probleem 3: wetenschap en psycholgie Flashcards

1
Q

wetenschap en psychologie 19e eeuw

A

19e eeuw -> psychologie tot wetenschap maken. Fysiologische vorderingen en ontwikkeling van de eerste methoden waarmee men de geest zou kunnen onderzoeken zijn cruciaal hiervoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Het brein en zenuwstelsel begrijpen -> Franz Joseph Gall

A

(1758-1828):
- Eerste neurowetenschapper
- Beweerde dat hersenen verantwoordelijk zijn voor het concept van de ziel (mentale activiteit).
- Vond filosofie nutteloos -> zag de hersenen als het specifieke orgaan voor mentale activiteit. Filosofie (empirisme) kon niet menselijk gedrag en verschillen verklaren.
- Iedere gedragsfunctie (geheugen, aandacht ect.) terug te vinden in specifiek hersengebied. -> Lastig om echt te bewijzen.
- Anatomisch onderzoek bij verschillende organisme -> nativistische aanpak; Gall was overtuigd van de Great Chain of Being -> aangeboren hersencapaciteit verschilt tussen organismen. Ook materialistisch & behavioristisch
- Psychologie van individuele verschillen (wilde hij onderzoeken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pseudowetenschap van frenologie

A

Gall wilde geen onderzoek uitvoeren op levende wetens, dit leidde tot ->
Pseudowetenschap van frenologie: Gall stelde dat bepaalde mentale vermogens zouden corresponderen met meer ontwikkelde delen van de hersenen die in verhouding dus groter zouden zijn.
-> Gall meette mentale vermogens door de schedel op te meten en te kijken op welke plekken bulten (zeer ontwikkeld vermogen) of kuilen (onderontwikkeld vermogen) in de scheden optraden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wetenschappelijk of pseudowetenschappelijk?

A
  • Wetenschappelijk: ander inspireren -> onderzoek te doen brein. Gall zijn theorie klopte niet helemaal, maar liet andere onderzoekers wel inzien dat het brein verschillende gebieden met verschillende functies heeft.
  • Pseudowetenschappelijk: paar andere onderzoekers bouwden voort op onjuiste theorie van Gall.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kritiek op Franz Joseph Gall

A
  • Van Marie-Jean-Pierre Flourens (1794-1867) -> beweerde dat de hersenen als 1 eenheid functioneren ipv losse gebieden met elk hun eigen functie.
    Flourens -> cartesian dualist; hij zag de ziel als verblijvend in de hersenhelften en aangezien de ziel unitair is zijn de hersenhelften dat ook.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderzoek naar zenuwstelsel -> Charles Bell en hersendelen

A

-> Charles Bell (1774-1842) beweerde dat het zenuwstelsel uit twee verschillende soorten zenuwen bestaat:
- Zenuwen die info van het ruggenmerg doorgeven -> brein (sensorisch)
- Zenuwen die info van het brein doorgeven -> spieren (motorisch)

Een latere doorbraak in het onderzoek naar de functies van de hersenen -> steun Galls idee van verschillende hersendelen, want patiënten met hersenschade aan bepaalde hersengebieden vertoonde specifieke gebreken in functies (bv: spraakstoornissen bij schade aan de linker frontale kwab (broca gebied)).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

reflextheorie

A

-> Door deze bevindingen ging men iedere sensorische en motorische functie proberen te lokaliseren in de hersenen. Maar de nieuwe locaties weken af van die van Gall.
Reflextheorie: de hersenen zijn een complexe reflex machine waarbij de hersenhelften associatieve connecties vormen tussen de binnenkomende stimuli en de uitgaande reacties.
Deze theorie biedt:
- Mogelijkheid voor de psychologie: geeft mogelijk antwoord op het lichaam-geest probleem (cartesian theory of consciousness).
- Uitdaging voor psychologie: het werd onduidelijk in hoeverre de rol van het bewustzijn nog van belang was om gedrag te verklaren, gezien ieder gedrag een bijproduct van de hersenactiviteit leek te zijn -> automaton theory of the mind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Methodes ontwerpen voor psychologie

A

-> In de 19e eeuw meer experimenten met gemanipuleerde natuur en kijken wat de invloed van deze manipulatie was. Verschillende onderzoeken bij het experimenteren binnen psychologie:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Mentale chronometrie
A

De eerste kwantitatieve manier om mentale processen te meten ontstond binnen de astronomie. Een accurate notatie van het exacte moment dat een ster het visie veld binnenkwam en verliet was van belang om de positie van sterren in de Melkweg vast te kunnen stellen. Omdat er verschillen bleken in de metingen van onderzoekers werd gekeken naar individuele verschillen in reactietijd.
-> Beginsel van de mentale chronometrie: experimenten waarbinnen men uit variaties in reactietijden, die in verschillende taken of taakcondities waren gemeten, de snelheid en/of aard van psychische processen probeerde af te leiden.

De techniek werkt als volgt:
- Meet reactietijd van enkele stimulus -> simple reaction time (A)
- Stimulus toevoegen (B)
- Opnieuw de reactietijd meten -> compound reaction time (AB)
- Verschil hiertussen is volgens Donders (oogarts) de mentale actie van de toegevoegde stimulus (B) -> AB-A=B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Psychofysica
A

De geest is privé -> lastig om meetinstrumenten te vinden die ervaringen van bewustzijn kunnen meten.
Fechner -> eerste die systematisch onderzoek uitvoerde hierin:
- Zijn onderzoek produceerde wiskundige wetten van de geest
- Ontdekte logaritmische relatie tussen de sterkte van een stimulus (R) en de kracht van de sensatie (S).
- Ontdekte dat verschillen in stimulus sterkte makkelijker te detecteren zijn wanneer de intensiteit van de stimuli laag is (zie afbeelding).
- Geen grondlegger psychologie, want geen laboratorium geopend om de psychologie te ondersteunen als erkende studie (in tegenstelling tot Wundt).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Mentaal testen
A
  • Ontstaan 19e eeuw
  • Fundamenteel voor oprichting van toegepaste psychologie
  • Niet uitgevonden om wetenschappelijk te redeneren, maar voor onderwijs -> iq meten.

Verschillende landen ontwikkelde methodes van mentale testen:
* Groot-Brittannië: Francis Galton (1822-1911) geïnspireerd door Darwin en evolutie van menselijke eigenschappen, wilde intelligentie meten. Hij ontwierp een correlatie coëfficiënt (pearson). Galton vond een sterke correlatie tussen prestaties op verschillende toetsen -> gaf ondersteuning voor idee dat intelligentie een enkele mentale vaardigheid is. Galton wilde een meer directe en precieze meetwijze voor intelligentie ontwerpen -> lab oprichten en zintuigelijke scherpte en hersenformaat meten. Beide bleken geen sterke correlatie te hebben.
* Frankrijk: Alfred Binet (1857-1911) ontwikkelde een praktijktest met een schaal van intellectuele taken die door normale kinderen op bepaalde leeftijden uitgevoerd konden worden. Vervolgens kon men de prestaties van een bepaald kind vergelijken met die van zijn of haar leeftijdsgenoten. Zwakbegaafde kinderen konden d.m.v. deze test gedetecteerd worden. Terman -> test vertaald naar het Engels.
* Duitsland: William Stern (1871-1938) introduceerde het concept van IQ. Dit was een kwantitatieve manier om de mentale toestand van een kind aan te duiden in vergelijking met leeftijdsgenoten (IQ= mentale leeftijd/ chronische leeftijd x 100).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly