Si, Hypothèses Flashcards

1
Q

Volgend jaar als ik terugkom, ga ik naar Ritz (zeker)

A

L’année prochaine, quand je reviendrai, J’ irai au Ritz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Als ik volgend jaar terugkom, ga ik naar Ritz (nog niet zeker of ik ga)

A

L’anée prochaine, si je reviens, j’irai au Ritz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Morgen als ik uitga, kom ik bij je langs (zeker)

A

Demain, quand je sortirai, je passerai chez toi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als ik morgen vroeg uitga, kom ik bij je langs (nog niet zeker of ik vroeg uitga)

A

Demain, si je sors tôt, je passerai chez toi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ik weet niet of ik zal vertrekken

A

Je ne sais pas si je partirai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hij vraagt haar of ze komt

A

Il lui demande si elle viendra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Als je teveel eet, word je dik

A

Si on mange trop, on grossit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Als ik teveel slaapt, krijg ik hoofdpijn

A

Si je dors trop, j’ai mal à la tête

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Als je vertrekt, trek je jas aan!

A

Si tu sors, mets ton manteau!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Als je problemen hebt, bel me!

A

Si tu as des problèmes, appelle-moi!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly