Grammatica 1-4

Question 1

Je mening geven

Answer 1

Donner son avis

Question 2

De grammatica is interessant

Answer 2

Le grammaire, c’est interessant

Question 3

Het is nuttig om in een groep te werken

Answer 3

C’est utile de travailler en groupe

Question 4

Ik voel me

Answer 4

Je me sens

Question 5

Ik vind de Franse spelling moeilijk

Answer 5

Je trouve l’orthographe Française difficile

Question 6

Ik vind dat de Franse grammatica heel simpel is

Answer 6

Je trouve que la grammaire française est assez facile

Question 7

Ken je de Antillen?

Ja, ik ben er afgelopen jaar op vakantie geweest.

Answer 7

Tu connais les Antilles?

Oui, j’y suis allé en vacances l’année dernière

Question 8

Ben je naar de bank geweest?

Ja, ik ben er deze ochtend geweest.

Answer 8

Tu est allé à la banque?

Oui, j’y suis allé ce matin

Question 9

Is J in de bibliotheek?

Ja, hij is er sinds deze ochtend

Answer 9

J est à la bibliothèque?

Oui, il y est depuis ce matin

Question 10

Duurder dan

Answer 10

Plus cher que…

Question 11

Minder duur dan

Answer 11

Moins cher que…

Question 12

Ben jij bij M?

Ja, daar ben ik.

Answer 12

Tu es chez M?

Oui, j’y suis

Question 13

Heb je in Frankrijk geleefd?

Ja, daar heb ik geleefd.

Answer 13

Tu as vécu en France?

Oui, j’y ai vécu

Question 14

Even duur als

Answer 14

Aussi cher que

Question 15

Je hebt even veel uitgegeven als ik

Answer 15

Tu as dépensé autant que moi

Question 16

Mijn appartement is groter dan jouw studio

Answer 16

Mon appartement est plus grand que ton studio

Question 17

Anna heeft meer ruimte in haar appartement dan Pierre

Answer 17

Anna a plus d’espace que Pierre dans son appartement

Question 18

Ik heb meer uitgegeven dan jij

Answer 18

J’ai dépensé plus que toi

Question 19

Je moet naar de tandarts

Answer 19

Tu devrais voir un dentiste

Question 20

U moet meer rust nemen

Answer 20

Vous devriez vous reposer davantage