prevalentie is 400/10.000
Oorzaken
psychotische
stoornis
Grote nadruk op genetische componenten maar wetenschap heeft hier weinig over opgeleverd. Focus op de gen-omgeving interactie die risico op psychose versterken
- Genetische determinanten zijn aspecifiek, complex, polygenetisch en hebben weinig voorspellende waarde
- Omgevingsdeterminanten blijken een toename van het risico, zeker i.c.m.
o Cannabisgebruik verhoogd de kans op een psychotische stoornis
o Slaapdeprivatie heeft een relatie met ontstaan psychotische episode
o Opgroeien in een stad en blootstelling aan kindermishandeling en misbruik hebben verhoogde kans op ontwikkelen van psychose
PANNS
(Gestructureerd interview) kan psychotische symptomen in kaart brengen
Negatieve
psychotische
symptomen
Gedachten, gevoelens, gedragingen die zijn weggevallen zoals drive en wilskaracht om iets te ondernemen of vol te houden
o Afname van expressie: beperkte affectieve modulatie, gebrek aan spontaniteit, maniërisme en pose (= onnatuurlijk lichaamshouding), motorische retardatie en avolitie (geen initiatief nemen)
o Gebrek aan sociale motivatie: emotionele teruggetrokkenheid, passieve of apathische sociale teruggetrokkenheid of sociale vermijding
Meten negatieve
symptomen
o KNSS. Belangrijkste schaal. 13 items.
o PANNS
o SANS
Affectieve
psychotische
symptomen
Affectieve ontregeling zoals emotionele ontreddering en angst. Angst kan voorafgaand zijn of een gevolg zijn. Differentiaaldiagnostiek voor depressieve-, manische-, angstklachten is belangrijk bij huidige of eerdere psychotische episode
Cognitieve
psychotische
symptomen
Neurocognitieve en sociaal-cognitieve beperkingen. Snelheid van informatieverwerking, aandacht en concentratie, geheugen, verbaal en visueel leren, planning en probleemoplossend vermogen en sociale cognitie. Testbaterij voor cognitief functioneren zijn de Matrics en de Cantab
Clinical staging
(Stadieringsmodel)
Model voor diagnostiek en behandeling welke uitgaat van het principe dat door preventieve behandeling voorkomen kan worden dat er zich een stoornis ontwikkelt en dat intensieve behandeling in de eerste fase voor een deel kan voorkomen dat ze in een volgende fase terechtkomen.
o Fase 1. Hoog risico op een psychose
o Fase 2 eerste psychose
o Fase 3 episodisch verloop
o Fase 4 aanhoudende ernstige problematiek
Fase 1 staging
model
Hoog risico op een psychose: voorafgaand aan eerste psychose zijn er vaak al vluchtige psychotische verschijnselen aanwezig die samengaan met andere symptomen zoals angst, depressie, achteruitgang in functioneren. 1 op de 3 mensen in deze verhoogde risicogroep krijgt een psychotische stoornis binnen 3 jaar waarbij 3 groepen onderscheiden worden waarbij er achteruitgang in sociaal functioneren is
o Cliënten met subklinische psychotische ervaringen
o Cliënten met fluoride psychose korter dan een week, die zonder behandeling in remissie kwamen
o Een familiaire belasting via ouder, broer of zus
Fase 2 staging
model
Voor het eerst een psychose doormaken waarbij er minimaal een week psychotische symptomen aanwezig zijn gepaard met achteruitgang in sociaal functioneren en toenemende lijdensdruk. Vroegtijdig passende behandeling is belangrijk voor de prognose, een korte onbehandelde psychose duur heeft een gunstigere prognose
Fase 3 staging
model
Episodisch verloop: onvolledige remissie, relapse of recidief.
o Er blijft last zijn van psychotische symptomen bij onvolledige remissie.
o Bij remissie is er een fase waarin geen symptomen aanwezig waren
o Een terugval wanneer er wel opnieuw psychotische symptomen optreden.
o Van recidief is er sprake wanneer na een remissie meerdere keren een terugval is geweest gecombineerd met een terugval in dagelijks functioneren
Fase 4 staging
model
Aanhoudende ernstige problematiek: cliënten die meerdere recidiverende symptomen doormaken of waarbij psychotische symptomen chronisch aanwezig zijn. Tevens sprake van langdurige achteruitgang in functioneren
Diagnostiek
psychotische
stoornissen
(aanbeveling
zorgstandaard)
Zorgstandaard beveelt een driedeling in diagnostiek
- Categorale diagnostiek met classificatie volgens DSM-5
- Dimensionele diagnostiek waarbij belangrijkste kenmerkende symptomen in kaart gebracht worden
- Gepersonaliseerde diagnostiek waarbij symptomen in combinatie met persoonlijke factoren en krachten in beschrijvende diagnose worden onderzocht
Categorale
diagnostiek m.b.v.
DSM-5
Iedere client heeft een andere combinatie van symptomen waardoor classificatie nog weinig richting geeft aan zorgbehoefte. Classificatie helpt wel bij bekostigen van zorg en vergelijkingen in onderzoek. Er zijn momenteel categorieën voor de aard, duur, beloop van symptomen in samenhang met andere psychisme klachten en de gevolgen van symptomen op sociaal functioneren
- Miniscan en CASH zijn semigestructureerde interviews voor ordering
- Categorale diagnostiek wordt door cliënten vaak gezien als stigmatiserend
- Op basis v symptomen en duur aanwezigheid van klachten wordt er geclassificeerd
Attenuated
psychosis syndrom
Categorie welke gaat over de fase voorafgaand aan een psychotische stoornis. Kan gebruikt worden om verhoogd risico aan te duiden.