probleem 3: Wilhem Wundt Flashcards

1
Q

Wilhem Wundt (1832-1920)

A
  • Grondlegger psychologie als wetenschappelijke discipline
  • Richtte eerste academische laboratorium op in Leipzig.
  • Breidde veel theorieën uit, niet veel nieuwe theorieën bedenken.
  • Groot voorstander van experimentele controle -> experiment moet gestructureerd, herhalend en valide zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wundts’s psychologie -> Psychologie tot wetenschap maken: het pad via fysiologie

A

In zijn werk ‘Principes van de fysiologische psychologie’ benadrukte Wundt een verbintenis tussen twee wetenschappen: fysiologie en psychologie. Hieruit ontstond een nieuwe wetenschap: de fysiologische, ofwel experimentele psychologie.

Wundt beschouwde psychologie als de studie van bewuste ervaringen. Om levensprocessen te onderzoeken moesten we volgens hem de middenweg zoeken tussen externe en interne ervaringen -> vergt externe als interne observatiemethoden;
* Reductie: mentale gebeurtenissen worden uitgelegd aan de hand van fysiologische oorzaken. Vb: depressie kan worden veroorzaakt door bepaalde samenstelling van neurotransmitters.
* Introspectie: interne observaties (zelfreflectie). Wundt wilde kijken naar de vorm van mentale processen en gedrag en hiermee gedrag voorspellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onderzoeksmethoden voor de psychologie

A

De meest prominente methode die Wundt gebruikte was introspectie. Dit was echter niet de ouderwetse filosofie introspectie (internal perception), maar een nieuwe, experimenteel gecontroleerde variant (experimental self-observation). Doel: meer betrouwbare meting van de geest te krijgen.

Naast experimentele introspectie erkende Wundt ook vergelijkbare en historische methodes. Beide betreffen de studie van mentale verschillen.
* De vergelijkende methode: wordt toegepast op de studie van bewustzijn in dieren, kinderen en abnormale individuen.
* De historische methode: wordt toegepast op de studie van mentale verschillen die worden bepaald door ras of nationaliteit (=Völkerpsychologie). Wundt was ervan overtuigd dat de beste manier om een theorie te construeren over de psychologie ontwikkeling van individuen was door te kijken naar de historische ontwikkeling van het menselijke ras.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wundt aan het werk -> Fysiologische psychologie

A

Om introspectie te onderzoeken -> experimentele controle = belangrijk. In een van zijn experimenten ontdekte Wundt dat mensen max 4-6 eenheden konden onthouden. Deze resultaten komen overeen met moderne onderzoeksresultaten van het werkgeheugen. Het maakte echter uit of de letters in random reeksen of in vorm van woorden werden aangeboden. Veel meer letters kunnen onthouden worden d.m.v. deze woorden (chunking).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Conclusie resultaten:

A

Apperceptie speelt belangrijke rol bij onthouden. Apperceptie: het mentale proces waarmee een persoon een idee begrijpt door het te assimileren met het geheel van ideeën dat hij of zij al bezit (aandacht hierbij gebruiken). Daar waar de focus van het bewustzijn ligt, treedt apperceptie op. Items buiten deze focus worden alleen gezien maar niet onthouden -> zie je terug in experiment; de woorden waar de focus op lag werden onthouden.

Apperceptie zorgt ook voor zelfgevoel en hogere mentale processen als analyse en beoordelen -> basis hogere vormen van denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wundt -> bestudeerde ook gevoelens en emoties -> assimilaties

A

Wundt bestudeerde ook gevoelens en emoties, omdat deze deel uitmaken van onze bewuste ervaring. Hij beweerde dat introspectief gerapporteerde gevoelens hints zijn voor welke processen er op dat moment gaande zijn in de geest. Apperceptie werd bijvoorbeeld gekenmerkt door een gevoel van mentale inspanning. Wundt stelde dat gevoelens in 3 dimensies konden worden geplaatst; plezierig-onplezierig, hoge-lage opwinding en geconcentreerde-ontspannen aandacht. Wundt benadrukte de actieve kracht van apperceptie, maar hij erkende ook het bestaan van passieve processen – assimilaties, waarbij een huidige sensatie wordt geassocieerd met een ouder element:
* Recognition: reactivatie van oude elementen (een stoel herkennen).
* Recollection: reconstructie van oude elementen (terugdenken aan een gebeurtenis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Völkerpsychologie

A

-> nieuw type psychologie dat zich bezighield met gemeenschappelijke en culturele producten van de menselijke natuur, waaronder religies, talen en mythologieën. Wundt was ervan overtuigd dat het bestuderen van bestaande culturen de evolutie van de menselijke geest zou onthullen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

taal als onderdeel van de volkerpsychologie

A

Taal was volgens Wundt een onderdeel van de Völkerenpsychologie, omdat het een product van het collectieve leven is. Wundt verdeelde taal in 2 aspecten:
* Externe fenomenen: de daadwerkelijke geproduceerde uitspraken. Deze externe vorm is de oppervlakkige expressie van diepere cognitieve processen.
* Interne fenomenen: de onderliggende cognitieve processen die voorafgaan. Deze cognitieve processen vormen de innerlijke, mentale vorm van spraak.

Spraak begint bij de wens om een idee uit te drukken. Het idee moet volgens geanalyseerd worden en er moet structuur worden aangebracht aan relaties tussen verschillende delen.
Bvb wanneer de zin ‘de kat is zwart’ wordt uitgesproken, bevat dit de elementen ‘kat’ en ‘zwart’. Om een goed verband te vormen, worden de woorden ‘de’ en ‘is’ toegevoegd.

Volgens Wundt is het doel om de uitdrukkingen te begrijpen. Dit onderbouwt hij met het feit dat mensen vaak alleen de achterliggende boodschap van een uitdrukking onthouden, en vrijwel nooit de oppervlakkige vorm daarvan.

Het hele proces kan worden omschreven als de transformatie van een onuitsprekelijke, georganiseerde, gedachte in een uitdrukbare, sequentiële structuur van georganiseerde woorden in een zin. Het proces van spraakbegrip is precies omgekeerd. Hierbij wordt de synthetiserende functie van apperceptie gebruikt i.p.v. de analytische functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly