probleem 3: overige psychologen Flashcards

1
Q

Edward Bradford Titchener (1867-1927)

A
  • Belangrijke rol in oprichting Amerikaanse psychologie -> zijn extreme introspectieve, structurele psychologie contrasteerde met opkomende, functionele psychologie.
  • Functionele psychologie: gedacht dat de geest ons helpt om ons aan te passen op de omgeving (geïnspireerd -> Charles Darwin).
  • Titchener’s psychologie: idee dat de geest bestond uit sensaties of beelden van sensaties en niets anders. -> afwijzing van verschillende van Wundts’s concepten (apperceptie).
  • Leerling van Wundt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Titchener’s methode van introspectie was veel uitgebreider dan die van Wundt

A

Titchener’s methode van introspectie was veel uitgebreider dan die van Wundt, want het was geen eenvoudig verslag van ervaring, maar een complexe retrospectieve analyse van die ervaring:
* De eerste taak: het ontdekken van basis sensatie-elementen waartoe complexe processen kunnen worden gereduceerd.
* De tweede taak: ontdekken hoe de elementaire sensaties samen complexe percepties, ideeën en beelden vormden.
* De derde taak: werking van de geest verklaren. Introspectie kon alleen een beschrijving van de geest weergeven. Hij vond dat de verklaring moest worden gezocht op fysiologisch vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sigmund Freud (1856-1939)

A

Psychologie van het onderbewustzijn is erg verschillend van psychologie van het bewustzijn. Wundt en andere focusten op normale, menselijke, volwassen geest via introspectie. Ze probeerde een experimentele wetenschap te creëren.
- Freud: focus op abnormale geesten en claimde dat het bewustzijn vol zat met primitieve impulsen.
- Geen experimenten uitvoeren
- Niet eens dat psychoanalyse geen wetenschappelijke kijk van de menselijke wereld bood. Freud’s psychoanalyse werd door academische psychologie afgewezen -> bestaan van onderbewustzijn of geest door meerdere perspectieven werd ontkend.
- Freud beschouwde analytische sessies met cliënten als een valide methode van wetenschappelijk onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Freud en biologie

A

Net als andere grondleggers van psychologie benaderde Freud psychologie in eerste instantie via fysiologie. Er waren twee specifieke dingen die deze aanpak voor hem aantrekkelijk maakte:
1) Zijn verklaringen voor menselijk gedrag konden hierdoor worden gegeneraliseerd naar iedere cultuur en tijdsperiode, omdat ieder mens een zenuwstelsel heeft.
2) Hysterie werd destijds gezien en verklaard als stoornis van het zenuwstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Freud en reductionisme

A

Freud keerde later van neurofysiologische biologie naar evolutionaire biologie om menselijke ontwikkeling te verklaren. De biogenetische wet van Ernst Heackel stelt dat het ontwikkelingsstadium van elk embryo een volwassen vorm van een evolutionaire voorouder vertegenwoordigt. Dus een menselijke foetus doorloopt een amfibieën fase, een reptielen fase, een simpele zoogdieren fase, ect. Tot het lijkt op een klein mens.

Freud breidde de biogenetische wet uit met psychologische ontwikkeling. Hij beschouwde de stadia van de psychoseksuele ontwikkeling als een recapitulatie van het seksleven van onze voorouders. Volgens Freud zijn neurotische symptomen bij een volwassene altijd gegrond in trauma’s uit de kindertijd en ongepaste fantasieën. Dit sloot aan bij de psychoseksuele fases.

Centraal in Freuds nieuwe biologische aanpak van menselijke ontwikkeling en gedrag was het seksinstinct. Seks vormde de basis voor het construeren van een universele en naturalistische psychologie, omdat het niet soort- of cultuurspecifiek was. Freud zag seks als een van de biologische behoeftes en verklaarde motivatie als het streven naar het vervullen van deze behoeftes. Ongepaste seksuele praktijken zouden later leiden tot neurosen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Darwinistische psychologie -> Darwin en mensen

A

Darwin en mensen
Een uitdaging voor Darwins evolutietheorie was de plek van de mens in de natuur. In het alomvattende, naturalistische evolutieschema werd de mens namelijk gezien als deel van de natuur en niet langer als wezen die de natuur kon overstijgen. Sensaties, intuïties, verscheidene emoties en mentale vaardigheden worden namelijk ook gevonden in dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Francis Galton (1822-1911)

A

-> Introduceerde statistiek in psychologie. Nu kijken we naar Galton als adaptatie psycholoog. Galton had niet één specifieke theorie zoals Wundt, Tichener of Freud, maar behandelde verschillende onderwerpen. Toch maakte hij belangrijke bijdragen aan de adaptatie psychologie:
- Wundt was alleen geïnteresseerd in de normale, volwassen geest. Galton breidde dit uit naar de menselijke geest in het algemeen.
- Spencer begon met de psychologie van adaptatie. Galton gaf hier verder vorm aan.
- Wundt was niet geïnteresseerd in individuele verschillen. Galton was daarentegen wel geïnteresseerd in alle factoren die mensen anders maken. Hij werd hierbij geleid door evolutie, vooral het concept van variatie.
- Galton wilde de mens verbeteren d.m.v eugenetica. Hij streefde naar het verbeteren van de genetische samenstelling van de mens. -> voorstander selectief fokken (overeenkomst Darwin).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

William James (1842-1910)

A
  • Combineerde psychologie met fysiologie.
  • Psychologie -> de wetenschap naar mentale leven.
  • Functie van het bewustzijn (Darwin) is belangrijker dan de inhoud daarvan (Freud) -> belangrijkste functie -> ‘kiezen’ en handelen naar bepaald doel.
    De uitdaging van de wil en de reflex theorie van het brein
    -> 2 aspecten van bewustzijn met adaptieve aard:
  • Belangen: mensen hebben bepaalde belangen (overleven). Het kunnen omgaan met veranderingen is hiervoor essentieel. Bewustzijn zou dus zijn ontstaan, omdat we ons anders niet zouden kunnen aanpassen aan veranderingen in de omgeving.
  • Keuze: we hebben bewustzijn nodig om keuzes te maken. Zonder bewustzijn zouden we blind zijn voor onze omgeving en onverschillig zijn over ons lot.
    -> James beweerde via het fysiologische pad dat lichamelijke reacties het gevolg zijn van mentale processen. Dit lijkt op een contradictie, omdat hij ook beweerde dat de hersenen keuzes maken. James antwoordde hierop dat bewustzijn mentale processen kan verbeteren. onze ‘wil’ zou het denken d.m.v. associaties aansturen en hierdoor dus ook acties aansturen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

James-Lange theorie van emotie + antwoord & probleem

A

James-Lange theorie van emotie: perceptie en lichaamsveranderingen treden achtereenvolgens op voordat er een emotie ervaren wordt. Vb: ik zie een beer -> verhoogde hartslag -> emotie: angst. Nog onduidelijk wat emotie precies is.

Antwoord -> reflextheorie: de hersenen verbinden een stimuli en een respons. Het brein zou niet zelf in staat zijn om ervaringen, gevoelens en acties in zijn eentje te vormen. Stimuli zouden invloed hebben op het zenuwstelsel waardoor er een lichamelijke reactie ontstaat. Deze lichamelijke reactie zou dan worden geïnterpreteerd als emotie.

Hieruit ontstond een volgend probleem; als lichamelijke reacties (en dus emoties) automatisch volgen op een stimulus, dan kunnen we niet verklaren hoe emoties gedrag veroorzaken. James hechtte immer ook veel waarde aan de vrije wil van het bewustzijn, maar die leek geen rol te spelen als gedrag daadwerkelijk automatisch zou ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pragmatisme van James

A

Pragmatisme: stelt dat een theorie pas juist is wanneer deze is getoetst in de praktijk.
-> James ging verder met het ontwikkelen van zijn eigen versie van pragmatisme, een meer expansief en romantisch pragmatisme dan de wetenschappelijke versie van Peirce.

James betoogde dat ideeën waardeloos/zinloos waren, tenzij ze van belang waren voor ons leven. Toen Pierce had gezegd dat we ideeën afwegen tegen ervaring, bedoelde hij ervaring in de zin van het begrip van een wetenschapper van de fysieke wereld. James zag als romantici echter geen reden om één soort ervaring te waarderen boven een ander. Niet-cognitieve ervaringen – hopen, angsten, ambities – maakten net zo goed deel uit van iemands levende werkelijkheid als sensaties van getal, hardheid of massa.

Voor een empirist waren de ideeën van God of vrije wil zinloos, omdat ze geen sensorische inhoud hadden om ze te kunnen bevestigen. Volgens James kunnen zulke ideeën toch een verschil maken in de manier waarop we ons leven leiden. Als het idee van de vrije wil er bvb toe leidt dat men een beter, gelukkiger leven leidt, dan is de vrije wil waar.

Pragmatisme was een functionele filosofie – een methode, geen doctrine. James gaf de zoektocht naar vaste principes op, en sloot aan bij het idee van Darwin dat de waarheid niet vastgesteld kan worden. In plaats daarvan bood James een filosofie aan die werkte door zich af te wenden van inhoud (vaste waarheden) en zich te richten op functie (wat ideeën voor ons doen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly