Basis Frans4 Flashcards
Iemand
Quelqu’un
Dineren
Diner/diné
Hij heeft gezegd dat
Il a dit
Waarom
Pourqoui
Het nummer
Le numéro
Het papier
Le papier
Een klant
Un client
Hem, het
Le
Ik ken /gekend
Je connais/connu
De afspraak
Le rendez-vous
Hem
Lui
Donderdag
Jeudi
Een zaak
Une affaire
Alles goed?
Ça va?
Zeker, natuurlijk
Bien sûr
Volgende
Prochain(e)
We hebben tijd
Nous avons le temps
Enkele dagen
Quelques jours
Wanneer
Quand
Boven, bovenaan
En haut
De uitgang
La sortie
Voor
Devant
De deur
La porte
Dinsdag
Mardi
We doen, maken
Nous faisons
Gedaan, gemaakt
Fait
Achter
Derrière
Hij zegt
Il dit
Snobistisch
Snob
Vreselijk
Horrible
Een griep
Une grippe
Hoofdpijn
Le mal de tête
De dokter
Le médicin
Het dessert van de dag
Le dessert du jour
Het roomijs
La glace
Ik mag, ik kan
Je peux
Mag ik/kan ik?
Puis-je?
Helpen/geholpen
Aider/aidé
Een soep
Un potage
Een stuk vlees
Une viande
Drinken
Boire
De groenten
Les légumes
Iedereen
Tout le monde
Klaar
Terminé(e)
Het fruit
Les fruits
Niemand
Personne
Kunt u me helpen?
Vous pouvez m’aider?
Men, je
On
Hoe zegt men?
Comment dit-on?
Plastic
Plastique
We hebben geen tijd
Nous n’avons pas le temps
Volgende week
Le semaine prochaine
Ik ken hem
Je le connais
Wilt u vanavond met me eten?
Voudriez-vous diner avec moi ce soir?
Kent u me niet?
Vous ne me connaisez pas?
U ziet me vaak op de tv
Vois me voyez beaucoup à la télé
Ik mag hem niet
Je ne l’aime pas
Hij eet en drinkt teveel
Il mange et il boit trop
Hij zegt dat ik hem ken
Il dit que je le connais
Ik hou niet van kip
J n’aime pas le poulet
Waar kan ik een krant kopen?
Où puis-je acheter un journal?
Zij zouden willen
Ils/elles voudraient
Ik moet hem zien
Je dois le voir
Ik moet ze zien
Je dois les voir
Een glas champagne
Une verre de champagne
Iemand heeft het nummer van de dokter nodig
Quelqu’un a besoin du numéro du médicin
Hij zei
Il a dit
Ze zijn geweldig
Ils sont excellents
Hij zegt dat hij griep heeft
Il dit qu’il a la grippe
We gaan naar de client
Nous allons chez le client
U moet veel water drinken
Vous devez boire beaucoup d’eau
Wat doen we in dit restaurant?
Que faisons-nous dans ce restaurant?