H7 Cognitieve gedragstherapie Flashcards
2 componenten CGT
- Gedragstherapeutisch: richten op het veranderen van het gedrag. Gedrag is bepalend voor hoe iemand zich voelt, tijdens behandeling leert cliënt om met beter passend gedrag te reageren
- Cognitieve: richten op de invloed van gedachten op gevoel en gedrag. Disfunctionele cognities zorgen voor ongewenste gevoelens en gedragingen. Tijdens behandeling leert cliënt hoe hij disfunctionele gedachten kan identificeren, evalueren en veranderen
CGT als
paraplubegrip
CGT is een paraplubegrip voor verschillende behandelvormen welke als overkoepelend kernmerk hebben dat er een samenwerking is tussen gedachten, gevoelens en gedrag en de visie dat cognitieve- en gedragsmatige interventies negatieve gevoelens en ongewenste gedragingen kunnen veranderen.
Gedragstherapie
(leertheorie;
Eysenck):
Ontstond in de jaren 60 als reactie op de psychodynamische visie met aandacht voor effectieve leertheorie en onderscheid in
- Klassieke conditionering (stimulus-respons): prikkels die in de eerste instantie niets met elkaar te hebben die op een bepaald moment met elkaar in verbinding worden gebracht. Een ongeconditioneerde stimulus wordt een geconditioneerde stimulus die een geconditioneerde respons uitlokt.
- Operante conditionering: gedrag is geleerd door de gevolgen van het gedrag. Gedrag heeft consequenties die de kans vergroten of verkleinen dat het gedrag in de toekomst opnieuw vertoond wordt. Een bekrachtiging vergroot deze kans, en een straf verkleint deze.
Visie is dat gedrag aangeleerd is en ook weer afgeleerd kan worden middels principes van de klassieke en operante conditionering en toepassing hiervan in therapie
Extinctie vs
belonen/straffen
- Extinctie (klassieke): aangeleerde associaties kunnen uitgedoofd worden door een herhaaldelijke geconditioneerde stimulus aan te bieden zonder dat de geconditioneerde respons daarop volgt
- Belonen/straffen (operant): gedragsverandering behalen door gewenst gedrag te bekrachtigen en ongewenst gedrag uit te doven of te bestraffen
Kritiek op
gedragstherapie
Mentale processen (gedachten) worden buiten beschouwing gelaten. Hierdoor ontstond cognitieve revolutie
Cognitieve
benadering (Beck &
Ellis)
Stelt dat gedachten een cruciale rol spelen in het samenspel van cognitieve, gedragsmatige, fysiologische en omgevingsfactoren die geassocieerd zijn met psychopathologie. Psychisch lijden is niet ontstaan door gebeurtenissen, maar door de manier waarop iemand over deze gebeurtenissen denkt
4 niveaus van
cognities volgens
cognitieve
benadering
- Basisschema’s (basisassumpties): fundamentele opvattingen die iemand heeft over zichzelf, de wereld en de toekomst. Opvatting zijn vaak niet direct bewust (impliciet)
- Conditionele assumpties: assumpties over oorzaak-gevolg relaties. Manifesteren zich vaak in als-dan stellingen
- Strategische ideeën: opvattingen over hoe gevaren het beste aangepakt kunnen worden en hoe dingen bereikt kunnen worden. Wordt ook wel leefregels genoemd
- Automatische gedachten: gedachten die meer bewust door iemand zijn hoofd gaan en het meest toegankelijk zijn. Er wordt verondersteld dat automatische gedachten worden aangestuurd door de basisschema’s (via de tussenliggende niveaus)
Psychopathologie
volgens de
cognitieve
benadering
Ontstaat en wordt in stand gehouden door problemen in informatieverwerking. Bepaalde basisschema’s zijn hyperactief geworden en gaan domineren in de informatieverwerking. Hierdoor zijn er vertekeningen in de interpretatie ontstaan. Bijvoorbeeld bij depressie waarbij een schema rondom verlies is gaan overheersen waardoor de client gebeurtenissen gaat interpreteren dat ze steeds nieuw verlies gaan betekenen. Bij angst zouden schema’s rondom bedreiging een rol spelen, bij manie rondom winst, bij dwang rondom schuld, bij agressie normovertreding. Automatische gedachten zijn niet de oorzaak van emotioneel onwel bevinden, maar zijn een product van onderliggende schema’s (net zoals gevoelens)
Doel CT
Basisschema’s veranderen. Infoverwerking is bij lang bestaande schema’s dusdanig geautomatiseerd dat er alleen nog aandacht is voor info die het schema bevestigen en geen aandacht voor info die niet kloppend is met het schema (confirmaton bias)
- Tijdens CT wordt de client ertoe gebracht het eigen denken te onderwerpen aan een kritisch onderzoek en waar nodig te veranderen door alternatieve opvattingen die meer functioneel en helpend zijn.
- Een objectieve kijk op gevoelens en waarnemingen zorgt dat negatieve gevoelens verdwijnen en gedrag kan veranderen
- Therapie start met het opsporen en bewerken van automatische gedachten om uiteindelijk bij de basisschema’s te komen
Hot cognitions
Opvattingen die nauw verbonden zijn met negatieve gevoelens en disfunctionele gedragingen
Nadruk CGT
Nadruk op het samenspel van gebeurtenissen, gedachten, gevoelens en gedrag en fysiologie welke elkaar beïnvloeden
Basisprincipes CGT
- CGT is probleem-georiënteerd en legt de nadruk op het heden. CGT is klachtgericht met focus op het verbeteren van huidige situatie. Er wordt kort stil gestaan bij jeugdervaringen en de aandacht ligt op het heden.
- CGT is kortdurend en afgebakend. Vaak 12-20-wekelijkse sessies waarbij vanaf de eerste sessie de duur van de therapie besproken wordt.
- CGT benadrukt de samenwerking tussen de cliënt en therapeut. Therapeut sluit direct en concreet aan bij problemen en behoeften van de cliënt, Therapeut moet een balans aanhouden tussen autonomie en noodzaak van structuur en moet een balans vinden tussen empathie en distantie (het is slechts een interpretatie). De werkrelatie is voorwaarde voor het op gang brengen van het leerproces
- CGT vraagt een actieve houding. Therapeut moet kennis, vaardigheden en creativiteit moet hebben om getrainde technieken toe te passen. De cliënt moet een actieve houding hebben op lang bestaande patronen te doorbreken.
- CGT-sessies zijn gestructureerd (update, terugblik, agenda, huiswerk bespreken, nieuwe afspraken, afsluiting). Tijdens afsluiting wordt cliënt gestimuleerd om feedback te geven en te evalueren
- CGT ziet registratie als essentieel onderdeel van de behandeling.
- CGT leert de cliënt hoe deze zijn eigen therapeut kan zijn. Streven is dat client zijn eigen valkuilen kan herkennen, evalueren en bijstellen. Behandeling is ook didactisch
- CGT legt nadruk op terugvalpreventie. Dit staat tijdens de eerste sessies op de agenda en komt als rode draad terug. De laatste sessie is geheel gericht op terugvalpreventie waardoor het ook een derde pijler van CGT wordt genoemd
- CGT ziet psychopathologie als extreme vorm van normaal gedrag. Psychologische problemen zitten aan het uiteinde van het continuüm van het normale. Dit betekent dat iedereen psychische problematiek kan krijgen. Therapeut kan ook gehinderd worden door negatieve automatische gedachten en vermijdingsgedrag.
Accenten binnen
CGT
De accenten die in de behandeling gelegd worden zijn afhankelijk van de stoornis waarbij er gespecialiseerde protocollen zijn voor vormen van psychopathologie
o CGT bij depressie is er nadruk op gedragsactivatie en verandering van negatieve gedachten over waardeloosheid en schuld
o CGT bij paniekstoornis aandacht voor rampdenken
o Verschillen in leeftijd, cultuur, ontwikkeling en intellectueel niveau zorgen voor andere accenten in behandeling
o Verschillen in doelen, motivatie, vermogen en eerdere ervaringen zorgen voor andere accenten in behandeling
Registratie en
coping cards CGT
Het maken van aantekeningen tijdens de sessie, bijhouden van een gedachten en gedrag dagboek, het kritisch bekijken van cognities op gedachtenformulieren. Cliënt wordt aangespoord om belangrijke conclusies van de therapie te noteren (coping card) en deze regelmatig te bekijken. Registratie verschaft inzicht in patronen van denken en doen, Zaken worden beter in het geheugen opgeslagen wanneer ze opgeschreven wordt. Registratie draagt bij aan het automatiseren van geleerde techniek waardoor effecten gemaximaliseerd worden. Cliënt heeft aan het einde van de therapie een persoonlijk naslagwerk welke hij kan raadplegen
Diagnostiek binnen
CGT
Binnen CGT is er aandacht voor classificerende, beschrijvende en verklarende diagnostiek. Diagnostiek speelt een rol om tot een duidelijke definitie te komen van het probleem, insteek van de behandeling te bepalen, en het evalueren van effecten.
- Doel diagnostische fase is een compleet beeld te krijgen van het probleemgedrag, omstandigheden waarin dit voorkomt en de cognities die hiermee samenhangen
- Ontstaansgeschiedenis, in standhoudende en beschermde factoren wordt ook in kaart gebracht middels meerdere informatiebronnen
Vragenlijsten
emoties.
o PANAS: 20 emoties voorleggen waarbij client op een 5-point scale aangeeft in hoeverre deze van toepassing zijn in een bepaalde periode
o BDI-II : emoties in kaart brengen wanneer het probleemgebied depressie is. Plezier tijdens gedragingen: geeft inzicht in gedragingen van de client
o PES: mate waarin iemand nog plezierige (bekrachtigende) activiteiten onderneemt, hoe competent iemand zich daarbij voelt en hoeveel plezier hij daarbij beleeft