probleem 4: gestaltpsychologie Flashcards

1
Q

Gestaltpsychologie
& verschil behaviorisme

A
  • Idee dat we dingen begrijpen door het geheel ervan te zien (fiets -> geheel, bestaande uit verschillende onderdelen).
  • Gelijktijdig met de opstand van behaviorisme in de VS, was er ook een opstand van Gestaltpsychologie in Duitsland.
  • 1 onderliggend verschil: Behaviorisme wilde psychologie meer wetenschappelijk maken door natuurwetenschappers na te bootsen. Gestalt psychologen wilde psychologie meer wetenschappelijk maken door de meest geavanceerde theoretische ideeën van de moderne fysica over te nemen.
  • Gestalt psychologen negeerden het bewustzijn niet (i.t.t. behaviorisme) en reduceerden ze psychologische fenomenen niet tot stimulus-respons relaties. De gestalt psychologen waren erg tegen de stroming van reductionisme in zijn geheel.
  • Verre van eensgezind met Wundts reductionistische benadering van de geest en zijn doctrines werden sterk betwist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Centrale concepten van gestaltpsychologen

A
  • Veld: traditioneel gezien zocht men naar lineaire oorzaak-gevolg reeksen die verschijnselen konden verklaren. Het veld theoretische fysica kijkt daarentegen naar fenomenen die voortkomen uit een netwerk of veld van krachten of invloeden. Psychologische fenomenen zouden bvb plaatsvinden bij de interactie tussen verschillende velden (biologisch, perceptueel en omgeving ect). Reductionisme kon vermeden worden met deze holistische aanpak.
    o Holistisch: delen van iets zijn nauw met elkaar verbonden en alleen verklaarbaar door te kijken naar het geheel.
  • Isomorfisme: een concept dat is overgenomen uit een tak van de wiskunde genaamd ‘topologie’. Hierbij zijn twee vormen isomorf als ze een gemeenschappelijke structuur delen. De vormen p, b, 9 en d zijn bvb isomorf, omdat het allemaal varianties zijn van een lijn met een lus. Volgens gestalt psychologen zijn bewuste ervaringen op eenzelfde wijze isomorf met onderliggende fysiologische processen.
  • Beknoptheid (pragnaz): de structuur van psychologische verschijnselen zijn altijd georganiseerd op de meest nette, strakke en zinvolle manier. Dit algemene principe werd verder toegelicht door een aantal wetten. Door psychologen Max Wertheimer, Kurt Koffka en Wolfgang Köhler werden 6 principes onderscheiden:
    o Figure-ground: de gedachte dat wanneer we naar een scène kijken, we objecten scheiden zodat sommige individuen zich concentreren op de figuur en anderen op de achtergrond.
    o Gelijkenis (similarity/transposition): het idee dat we objecten met vergelijkbare kenmerken in een groep plaatsen. Deze kenmerken kunnen betrekking hebben op kleur, grootte, lettertype, vorm, textuur of iets anders.
    o Nabijheid (proximity/contrast): de overtuiging dat we objecten groeperen die dicht bij elkaar staan.
    o Sluiting (closure): het idee dat onze geest automatisch objecten sluit die niet noodzakelijk samen of compleet zijn om een geheel te creëren.
    o Continuïteit (constancy): de theorie dat we objecten die visueel zijn uitgelijnd blijven volgen totdat ze worden onderbroken.
    o Volgorde (order): de overtuiging dat uitlijning en symmetrie aantrekkelijke en essentiële elementen van ontwerp zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gestaltpsychologie’s benadering van cognitie

A

Hoewel perceptie een centraal onderwerp is, was het niet hiertoe beperkt. Zo werd er ook onderzoek gedaan naar leergedrag bij probleemoplossing. Behaviorisme kon echter geen verklaring bieden voor het kunnen leren van nieuwe dingen d.m.v. inzicht. In hun latere werk focuste Gestaltpsychologen steeds meer op cognitie en probleemoplossing. Gestaltpsychologie heeft deels de basis gelegd voor de cognitieve psychologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het lot en de impact van Gestaltpsychologen in de VS

A

Wertheimer en Kurt Lewin werden verbannen in de 2WO, omdat ze van joodse afkomst waren en Köhler stopte als niet-jood uit solidariteit. Andere Duitse wetenschappers namen de Gestaltpsychologie over, maar werden na de 2WO ingehaald door Amerikaanse cognitieve psychologen. Kortom, de afname van Gestaltpsychologie kwam voornamelijk door de 2WO die buiten de controle van de psychologen lag. Op theoretisch niveau werd de doctrine van isomorfisme verworpen door neurologen, terwijl de veldtheorie aanpak over het algemeen staande bleef.

De stroming van gestaltpsychologie werd vaak bekritiseerd voor zogenaamde experimentele slordigheid. Hierdoor werd het gezien als onwetenschappelijk, maar dit is echter niet waar. Wel hadden ze een afwijkend, meer ontspannen concept van wat ‘wetenschappelijk’ inhoudt. Daarnaast was het lastig voor de Gestaltpsychologie om theoretische perspectieven tussen verschillende culturen over te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

belangrijke bijdragen aan cognitieve wetenschap deel 1

A
  • Wiskunde en rekenen: een nieuwe vorm van logica begon zich te ontwikkelen richting het eind van de 19e eeuw. In het begin van de 20ste eeuw slaagden de wiskundigen Bertrand Russell en Alfred North Whitehead erin om de basiswetten van de rekenkunde te reduceren tot proposities van elementaire logica. In de jaren 30 ontwikkelde Alan Turing een simpele machine – de Turing machine – die in principe elke mogelijke berekening kon uitvoeren. Met een simpel mechanisme kon deze machine ieder soort programma uitvoeren dat kon worden uitgedrukt in een binaire code. Turing was erg enthousiast over de mogelijkheden van zijn apparatuur. In 1950 stelde hij zelfs dat men een Turing machine zo zou kunnen programmeren dat de antwoorden niet te onderscheiden zijn van die van een mens. De implicaties van deze ideeën werden onderzocht door wetenschappers die geïnteresseerd waren in menselijke gedachten. Als ze het gedrag of de denkprocessen van een organisme nauwkeurig zouden kunnen beschrijven, zouden ze misschien een computer kunnen ontwerpen die op dezelfde manier werkte.
  • Het neuronale model: volgens McCulloch en Pitts kon de werking van een neuraal netwerk in termen van logica worden gemodelleerd. Dit model liet zien dat een geactiveerd neuron een ander neuron kan activeren, net zoals een propositie in een logische reeks een andere propositie kan impliceren. Ook zou de analogie tussen neuronen en logica in elektrische termen kunnen worden gezien – als signalen die wel of niet door een circuit gaan;
  • De cybernetische synthese: Wiener was gedurende de periode van de Tweede Wereldoorlog betrokken bij regulatie systemen van vliegtuigen. Hierdoor begon hij te denken over de aard van feedback en zelfcorrigerende of zelfregulerende systemen, zowel bij mens als machine. Het duurde niet lang of Wiener had een samenstelling gemaakt van de verschillende ideeën en deze gepresenteerd in het baanbrekende boek Cybernetica. Hij besloot het hele veld van de controle- en communicatietheorie Cybernetica te noemen. Hij had de overtuiging dat er cruciale parallellen konden worden getrokken tussen het functioneren van een levend wezen en dat van machines.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

belangrijke bijdragen aan de cognitieve wetenschap deel 2

A
  • Informatietheorie: informatietheorie wordt meestal toegeschreven aan Claude Shannon, een elektrotechnisch ingenieur bij MIT. Shannon suggereerde dat elektrische circuits mogelijk fundamentele denkprocessen zouden kunnen belichamen. De kerngedachte van informatie theorie is dat informatie simpelweg kan worden gezien als een beslissing tussen twee even waarschijnlijke alternatieven. De basiseenheid van informatie is de bit, wat een afkorting is voor binary digit. Een bit is de hoeveelheid info die nodig is om één bericht te selecteren uit twee even waarschijnlijke alternatieven.
  • Neuropsychologische syndromen: een andere bijdrage aan de cognitieve wetenschap kwam voort uit profielen van patiënten met hersenschade. Tijdens 2WO liepen veel soldaten ernstige verwondingen op, waaronder aan de hersenen. Hierdoor werd kennis opgedaan over cognitieve gebreken als gevolg van schade aan bepaalde hersendelen. Toen neuropsychologische onderzoekers hun bevindingen met elkaar deelden, bleek er een aanzienlijke overeenkomst van resultaten te zijn. Er bleek veel meer consistentie in de organisatie van cognitieve capaciteiten in het zenuwstelsel dan puur kon worden verklaard door de omgeving. Ook konden de patronen van cognitieve gebreken niet worden verklaard door een verstoring in de stimulus-respons connectie; in sommige vormen van afasie hebben patiënten goed taalbegrip maar een spraakgebrek, en in andere vormen hebben patiënten slecht taalbegrip maar wel spraakvermogen.
  • Katalytische ontmoetingen en invloedrijke geschriften: tegen de jaren 40 begon de opkomst van de cognitieve psychologie. Er was nog steeds enige weerstand vanuit het behaviorisme en twijfels omtrent het bestuderen van de menselijke geest, maar toch was het enthousiasme voor cognitivisme groot. Wetenschappers die geïnteresseerd waren in cognitie kwamen vaak samen en brachten een flink aantal publicaties uit die de nieuwe wetenschap van de geest promootten. Dit stimuleerde de opkomst van cognitivisme des te meer, omdat wetenschappers ideeën konden uitwisselen en samen tot nieuwe ontdekkingen konden komen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly